‘De wetten zijn er, maar ze worden genegeerd’

Vandaag viert China zijn 70ste verjaardag. President Xi belooft welvaart en welzijn. Maar hoe comfortabel hebben Chinese werknemers het?Vandaag paradeert het Chinese leger met groot machtsvertoon door Peking. Toch haalt de Communistische Partij haar legitimiteit vooral uit de bankrekening van de modale Chinees. 2020 wordt op dat vlak het jaar van de waarheid. De partij beloofde tegen 2021 de koopkracht te verdubbelen ten opzichte van 2010. Iedereen moet dan een inkomen hebben waarvan men comfortabel kan leven en nog wat leuks consumeren. ‘A moderately prosperous society’ (‘Xiaokang’) heet dat in de propaganda.
Maar hoe goed zorgt China voor zijn werknemers? Aidan Chau is onderzoeker bij de ngo China Labour Bulletin. Die brengt stakingen in kaart en bemiddelt bij arbeidsconflicten. Vandaag is dat zo riskant geworden dat de ngo alleen nog vanuit het liberalere Hongkong opereert, waar we Chau interviewden.

China beroemt zich erop miljoenen mensen uit armoede te halen. Vinden die ook een goedbetaalde, leefbare job?

‘De werkloosheid is stabiel op een laag niveau, ook al zagen we het afgelopen jaar wat bezorgdheid bij pas afgestudeerden. Laagopgeleiden vinden over het algemeen snel werk, sneller dan in Hongkong waar we echt structurele werkloosheid zien. Maar steeds vaker gaat het in China om precaire jobs, als taxichauffeur, straatveger of voedselkoerier. Er is een volledig nieuwe dienstensector ontstaan met laagbetaalde jobs. Denk aan fitnesscentra, schoonheidssalons, kleine shops die online verkopen op Taobao … Wij registreren minder arbeidsconflicten in de maakindustrie, maar des te meer in die nieuwe sectoren.’

De industrie trekt dus weg?

‘Ik zou het een industriële upgrade noemen. De overheid probeert de vervuilende industrie en die met lage toegevoegde waarde te weren uit de druk bevolkte kustprovincies als Guangdong. Textielfabrieken gaan naar westelijke provincies als Xinjiang of het buitenland, fabrieken voor elektronica of chips vestigen zich in Guangdong. Dat beleid dateert van 2008, toen teruglopende internationale vraag China zwaar trof. Denk dus niet dat die herlokalisaties alleen door de handelsoorlog komen: dit is een oudere trend. Maar daardoor is er ook veel veranderd: lonen in kustprovincies zijn gestegen, er zijn daar meer kleinere Chinese ondernemingen dan internationale, en een hele reeks firma’s die in de jaren 90 het mooie weer maakten, zijn verdwenen.’

Werden fabrieksarbeiders verdedigd bij die ingrijpende veranderingen?

‘In 2013 zagen we een golf van stakingen met vaak meer dan duizend deelnemers. Fabrieken delokaliseerden en werknemers ontdekten dat de eigenaar bijvoorbeeld geen sociale bijdragen had betaald. Er ontstonden onafhankelijke ngo’s die actief de werknemers probeerden te geven waar ze wettelijk recht op hadden. Maar rond 2015 begon de repressie tegen hen. President Xi vond dat alleen de officiële vakbond mocht optreden bij conflicten. Het resultaat is dat werknemers in China maar beperkte hulp krijgen.’

Wat loopt er mis in de officiële vakbond?

‘Ze is bureaucratisch en verdedigt arbeiders niet echt. Sommige functionarissen vragen stakers zelfs: ‘‘Waarom bezorg je mij problemen? Spreek iemand anders aan!’’ Ze willen niet dat er onrust ontstaat, want dan moeten ze dat rapporteren aan de overste en komt hun reputatie in gevaar. Vakbondsafdelingen bestaan vaak alleen maar op papier. In 2015 vroeg Xi de vakbond wel om te hervormen en minder elitair te worden. Sommige afdelingen hebben hun attitude wat aangepast en gaan sneller naar de werkvloer, maar niet iedereen.’

Is er ook onvrede bij de kenniswerkers?

‘Bij informatici is de 996-beweging – werken van negen tot negen, zes dagen per week (red.) – sterk geworden. Zij klaagt onbetaald overwerk aan. De wetten zijn er wel, maar werden genegeerd door ondernemers als Jack Ma van Alibaba. De officiële media kozen wel de kant van de werknemers. Maar voorlopig is er niets veranderd in de praktijk.’

De Volksrepubliek China is dus geen arbeidersparadijs?

‘Uiteraard niet. Er zijn heel wat neoliberale kenmerken ingeslopen in het communistische China. Bij privatiseringen van de staatsbedrijven bleven werknemers achter met minder sociale bescherming. In de nieuwe economische sectoren is de exploitatie groot en wordt veiligheid op het werk compleet genegeerd. We zien voortdurend ongevallen bij bouwvakkers of bij straatvegers die ’s nachts omver gereden worden door dronken chauffeurs. Bij maaltijdbezorgers zitten werkongevallen zelfs ingebakken in het systeem. Het uurloon is zo laag dat een koerier zich niet kan veroorloven om de verkeersregels te volgen. Zijn ze te laat, dan worden ze door de klant afgestraft met slechte reviews. Wie zijn brood wil verdienen, moet door het rood licht koersen.’

NATH, G. ‘De wetten zijn er, maar ze worden genegeerd’. De Standaard, 1 oktober 2019, 24.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo