Europese inflatie duikt onder nul

De dreiging van deflatie is een extra kopzorg voor de Europese Centrale Bank, die al zeven jaar haar inflatiedoelstelling niet haalt.

1.700 miljard euro. Dat is het bedrag dat de Europese Centrale Bank tot nog toe uitgetrokken heeft om via bulkinkopen van staatspapier en goedkope langetermijnkredieten aan de commerciële banken de economische impact van de pandemie te milderen. Sinds voorzitster Christine Lagarde op 19 maart een eerste schijf noodstimulus aankondigde, is de balans van de ECB van 4.700 naar 6.400 miljard euro gezwollen.

Die steun was cruciaal. De kredietverlening aan de privésector bleef zo ook in volle pandemie overeind en overheden kregen zo impliciete rugdekking van Frankfurt om diep in het rood te gaan om de economie, onder meer via tijdelijke werkloosheid, te steunen.

Maar minder resultaat kan de ECB voorleggen in wat officieel haar enige doelstelling is: prijsstabiliteit, of concreet een inflatie van ‘minder dan, maar dicht bij 2,00 %’.

De ECB mist die doelstelling al sinds 2013, Lagarde zit er nu verder van af dan ooit: in augustus daalde de inflatie zelfs tot minus 0,20 %, luidens een raming van Eurostat. Een deel vloeit voort uit de extreem lage olieprijs, waardoor energie in een jaar dik 8,00 % goedkoper is geworden. Maar dat is lang niet het volledige plaatje: ook de kerninflatie, waar centraal bankiers de volatiele energie- en voedselprijzen uit filteren, tuimelde naar 0,40 %. Dat is een diepterecord sinds de start van de muntunie in 1999.

Zomerkoopjes

Een deel van die daling is tijdelijk: in landen als België, Frankrijk en Italië startten de koopjes een maand later dan gewoonlijk, in augustus. Dat zette extra druk op de prijzen. De prijzen van ‘industriële goederen’ – waar kleding onder valt – zakten 0,10 %, tegenover een stijging met 1,60 % in juli.

Verontrustender is de diensteninflatie: die brokkelde af tot 0,70 %, nauwelijks de helft van de 1,30 % bij de start van de pandemie in maart. ‘Dat bewijst dat de lage kerninflatie geen ruis is, maar een signaal dat de zwakke economie een impact begint te hebben op de prijzen’, zegt ING-econoom Bert Colijn

‘Voor de Europese Centrale Bank is dit vooral een bevestiging van wat ze al wist: deze crisis is ondanks het unieke karakter ervan deflatoir’, besluit Colijn.

Dat laatste is niet bepaald een geruststellende gedachte. Een ‘beetje inflatie’ als smeersel van de economie – ook voor Amerikaanse centraal bankiers de natte droom – is net wat de dokter aanbeveelt om de door de coronacrisis zwaar gestegen schuldenberg van de Europese landen reëel af te toppen.

Waarom is een beetje inflatie nuttig?

0,00 % inflatie. Het leven wordt niet duurder. Daar kan niemand iets tegen hebben, toch? Zo eenvoudig is het niet. En wel om drie redenen.

Eén: verzekering tegen deflatie, een ontwrichtend klimaat van algemene prijsdaling dat bedrijven en gezinnen hun geld doet oppotten. Bij 2,00 % deflatie is 100 euro koopkracht nu er volgend jaar 102 en is de matras een aanlokkelijke bestemming voor het spaargeld. Bij 2,00 % inflatie heb je volgend jaar maar 98 euro koopkracht meer, een prikkel(tje) om het geld te laten rollen.

Twee: schuldenbergen ‘draaglijk’ houden. De eurozone ging de pandemie in met meer dan 10.000 miljard euro schulden, in de Verenigde Staten stond de teller op meer dan 23.000 miljard dollar. In een democratie is het net iets moeilijker die schuld op grootmoeders wijze – door minder uit te geven, of meer belastingen te heffen – af te lossen dan door via een scheut inflatie de schuldenberg reëel af te toppen.

Drie: een beetje inflatie maakt het bedrijven, sectoren én landen makkelijker een loonhandicap weg te werken. Bij globale nulinflatie moeten die bedrijven of landen om weer concurrentieel te worden het mes zetten in prijzen of lonen. Zeker voor landen is zo’n ‘interne devaluatie’ extreem moeilijk, zoals Ierland en Spanje in de eurocrisis ondervonden.

VANSTEELAND, K. Europese inflatie duikt onder nul. De Tijd, 2 september 2020,
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo