Als je de macro-economische prestaties van België vergelijkt met die van onze buurlanden, presteert ons land belabberd. België eindigt derde laatste in een tienkamp met elf andere Europese landen.
Hoe doet België het economisch in vergelijking met andere Europese landen? Om dat uit te maken organiseerde De Tijd een economische tienkamp. We gingen na welke resultaten België en elf andere Europese landen halen voor tien maatstaven voor de traditionele doelstellingen van het macro-economisch beleid:
- de creatie van welvaart: het inkomenspeil en de gemiddelde jaarlijkse economische groei tussen 2014 en 2018
- evenwichtige overheidsfinanciën: de schuldgraad en het begrotingssaldo
- een volledige werkgelegenheid: de werkzaamheidsgraad en de gemiddelde banengroei de jongste vijf jaar
- prijsstabiliteit: de inflatie
- een evenwicht met het buitenland: de lopende rekening van de betalingsbalans
- een billijke inkomensverdeling: de Gini-coëfficiënt (nul duidt op een volkomen gelijkheid, 100 op volkomen ongelijkheid)
- duurzaamheid: het aandeel van hernieuwbare energie in het totale energieverbruik.
Het land dat het best scoort in een individuele proef krijgt tien punten, het land dat laatste eindigt nul. De andere deelnemers krijgen punten overeenkomstig hun score op de schaal van 0 tot 10. Alle gegevens komen uit de Europese databanken van Eurostat en Ameco en slaan op 2018 (of 2017, als er geen recentere cijfers zijn).
Inkomen per inwoner
Luxemburg wint afgetekend de eerste proef. Denemarken volgt als tweede, Ierland is derde. Het fiscaal vriendelijke Ierland dankt zijn hoge score aan de komst van bedrijven uit de VS in 2015 die het bbp met 26,00 % opkrikten. Eurostat heeft dat cijfer gevalideerd. België eindigt op de achtste plaats.
Economische groei
Ierland zegeviert, door de hiernaast vermelde reden. Luxemburg volgt aan het hoofd van een pelotonnetje dat verder bestaat uit Zweden en Spanje. Met een gemiddelde economische groei van 1,52 % in de periode 2014-2018 eindigt België achteraan in de groep. Het laat alleen Frankrijk en Italië achter zich.
Overheidsschuld
Op dit nummer scoort België traditioneel slecht. Ons land heeft de voorbije jaren ook niet hard getraind om een beter resultaat neer te zetten. Luxemburg – alweer – wint deze proef.
Begrotingssaldo
Voor de eerste keer kan Duitsland de armen zegevierend de hoogte in steken. Met een overschot van 1,60 % van het bbp leggen onze oosterburen het beste begrotingsrapport voor. Vier andere landen halen ook een overschot. België is daar niet bij.
Werkzaamheidsgraad
Hier geeft Zweden de andere deelnemers het nakijken. Duitsland, het VK, Nederland, Denemarken en Oostenrijk doen het ook behoorlijk met een werkzaamheidsgraad van meer dan 75,00 %. België hinkt achterop.
Groei werkgelegenheid
Ierland kan voor de tweede maal juichen. Het zette de voorbije vijf jaar een stevige werkgelegenheidsgroei neer, omdat het op dat vlak door de financiële en economische crisis van 2008 een zware terugval had gekend. België kan alweer niet uitblinken.
Inflatie
Nog een discipline die België traditioneel niet ligt. Ons land slaagt er maar niet in de prijsstijgingen in de hand te houden, terwijl dat in de meeste van onze buurlanden beter lukt. Een voorlaatste plaats is ons deel. Ierland en Denemarken gaan ex aequo als eerste over de streep.
Saldo lopende rekening betalingsbalans
Als land dat op de internationale handel drijft, zouden we hier moeten kunnen scoren. Maar een grote intragroepbetaling van een multinational van België naar de VS deed de lopende rekening in 2018 in het rood belanden. Pech.
Ongelijkheid
Daar is ‘em! België haalt dan toch een zege. Van alle deelnemende landen kan het uitpakken met de minst ongelijke inkomensverdeling. We halen het voor Nederland en Denemarken. Het Verenigd Koninkrijk doet het in deze discipline niet goed, net als – verrassend – Spanje.
Hernieuwbare energie
Zweden haalt ruim de helft van zijn energie uit hernieuwbare bronnen. Denemarken bezet de tweede plaats. Met een aandeel hernieuwbare energie van 9,10 % presteert België niet goed, al gaan we Nederland en Luxemburg voor.
Eindrangschikking
Denemarken wint afgetekend. Het is maar in één discipline – inflatie – de beste, maar dankt zijn overwinning aan de grote regelmaat in de andere kampen.
Ierland haalt zilver. Dat heeft het voor een stuk te danken aan de enorme – ietwat kunstmatige – impuls van 26,00 % die de Ierse economie in 2015 kreeg doordat internationale bedrijven hun hoofdkwartier naar daar verhuisden. Zweden wint brons.
België eindigt op een teleurstellende derde laatste plaats. In principe moet ons land in staat zijn even goed te doen als Nederland, dat een vergelijkbare economie heeft. Nederland valt in deze tienkamp net naast het podium. Frankrijk is laatste.
