mens en samenleving logo

Verkeersbelasting op elektrische auto, gesel of zegen?

Een verkeersbelasting kan de doorbraak van elektrische auto’s vertragen, waarschuwt de sector. Tegelijk corrigeert zo’n taks wel het mattheuseffect, waarbij wie al veel heeft, ook een elektrische auto krijgt.

“We zijn er ons van bewust dat de volledige vrijstelling van verkeersbelasting ooit moet stoppen, maar het moment komt nu te vroeg. Het vertrouwen van de consument dreigt beschadigd te raken, zoals in Duitsland waar de verkoop van elektrische auto’s sterk is gedaald.”

Philippe Vangeel, directeur van EV Belgium, de sectororganisatie van de elektrische auto’s in België, raadt de Vlaamse regering af om voortaan ook elektrische auto’s de jaarlijkse verkeersbelasting te laten betalen.

Momenteel is op een elektrische auto geen verkeersbelasting en ook geen belasting op de inverkeerstelling (biv) verschuldigd. De sector vreest dat de belasting het bedrijfsmodel van een elektrische wagen kan ondermijnen.

Klein deel van autokosten

Hoe de belasting er precies uit zal zien, is nog niet bekend. Het is waarschijnlijk aan de toekomstige minister van Mobiliteit om dit uit te werken. Wel bleek al uit berekeningen van de Serv, het overlegorgaan van de Vlaamse sociale partners, dat zelfs voor wagens met een verbrandingsmotor het aandeel van de verkeersbelasting en de biv in de totale autokosten beperkt is: van 3 % voor een kleine benzinewagen tot 7 % voor een diesel uit het premiumsegment.

Concreet: stel dat elektrische wagens de minimumbelasting opgelegd krijgen die geldt voor andere wagens, zoals in Brussel en Wallonië het geval is, dan komt dat neer op 57,4 euro per jaar verkeersbelasting en eventueel 54,75 euro biv. Het aantal elektrische auto’s in Vlaanderen bedroeg in 2023 135.000, maar is snel aan het stijgen. Op basis van het cijfer van vorig jaar zou de Vlaamse regering dus al 7,7 miljoen euro aan verkeersbelasting kunnen innen.

Ongelijkheid

De verkeersbelasting zou ook een mattheuseffect corrigeren. Uit een enquête van pechverhelper Touring bleek recent nog dat de meeste bestuurders van een elektrische auto hoogopgeleid zijnen goed verdienen. Ze hebben een oprit om hun auto op te laden en zijn voor het overgrote gedeelte ook eigenaar van hun woning. “De markt van elektrische auto’s vertoont een grote mate van ongelijkheid”, waarschuwde Touring al.

Maar omgekeerd is de Vlaamse regering in haar Energie- en Klimaatplan voor Europa ook de belofte aangegaan dat er tegen 2030 1.225.000 elektrische wagens op de Vlaamse wegen rondrijden, of 34 % van de personenwagens. Elke maatregel die elektrisch rijden tegenwerkt, brengt die doelstelling in gevaar, aangezien die het kostenverschil met een brandstofwagen groter maakt.

Strengere CO2-normen

Daar komt pas in 2027 verandering in. In dat jaar gaat de Europese koolstofbelasting of ETS2 in op fossiele brandstoffen voor het verkeer of verwarming, die minimaal ongeveer 10 cent per liter zal bedragen. Dat corrigeert dan een mechanisme dat in het nadeel van elektrische wagens speelt. Vandaag betalen eigenaars van elektrische wagens wel een koolstofbelasting die is verrekend in de elektriciteitsprijs, voor brandstofwagens bestaat die nog niet.

Als de verkeersbelasting beperkt blijft tot het minimum, lijkt het model hoe dan ook niet erg ondergraven te worden. Bovendien krijgen autofabrikanten vanaf volgend jaar strengere CO2-regels opgelegd. Om daaraan te voldoen, zullen ze hoe dan ook iets moeten ondernemen om meer elektrische wagens verkocht te krijgen. De plannen liggen klaar om een reeks goedkopere modellen te lanceren.

Touring vraagt toch maatregelen, zodat wie vandaag niet over de middelen of de parkeerplaats beschikt, toch in staat zal zijn de overstap naar elektrisch rijden te maken. “Als dat niet gebeurt, ontstaat een situatie van haves en have nots.”

WINCKELMANS, W. Verkeersbelasting op elektrische auto, gesel of zegen? De Standaard, 26 september 2024, 21.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers