Een nieuwe smartphone is alleen maar nieuws als hij gemaakt wordt door Apple. Of zo is het toch vijf jaar lang geweest. Samsung kan als eerste deze trend doorbreken.
Van onze redacteur
De lancering van de nieuwe Samsung-smartphone, gisterenavond in Londen, veroorzaakte op voorhand misschien niet het soort koortsachtige opwinding die gepaard gaat met een nieuw ‘i’-toestel van Apple. Maar het kwam bij momenten toch een beetje in de buurt. Van de vorig jaar gelanceerde Galaxy SII werden dan ook al meer dan 20 miljoen exemplaren verkocht.
En Samsung bereikte dit jaar al een paar opvallende mijlpalen. Het verkocht van januari tot maart 42 miljoen smartphones, bijna vier keer zoveel als in dezelfde periode een jaar geleden. Het wordt daarmee de nummer één van de smartphones. Apple, daarentegen, zag zijn verkoop ‘slechts’ verdubbelen tot 35,1 miljoen stuks. Als ook gewone mobilofoons worden meegerekend, ziet het plaatje er een beetje anders uit: Samsung is ook hier de nummer 1 geworden, met 93,5 miljoen verkochte toestellen. Nokia zakt, na veertien jaar in die toppositie, af naar de tweede plaats. Apple, dat alleen smartphones verkoopt, is nummer drie.
Hoe is Samsung erin geslaagd om zich de jongste maanden te ontpoppen tot de enige geloofwaardige uitdager van Apple? Door alles helemaal anders te doen. Apple brengt jaarlijks één telefoon uit en concentreert daar al zijn technisch kunnen, zijn designexpertise en zijn marketing op. Samsung heeft letterlijk tientallen modellen op de markt; zelfs specialisten kunnen de Galaxy Y niet onderscheiden van de Galaxy S, de Galaxy Mini, Galaxy Ace of een half dozijn andere toestellen. Geen enkel van die apparaten ziet er bijzonder memorabel uit, ‘gewoontjes’ is nog het mooiste dat over hun design kan worden gezegd.
Maar die wildgroei betekent wel dat er voor elke beurs een Samsung-telefoon is, ook in landen waar amper iemand zich een iPhone kan veroorloven. Het betekent ook dat niet elke telefoon een succes moet worden. Samsung blijft gewoon proberen tot het lukt. Met de Galaxy S-reeks heeft het bedrijf een hit te pakken. Zijn Galaxy Tab-tablets hebben nog niet echt indruk kunnen maken tegenover de Apple iPad, maar de Koreanen blijven proberen: één van hun half dozijn modellen zal uiteindelijk wel eens aanslaan, hopen ze duidelijk.
Nog een verschil tussen beide: Apple controleert het volledige ecosysteem rond zijn iPhone, met het iOS-besturingssysteem, de iTunes-winkel en de iCloud-opslagdienst. Samsung haalt het Android-besturingssysteem bij Google. Daardoor kan het meesurfen op het succes van Android. Maar mocht het onverhoopt toch foutlopen met Android, dan heeft Samsung ook nog telefoons in huis met Windows Phone van Microsoft en met zijn eigen Bada-besturingssysteem.
Een ander cruciaal onderscheid is dat Apple alle productie uitbesteedt. Samsung maakt daarentegen zijn eigen telefoons en ook veel van de onderdelen ervan. Het levert trouwens ook cruciale onderdelen aan Apple, waaronder het beeldscherm van de nieuwe iPad.
Dat imago van de anti-Apple zet Samsung graag in de verf in provocerende reclamefilmpjes, waarin de spot wordt gedreven met consumenten die dagenlang in de rij staan om een nieuwe iPhone te kopen. En het wordt nog eens benadrukt door de felle juridische strijd tussen beide bedrijven. Apple is erin geslaagd om de Galaxy Tab-tablets van Samsung tijdelijk van de markt te laten halen in verschillende landen, omdat ze te fel zouden gelijken op de iPad. Samsung sloeg terug met een aantal eigen klachten, er lopen nu 50 processen tussen beide bedrijven in tien landen.
Maar voor deze ene keer lijkt het wel of Samsung de aanpak van Apple wil imiteren. Namelijk door van de lancering van zijn nieuwe Galaxy S-smartphone een echt media-event te maken. Dat het daar meer dan behoorlijk in geslaagd is, bezegelt de nieuwe status van het bedrijf.
Bron: De Standaard
