Ook de Noorse kroon heeft last van de aanhoudende daling van de olieprijs. De kroon zakte voor het eerst sinds 2000 onder pariteit tegenover de Zweedse kroon.
Noorwegen is de grootste olieproducent van West-Europa. De voorbije decennia heeft Noorwegen een groot deel van zijn olie-inkomsten in een investeringsfonds gestopt. Het leverde daarmee een voorbeeldrol van hoe je als land kunt omgaan met een overvloed aan olie. Het fonds had eind juni een waarde van 890 miljard dollar, wat overeenkomt met 178.000 dollar per inwoner. Een aanzienlijk stootkussen om tijden van lage olieprijzen door te komen.
Maar dat betekent niet dat een dip in de oliemarkt geen barsten maakt in de Noorse economie. Vorige week verlaagde de Noorse centrale bank de rente voor het eerst in drie jaar tijd om de economie te stimuleren. De centrale bank waarschuwde bovendien dat er 50,00 % risico is dat er volgend jaar nóg een verlaging komt .
‘De economie zal onder druk blijven staan zolang de Brent-olie onder 70 dollar per vat noteert’, zei de gouverneur van de centrale bank.
Behalve de Noorse kroon stonden ook de munten uit de ontluikende markten onder druk. Een Bloomberg-index die 20 groeimarktmunten omvat, tikte het laagste niveau aan sinds 2002. Onder meer de Braziliaanse real, de Turkse lira en uiteraard de Russische roebel kregen klappen.
Noorse kroon minder waard dan Zweedse. De Tijs, 2014-12-17, 28