Spaarders onderschatten vaak risico’s obligaties

De verkoop van de achtergestelde obligaties van La Lorraine was terecht maar een matig succes. De jongste tijd duiken steeds meer ongelukken op met obligaties.

De bakkerijgroep La Lorraine hoopte 75 tot 150 miljoen euro op te halen via de uitgifte van achtergestelde obligaties met een looptijd van zeven jaar. La Lorraine en de begeleidende banken KBC en BNP Paribas Fortis hoopten de klus te klaren door een netto­rendement van 1,81 % te bieden. De klus konden ze maar gedeeltelijk klaren. De banken verkochten maar voor 100 miljoen euro aan obligaties. KBC maakte bekend dat het niet alle obligaties die het mocht verkopen, kon slijten. Wie intekende bij de bank, kon alle gevraagde stukken krijgen.

Terecht kritisch

Obligatiespecialisten waren terecht kritisch over deze uitgifte. Over La Lorraine is sowieso niet veel geweten. Het is een niet-beursgenoteerd bedrijf dat geen communicatietraditie kent. Voor de obligatiehouders is natuurlijk wel in informatieverschaffing voorzien, maar dat lost niet alles op. Ook beursgenoteerde bedrijven communiceren niet altijd tijdig over hun problemen. Bedrijven als Electrawinds, chipverpakker CS2 en de retailgroep FNG kapseisden, met grote verliezen voor de spaarders.

FNG haalde bij Belgische spaarders circa 70 miljoen aan spaargeld op door obligatie­uitgiftes. Er was eerder dit jaar met de obligatiehouders een standstill afgesproken, maar ondertussen is duidelijk dat ze al hun geld kwijt zijn. Dat komt omdat de werkmaatschappijen die de obligaties uitgaven, niet langer bestaan. Bij The Fruit Farm Group, de plantages van Hein ­Deprez, is de obligatielening (looptijd van vijf jaar en een rente van 5,75 %) al sinds eind 2019 afgelopen. Toen werd 60 miljoen opgehaald. Obligatiehouders kregen onlangs te horen dat ze minder dan 5,00 % van hun inleg terugkrijgen. Of het zover komt, is niet eens zeker.

Bij de beursgenoteerde energiegroep Hamon hadden obligatiehouders normaal eind januari de 55 miljoen die ze in 2014 op ­tafel gelegd hadden, moeten ­terugkrijgen. Het zag er vorig jaar naar uit dat ze riskeerden bijna alles te verliezen, maar er kwam een compromis uit de bus. De obligatiehouders stemden ermee in om de looptijd met vijf jaar te verlengen, 40,00 % van hun ­inleg te laten vallen en een lagere rente te aanvaarden. De rente werd van 5,50 op 3,30 % gebracht ondanks de vijf jaar extra looptijd. De spaarders moeten hopen dat er tegen de nieuwe vervaldatum van 2025 geen nieuwe ongelukken gebeuren.

Risicovol

De obligatielening die La Lorraine op 4 december plaatste, is wellicht risicovoller dan op het eerste gezicht lijkt. De obligaties zijn achtergestelde schuldinstrumenten die niet door zekerheden worden gedekt. Bij The Fruit Farm Group, waar 60 miljoen werd opgehaald bij obligaties, waren er volgens het prospectus bij uitgifte nog voor 120 miljoen zekerheden. Maar alles hangt ­ervan af hoe de onderliggende ­activa gewaardeerd worden.

Bij La Lorraine zijn er niet alleen geen zekerheden, de obligatiehouders zijn te beschouwen als verschaffers van vrijwel eigen vermogen. Als het met La Lorraine fout gaat, komen ze na de andere schuldeisers. Ze komen net voor de aandeelhouders. De banken komen hoe dan ook op de eerste plaats. Gewone obligaties zijn vaak ook achtergesteld aan de bankschuld. Bij La Lorraine hebben de obligatiehouders ook geen recht op intrest zolang er nog betalingsachterstand is ­tegenover de banken. En als een bedrijf in de problemen komt, kijken de banken naar hun eigen positie, niet die van de obligatiehouder. Spaarders nemen bij achtergestelde obligaties een soort aandelenrisico, maar zonder de kans op een meerwaarde.

DENDOOVEN, P. Spaarders onderschatten vaak risico’s obligaties. De Standaard, 7 december 2020, 19.

Lees ook Eigenaar Panos wil 75 à 150 miljoen ophalen

E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo