Hoewel de personeelskosten voor het eerst sinds 2010 minder snel stijgen dan de toegevoegde waarde, blijft het moeilijk voor ondernemingen om uit de rode cijfers te blijven. Dat blijkt uit de recentste uitgave van Trends Top 30.000.
Voor de nieuwste Trends Top 30.000 – de laatste die in papieren vorm zal verschijnen – gingen de analisten na hoe de 30.000 grootste bedrijven in België de afgelopen vijf jaar hebben gepresteerd. Na het analyseren van alle inkomsten en uitgaven viel het oog van de auteurs op twee belangrijke bevindingen:
- 18,8 procent van de bedrijven heeft de afgelopen vijf jaar geen cent winst gemaakt
- voor het eerst sinds 2010 is de personeelskost minder snel gestegen dan de toegevoegde waarde
1. VOOR NIETS GEWERKT
‘Wanneer we naar het aantal verlieslatende ondernemingen kijken, zien we een duidelijke piek tot boven de 20 procent in 2012 en 2013. Die piek lijkt nu echter voorbij: het aantal ondernemingen dat zijn jaarrekening met verlies afsluit, ligt weer ongeveer op hetzelfde niveau als in 2010’, aldus Tony Coenjaerts van Trends Top
Heel wat van de consequent verlieslatende ondernemingen zijn intussen verdwenen, maar de analisten benadrukken dat er een harde kern van bestaat van bedrijven die systematisch verlies maken. Die harde kern van 698 bedrijven boekte de afgelopen vijf jaar geen enkel jaar winst. 1.871 ondernemingen gingen vier van de vijf jaren in het rood.
Wanneer alle gepubliceerde winst- en verliescijfers bij elkaar worden opgeteld, is het eindresultaat hard. Bijna één vijfde van de ondernemingen (18,8 procent of zo’n 4.923 ondernemingen) beëindigt de cyclus van vijf jaar in het rood. ‘Zij hebben vijf jaar lang voor niets gewerkt’, zegt Coenjaerts.
Dat er nog enkele financiële drempels overwonnen moeten worden, lijkt dan ook voor de hand liggend. De analisten zagen drie belangrijke drempels:
- de financiële middelen blijven zeer beperkt: bijna de helft van de ondernemingen zag zijn netto-kaspositie verschrompelen de afgelopen vijf jaar
- het bedrijfskapitaal neemt nauwelijks toe
- de financiële onafhankelijkheid stagneert
2. TOEGEVOEGDE WAARDE VS. PERSONEELSKOSTEN
De tweede belangrijke bevinding van Trends Top 30.000 klinkt daarentegen heel wat positiever. Voor het eerst in vier jaar tijd is de personeelkost niet sneller gestegen dan de toegevoegde waarde (het verschil tussen de marktwaarde en de productie van de ingekochte grondstoffen). In 2014 namen de personeelskosten namelijk met 1,29 procent toe tot 94,5 miljard terwijl de toegevoegde waarde steeg met 1,64 procent tot 154 miljard euro.
‘Daarmee zien we in de jaarrekeningen de eerste effecten van de maatregelen die de regering nam om de lasten te verlagen’, stellen analisten in het rapport. Al gaat het om een (voorlopig) bescheiden effect: het verschil in het voordeel van de toegevoegde waarde bedraagt immers slechts 0,35 procent. Dat het ’te vroeg is om victorie te kraaien’, lijkt de analisten logisch. ‘Maar de competitiviteit verbetert wel’, besluiten ze.
Eén op vijf ondernemingen heeft vijf jaar voor niets gewerkt, Internet, 2015-12-09,www.standaard.be
