Vlaamse werkloosheid op twee na laagste in EU

Vlaanderen kende vorig jaar een zo goed als volledige tewerkstelling. Alleen in Duitsland en Tsjechië zitten minder mensen zonder werk.

In 2018 zat 3,50 % van de Vlaamse ­beroepsbevolking zonder werk, blijkt uit cijfers van Statbel die Vlaams minister van Werk Philippe Muyters (N-VA) gisteren verspreidde. In het vierde kwartaal was dat zelfs maar 3,40 %. Nooit eerder sinds de metingen in 1983 begonnen, was het cijfer zo laag. Het vorige laagterecord dateert uit 2008.

1. Hoe verhoudt Vlaanderen zich tot de rest van Europa?

De Vlaamse arbeidsmarkt hoort tot de best presterende in de Europese Unie. Als Vlaanderen een land zou zijn, zou het de op twee na laagste werkloosheid hebben in de EU. Alleen in Duitsland (3,20 %) en Tsjechië (2,10 %) zaten eind vorig jaar minder mensen zonder werk. In Nederland is de werkloosheid vergelijkbaar met die in Vlaanderen: 3,60 %. In Luxemburg (5,10 %) en Frankrijk (8,90 %) zitten aanzienlijk meer mensen zonder werk. Voor de hele EU bedroeg het gemiddelde cijfer 6,60 %.

2. En hoe zit het in de rest van België?

De toestand in het noorden van het land contrasteert sterk met die in de andere twee gewesten. Van de Waalse beroeps­bevolking zat vorig jaar 8,50 % zonder werk, in Brussel was dat 13,40 %. In de loop der jaren zijn de werkloosheidscijfers in de drie gewesten steeds verder uiteen gaan lopen. In 1983, toen de metingen begonnen, lagen ze dicht bij elkaar. Wel is de kloof sinds 2013 weer iets smaller geworden, doordat de werkloosheid in Wallonië en vooral in Brussel sneller daalde dan in Vlaanderen.

3. Hoe is dat verschil te verklaren?

Gedeeltelijk door de conjunctuur. De economie draait in Vlaanderen beter dan in de twee andere landsdelen. Uit een analyse door de denktank Bruegel bleek gisteren nog dat de Vlaamse groeicijfers vergelijkbaar zijn met die in Nederland, terwijl de Waalse groei eerder vergelijkbaar is met die in Frankrijk. Maar ook het beleid is anders. De Vlaamse regeringen hebben de afgelopen decennia sterker ingezet op werkgelegenheidscreatie door de privésector dan de Waalse. Ook de aanpak van de werkloosheid is anders: Vlaanderen zet sterker in op activering, ­opleiding en maatwerk. ‘Het verschil met de andere deel­staten toont aan dat onze ­aanpak werkt’, zegt minister Muyters. ‘De volgende regering moet op dit pad verder gaan. We kunnen nog beter.’

4. Ook in Vlaanderen zijn er toch nog steeds veel werklozen?

Nog 183.000, bleek uit het meest recente werkloosheids­bericht van de VDAB. Dat cijfer is in het verleden wel al lager geweest: in 2001 en 2008 zakte het tot ongeveer 150.000. Dat komt doordat de VDAB nu meer categorieën als werkzoekend bestempelt dan toen. Volgens de cijfers die de VDAB verspreidt, bedraagt de werkloosheid trouwens nog 6,00 %. Dat is evenmin een laagterecord: in mei 2008 was het 5,30 %.

5. Hoe is dat verschil te verklaren?

Statbel en de VDAB hanteren verschillende methodes en definities om de werkloosheid te meten. De methode van Statbel wordt door alle statistische diensten in Europa op dezelfde manier gebruikt, en is gebaseerd op een enquête onder de bevolking. De VDAB gaat uit van databestanden. Statbel hanteert ook een iets strakkere definitie van werkloosheid: ­alleen wie niet werkt, actief zoekt en binnen twee weken beschikbaar is, wordt als werkloos bestempeld. Voor de VDAB volstaat het om niet te werken en als werkzoekende ingeschreven te staan.

6. Hoe belangrijk is het werkloosheidscijfer eigenlijk?

werkloosheidsgraad
Het is de meest gebruikte indicator om de gezondheid van de arbeidsmarkt te meten, maar het zegt lang niet alles. Het aantal mensen dat niet werkt en niet op zoek is naar werk, de zogenaamde inactieven, is minstens zo belangrijk. Daarom is ook de activiteitsgraad een veelzeggende indicator. Die geeft aan welk deel van de bevolking zich daadwerkelijk op de arbeidsmarkt begeeft. In Vlaanderen bedraagt de activiteitsgraad zo’n 74,00 %. Dat is het hoogste cijfer ooit, maar in Europees opzicht is het geen uitschieter. Er zijn nog heel wat Vlamingen die niet werken maar ook niet naar werk zoeken. Die mensen activeren wordt de volgende uitdaging. Dat is des te belangrijker, omdat zowel de overheid als de privésector steeds vaker met ­tekorten op de arbeidsmarkt kampt.

7. Waarom is het zo moeilijk om deze groep aan de slag te krijgen?

Volgens Muyters heeft dat onder meer te maken met de staatsstructuur. Een aantal hefbomen om het reservoir van inactieven aan te spreken, wordt niet bediend door de Vlaamse maar door de federale overheid. Denk aan de lengte en degressiviteit van de uitkeringen, de toekenning van brugpensioenen (officieel SWT), en de koppeling van het loon aan prestaties in plaats van anciënniteit.

MOOIJMAN, R. Vlaamse werkloosheid op twee na laagste in EU. De Standaard, 19 april 2019, 22.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo