De auto blijft het populairste vervoersmiddel van de Belg om naar het werk te pendelen. Meer dan vier op de tien Belgen besteden dagelijks zeker een uur aan de rit naar en van het werk.
Bijna drie kwart (72,00 %) van de Belgen legt minstens een deel van het traject af met de auto, vooral met de eigen wagen (56,00 %) of de bedrijfswagen (14,00 %). Het openbaar vervoer en de fiets delen met elk 21,00 % de tweede plaats, terwijl 9,00 % te voet gaat. Dat blijkt uit een internationaal mobiliteitsrapport van hr-bedrijf SD Worx, waarbij in België 2.500 werknemers werden bevraagd.
Gemiddeld legt de Belg 43,3 km per dag af om van en naar het werk te reizen. Dat is significant meer dan tien jaar geleden, toen dat nog 34,1 kilometer was.
Ook het aantal pendelminuten is in tien jaar sterk toegenomen. Meer dan vier op de tien pendelaars besteden dagelijks minstens een uur aan hun rit naar en van het werk; bijna een kwart besteedt meer dan anderhalf uur per dag. Gemiddeld brengen we zowat 77 minuten door op de baan, of 17 minuten meer dan tien jaar geleden.
Drie op de tien Belgische pendelaars ervaren de woon-werkverplaatsing als een slecht gebruik van hun tijd. Toch zou 85,00 % van de pendelaars die meer dan 20 kilometer afleggen wellicht niet van werk veranderen omwille van zijn woon-werkverplaatsing. Slechts 6,00 % zou overwegen om te verhuizen om minder lang onderweg te zijn. Een op de drie Belgische werknemers geeft ook aan dat zijn woon-werkverplaatsing geen goede ecologische voetafdruk heeft. Bovendien geeft de helft aan dat de wagen de enige beschikbare optie is.
“Er is dus nog veel werk aan de winkel om de alternatieven beter uit te bouwen”, zegt mobiliteitsexperte van SD Worx Veerle Michiels. “Ook het combineren van meerdere transportmodi blijft nog beperkt. Hopelijk zorgt het mobiliteitsbudget voor een kentering.”
