Het vermogen van de Belgen is in de eerste jaarhelft aanzienlijk gestegen ten opzichte van vorig jaar. Dat meldt de studiedienst van ING in zijn jaarlijkse ‘Vermogen Focus’.
In het eerste kwartaal van 2019 bezat een doorsneegezin gemiddeld 273.000 euro. Dat is een stijging van 3,60 % ten opzichte van 2018. 2018 gold als een slecht jaar. Het slechte beursklimaat leidde toen tot de eerste collectieve verarming van de Belgen in tien jaar.
Het beursherstel in de eerste jaarhelft heeft een deel van die daling goedgemaakt. Eind maart bedroeg het totale vermogen 1.354 miljard euro. Inclusief inflatie is dat een nieuw record.
ING rekende ook het gemiddelde vermogen per Belg uit omdat het aantal klassieke gezinnen jaar na jaar kleiner wordt en die dus minder als richtgraad gelden. Het gemiddeld vermogen per Belg bedraagt 118.000 euro.
Bijna een derde van het financiële vermogen (32,00 %) bestaat uit zicht- en spaarrekeningen en cash, wat overeenstemt met gemiddeld 37.500 euro per inwoner of 86.600 euro per gezin. Het aandeel van liquiditeiten in het financiële vermogen is nog nooit zo hoog geweest. De lage rentes temperen de spaarlust van de Belgen dus niet. Best opmerkelijk als je weet dat geen enkele gereglementeerde spaarrekening in België een hoger rendement oplevert dan de inflatie.
Een van de grote trendbreuken van de afgelopen jaren is dat de gezinnen steeds minder interesse tonen in obligaties. In 1992 werd meer dan 30,00 % van het vermogen van de Belgen nog belegd in obligaties. Dat cijfer is gedaald tot een magere 3,00 % in het eerste kwartaal van 2019.
