mens en samenleving logo

Euro faalt als welvaartsmotor

Europese landen hebben de euro niet nodig om een achterstand in welvaart goed te maken. Eerder integendeel.

groei

De welvaartsverschillen binnen de eurozone zijn vijftien jaar na de invoering van de eenheidsmunt niet afgenomen, schrijft de ECB in een gisteren gepubliceerde studie. Landen die in 1999 economisch achterophinkten, zoals Griekenland, Spanje en Portugal, doen dat nog altijd. De zogenaamde ‘convergentie’ die de euro met zich zou brengen, heeft niet plaatsgevonden. Het lijkt er zelfs op dat de onderlinge verschillen binnen de eurozone zijn toegenomen, en dat zich dus ‘divergentie’ heeft voorgedaan. Dat de euro voor zwakkere landen de rol van economische aanjager kan spelen, blijkt dus een illusie.

Spookdorpen en -luchthavens

De vaststelling is des te pijnlijker omdat de lidstaten van de Europese Unie als geheel wel degelijk naar elkaar zijn toegegroeid. Niet zozeer de euro, maar de eengemaakte markt helpt dus om verschillen te verkleinen. Landen als Roemenië, Slovakije en de Baltische staten hebben de afgelopen vijftien jaar een flinke inhaalslag gemaakt. Ze hebben hun economische achterstand tegenover de voorhoede kleiner kunnen maken. Maar daarvoor hadden ze de euro dus niet nodig. Landen als Slovakije en de Baltische staten zijn intussen wel toegetreden tot de eurozone, maar dat gebeurde pas recent.

De ECB-studie onderzoekt ook waarom de verwachte inhaalbeweging er niet is gekomen. Dat komt gedeeltelijk, zeggen de onderzoekers, omdat de euro een vals gevoel van rijkdom creëerde. De rente daalde, waardoor er veel geld geïnvesteerd kon worden dat niet altijd productief werd aangewend.

In Spanje werden er spookdorpen en -luchthavens mee gebouwd, die vervolgens leeg bleven staan. Onlangs werd er een leegstaande luchthaven die 1,1 miljard euro had gekost, voor 10.000 euro verkocht. Een beter voorbeeld van hoe de euro hielp om welvaart te vernietigen, is moeilijk te vinden. In Griekenland leidde het goedkope geld tot een stijging van de overheidsuitgaven. Dat deed het begrotingstekort oplopen, met als gevolg een schuldencrisis die de economie in een moordende wurggreep houdt.

To-do-lijstje

Daarnaast lieten de lidstaten zelf ook na om de omstandigheden te scheppen waarin de euro zijn meerwaarde kon bewijzen. Strenge regulering werd niet afgezwakt, inefficiënte overheden werden niet efficiënter gemaakt, zwartwerk werd niet aangepakt. Ook overregulering op de arbeidsmarkt en zwakke concurrentie in sommige sectoren bleven bestaan. In die omstandigheden droeg de introductie van de eenheidsmunt op zichzelf niet bij tot het wegwerken van welvaartsverschillen.

Om wel optimaal te kunnen profiteren van de euro, moeten de landen zelf de hand aan de ploeg slaan, zegt de ECB. De bank geeft de landen een to-do-lijstje mee met drie punten. Eén: de boeken op orde brengen. Geen grote begrotingstekorten meer, schuld onder controle houden en de lopende rekening in evenwicht brengen. ‘Macro-economische stabiliteit’, noemt de ECB dat. Twee: concurrentie stimuleren op de markten voor goederen, diensten en arbeid. Drie: de productiviteit opdrijven, bijvoorbeeld door het onderwijsniveau van de bevolking te verhogen.

De ECB hamert er al langer op dat de lidstaten op die gebieden hun huiswerk moeten maken. In die zin is de boodschap van de bank dan ook niet verrassend. Dat de onvolkomenheden van de eenheidsmunt worden blootgelegd door de instelling die de behoeder van de euro is, verrast wel.

Voor alle duidelijkheid: de studie van de ECB spreekt zich niet uit over de economische voordelen van de euro als zodanig. De vaststelling luidt alleen dat de euro de onderlinge verschillen tussen de lidstaten niet heeft verkleind. Maar of alle landen samen beter dan wel slechter af zijn met de euro, is in dit werkstuk niet onderzocht.

MOOIJMAN, R. Euro faalt als welvaartsmotor. De Standaard, 2015-07-30, 22.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers