434.186.000.000 euro of 38.593 euro per Belg. Dat is volgens de officiële Europese statistieken de overheidsschuld die België eind 2015 torste.
Echt fijne lectuur is het jaarlijkse overzicht van Eurostat over de schulden niet. Want de nuchtere Europese cijfers geven aan dat ons land er opnieuw niet in geslaagd is de schuldenberg terug te dringen.
In absolute cijfers is onze overheidsschuld opnieuw gestegen, van 409 naar 434 miljard euro. Dat komt omdat ook het jaarlijkse begrotingstekort maar in beperkte mate afnam, van 3,10 % naar 2,60 % van het bruto binnenlands product (bbp). De overheid gaf het equivalent van 53,90 % van het bbp uit. Daar stonden inkomsten ten belope van ‘slechts’ 51,30 % van het bbp tegenover.
Ook relatief gezien is er nauwelijks sprake van een daling. De schuldenberg is het nu het equivalent van 106,00 % van de 410 miljard euro rijkdom die de 11,3 miljoen Belgen jaarlijks collectief produceren. In 2014 was die schuldgraad ietsje hoger, 106,50 %, in 2013 ietsje lager, 105,20 %.
Opvallend: de kans is groot dat onze schuldgraad nog in ‘beperkte mate’ zal toenemen, merkt Eurostat op. Volgens de Europese cijferaars moeten de schulden van de publieke ziekenhuizen ook meegeteld worden, wat op dit ogenblik nog niet het geval is.
De cijfers van Eurostat vormen de basis voor de zogenaamde lentevooruitzichten, de economische prognoses van de Europese Commissie, begin mei. Voor eind deze maand moeten de EU-landen een economisch hervormingsplan en een stabiliteitsplan indienen bij Europa. Midden mei volgen dan de jaarlijkse individuele aanbevelingen voor het economisch en budgettair beleid van de lidstaten.
De 19 landen van de eurozone torsten eind 2015 samen 9.440 miljard euro schulden, 90,70 % van het bbp van de eurozone. Griekenland is koploper met een schuldgraad van 177,00 %. Aan het andere uiteinde staat Estland, dat met een schuldgraad van nog geen 10 procent de facto zo goed als schuldenvrij is.
