De onwaarschijnlijke weg van vzw naar beursgenoteerd.

Het sportieve en commerciële powerhouse Club Brugge is volledig opgetrokken door Bart Verhaeghe. Hij zette samen met luitenant Vincent Mannaert in tien jaar een vliegwiel onder de club met als einddoel een plaats in de Europese subtop.

Met een straat voorsprong op weg naar de vierde landstitel in zes jaar. Een recordomzet van 137 miljoen euro, een recordwinst van 24,5 miljoen en een spaarpot van 44 miljoen. Een splinternieuw trainingscomplex – inclusief mediaproductiebedrijf – van 16 miljoen in Knokke. En een wildgroei aan talenten op het veld waar een prijskaartje van tientallen miljoenen op geplakt wordt.

De missing link: een nieuw stadion met 40.000 zitjes en een richtprijs van 100 miljoen euro. Dat blijkt een processie van Echternach, die begon voor het tijdperk-Verhaeghe. De ondernemer met West-Vlaamse roots – ook bekend om een juridische strijd rond zijn winkelproject Uplace in de Brusselse noordrand – zette het slabakkende stadiondossier vorig jaar vanuit het niets op zijn kop. De oude plannen zijn vervangen door een project op de site van het huidige, door betonrot aangevreten Jan Breydelstadion. Door een deal met de stad zijn de kansen op de bouw serieus vergroot, al stribbelen enkele buurtbewoners tegen.

Bochtenrijke procedures zijn een groter probleem dan centen voor het stadion. Bij de presentatie van de stadionplannen begin 2020 ontdekte De Tijd dat een aandeelhouderspact bestaat tussen de grote kanonnen in de bestuurskamer van Club om het stadion te helpen financieren. Naast Bart Verhaeghe zijn dat in de eerste plaats Jan Boone van de koekjesbakker Lotus Bakeries en Peter Vanhecke van het investeringsfonds Castel Capital. Door de lage rente werd ook gekeken naar bankleningen, met de nuance dat Belgische banken sinds het gerechtelijke onderzoek naar fraude en witwassen in het Belgisch voetbal eind 2018 – Operatie Zero – niet happig zijn om kredieten te verstrekken aan voetbalclubs. Bij de presentatie van de stadionplannen vorig jaar klonken cryptische geluiden uit de bestuurskamer over alternatieve opties. Die denkoefening blijkt nu uit te lopen op een beursgang.

De beursgang is het orgelpunt op tien jaar Verhaeghe bij Club Brugge. Dat lag bij zijn aantreden op apegapen, na het tijdperk onder de legendarische manager Antoine Vanhove. Die was net als zijn tegenhanger bij rivaal Anderlecht, Michel Verschueren, een sluwe koopman op de transfermarkt, maar van commercieel beleid was amper sprake.

Vanhove en co. misten de stroomversnelling waarin het voetbal belandde met de creatie van de Engelse Premier League in de jaren 90. Het voetbal ontpopte zich als een cashmachine die aangedreven werd met een unieke vorm van petroleum: eerst miljoenen en uiteindelijk miljarden aan tv-geld. Clubs groeiden uit tot moderne bedrijven die behalve tv-centen en transfersommen almaar meer inzetten op sponsors, merchandising en inkomsten uit horeca en vips bij wedstrijden. Club Brugge miste de boot. Het werd een topclub in verval – lang dateerde de laatste titel uit 2005. Anderlecht overkwam tien jaar later iets gelijkaardigs aan het einde van het tijdperk-Vanden Stock.

Enter Verhaeghe. De ondernemer vergaarde fortuin met de beursgang van het vastgoedfonds Siref en de verkoop van de magazijnenbouwer Eurinpro. Vanuit zijn kennis van de Europese vastgoedmarkt kwam hij met tussenstappen aan boord om Club te helpen met een nieuw stadion.

Dat werd het begin van Verhaeghes stormachtige verovering van de volksclub. Bij een doorlichting op vraag van de club in 2010 zag Verhaeghe het onbenutte potentieel van de ingeslapen vzw. Hij stelde toenmalig voorzitter Pol Jonckheere voor de club een professionele structuur te geven, met een dagelijkse directie en een raad van bestuur die controleert.

vzw wordt nv

Dat eindigde in een paleisrevolutie. Verhaeghe wipte Jonckheere, werd voorzitter met de hulp van ex-premier en Club-fan Jean-Luc Dehaene en werd in 2012 eigenaar. De vzw werd een nv. Bij die operatie verwierf Verhaeghe de meerderheid van de aandelen voor een bradeerprijs – er was sprake van 15 miljoen euro.

Op het veld liep het aanvankelijk niet lekker met een wild transferbeleid en nieuwlichterij omtrent de inzet van medische en wetenschappelijke begeleiding en data. Dat leidde tot jarenlang hoongelach in de doorgaans conservatieve voetbalwereld. Maar Verhaeghe haalde zijn gram. Achter de schermen zette hij een vechtmachine op poten. Hij saneerde, verving vrijwilligers door professionals op cruciale afdelingen en joeg de borstel door de commerciële cel om de inkomsten op te krikken. Verhaeghe zette een commercieel vliegwiel onder de club, die het voorbije seizoen eindigde met een recordomzet en -winst.

Ook sportief ging het beter lopen met een opgewaardeerde scoutingcel. Dat leidde tot miljoenenwinsten via de doorverkoop van goedkoop opgepikte talenten. Ook de jeugdwerking werd opgefrist met als eerste posterboy Charles De Ketelaere. De ‘prins van Jan Breydel’ is opgegroeid in de schaduw van het stadion. Hij moet de eerste worden van de eigen, zelf opgeleide talenten die het eerste elftal moeten vullen. De gidsclub is het Nederlandse Ajax met zijn continue aanvoer van talent van eigen bodem naar de eerste ploeg.

Gidsclub Ajax

Ajax is cruciaal om Verhaeghe te begrijpen. De Nederlandse club – niet toevallig ook beursgenoteerd – is waar hij zich al jaren aan spiegelt. Ajax is de ‘grootste kleine club’ van Europa, die niet speelt in een van de grote vijf competities in Engeland, Italië, Spanje, Duitsland en Frankrijk. In grandeur en inkomsten – Ajax schommelt zonder pandemie jaarlijks rond 200 miljoen euro inkomsten en zit op een spaarpot van 268,5 miljoen – is Club een pak kleiner dan de Nederlandse grootmacht. Maar Ajax is samen met clubs als het Portugese Benfica en het Zwitserse Basel de leidraad voor wat Verhaeghe met Club wil: doorstomen naar de Europese subtop.

De beursgang moet daarbij helpen. Voor sportieve schaalvergroting kijkt Verhaeghe naar een fusie tussen de beste Nederlandse en Belgische clubs, de Beneliga. Hij ziet weer als een van de eersten wat hij bij zijn intrede in Club begreep: de voetbaleconomie evolueert onder impuls van de verdere groei van de kmo-industrie tien jaar geleden naar een kartel van multinationals. Die worden deel van een groeiend ecosysteem van mondiaal entertainment. Ook die trend zag Verhaeghe door jaren geleden te pionieren in de omvorming van de nv boven Club in een digitaal mediabedrijf.

Banken en hefboomfondsen zwaaien met miljarden om de grootste 20 tot 30 Europese clubs te verleiden een eigen aparte, gesloten competitie op te richten. Om niet te verzwelgen door dat geweld zoekt Verhaeghe manieren om te overleven, via alternatieve financiering en sportieve formules. De nieuwste stunt: een beursgang. De 15 miljoen die hij investeerde, blijkt eens te meer zijn levensverzekering. De waarde van Club explodeerde onder zijn leiding.

BERVOET, D. De onwaarschijnlijke weg van vzw naar beursgenoteerd. De Tijd, 25 februari 2021, 2.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo