Een monopolie is niet gezond, zelfs dat van Smartschool niet

Is het Vlaamse onderwijs te afhankelijk van Smartschool, het dominante leerplatform in het secundair onderwijs? ‘Het is belangrijk dat er ruimte komt voor andere spelers.’

Meer dan 90,00 % van de secundaire scholen in Vlaanderen ­gebruikt Smartschool, het digitale leerplatform van de Limburgse kmo Smartbit. Toen Smartbit eind vorig schooljaar de prijzen voor Smartschool optrok, buitelden ­politici over elkaar heen om het ‘gevaar van het quasimonopolie’ van de kmo te hekelen.

Smartschool kreeg de maanden daarvoor ook al kritiek van de ­scholen omdat het de pieken in het internetgebruik bij de eerste ­coronagolf maar moeilijk aankon. Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) stopte het bedrijf 200.000 euro toe om de problemen te verhelpen. Daardoor leek het Vlaamse onderwijs te afhankelijk te worden van Smartschool.

‘Een quasimonopolie is niet de beste garantie op een dynamische markt’, zegt Bert Smits, pedagoog bij Schoolmakers. ‘Op de middellange termijn is deze situatie dus niet gezond. Het is belangrijk dat er meer ruimte komt voor andere ­spelers. Als er meer concurrentie komt, krijg je ook scherpere prijzen.’

Pittige beginjaren

Volgens Smits kun je Smartschool moeilijk verwijten dat ­zoveel scholen voor het platform kiezen. ‘Het is een kwaliteitsvol platform. Ze zijn pioniers geweest in Vlaanderen, hebben veel geïnvesteerd en hebben een performant platform gebouwd voor Vlaanderen. Ze ­mogen dan ook een stuk van hun investeringen terugverdienen.’

Toch zijn er volgens Smits internationale platformen die ‘minstens even performant’ zijn, maar hier nauwelijks aan de bak komen. Dat ligt niet zozeer aan Smartschool als wel aan de gebruikers ­ervan, de scholen. ‘De scholen kijken niet altijd even kritisch naar het platform. Er is weinig visie rond digitalisering en weinig kennis van de alternatieven. De schoolteams zijn vaak niet happig op verandering. Dan is een platform algauw performant genoeg.’

Jan Schuer, de oprichter en ceo van Smartbit, benadrukt in een ­interview met De Standaard dat het marktsucces van Smartschool maar ‘heel geleidelijk’ gekomen is. ‘De beginjaren waren zeer pittig’, zegt Schuer. ‘Het onderwijs is een kleine markt met veel concurrentie. Wij kregen uiteindelijk succes omdat we sterk ingebed zijn in de Vlaams onderwijscultuur en ­gepast maatwerk leveren. We hebben geen leger salesmensen en voeren geen promotiecampagnes.’

Weinig flexibel

Toch wordt er vanuit de scholen wel degelijk kritisch naar Smartschool gekeken. ‘Op het vlak van administratie zijn ze onklopbaar’, zegt Filip Moons, bestuurslid van de Vlaamse Vereniging voor ­Wiskundeleraars. ‘Maar ze moeten blijven inzetten op innovatie. Op dit ogenblik denk ik dat ze te traag vernieuwen. Zo is de agenda­module behoorlijk ouderwets, het heeft een hoog jaren 90-gehalte. Smartschool moet – net als veel ­IT-bedrijven die snel gegroeid zijn – te veel geld en tijd steken in het onderhoud van wat ze nu hebben.’

‘Momenteel zijn ze de enigen die een goed systeem hebben voor rapporten, afwezigheden, jaarplannen en leerlingvolgsystemen, maar het eerste bedrijf dat zo’n app ontwikkelt en in Google, Moodle of Microsoft integreert, zal succes hebben’, zegt Moons. Smartschool verdient ook lof, vindt de wiskundeleerkracht. ‘Dat er heel veel live lesgegeven kon worden tijdens de coronacrisis, is te danken aan Smartschool. Veel scholen hebben gewoon de knowhow niet om zelf zo’n digitaal leersysteem draaiende te houden. Ook de hetze over de prijsstijgingen verdient nuance: Smartschool kost per leerling nog altijd minder dan de helft van een gemiddeld handboek. Dat Smartschool de wind van voren krijgt, maar de uitgeverijen met hun niet-herbruikbare werkboeken buiten schot blijven, is niet echt fair.’

‘Smartschool biedt weinig flexibiliteit voor scholen die sterk in­zetten op innovatie en richt zich vooral op de klassieke scholen’, klinkt het dan weer bij Bertien Boon, de ICT-coördinator van scholengroep Ringscholen. Zij ­zetten de komende jaren sterk in op de ontwikkeling van Office 365, en gaan op zoek naar een partner die daarin kan integreren. Volgens Boon is ook de onderwijskoepel medeverantwoordelijk voor de ­dominantie van Smartschool. ‘Binnen het GO! kunnen we bepaalde documenten en plannen alleen via Smartschool consulteren. Zo zijn we wel verplicht om het platform te gebruiken. Voor ons kwam de prijsstijging heel onverwacht, we hadden het budget voor volgend schooljaar al rond.’

Het gevaar komt van de grote spelers, denkt Boon. ‘Microsoft Teams en Google vormen een echte bedreiging. Ze moeten het geld ook niet bij de scholen gaan halen. Alleen een puntenboek en een ­leerlingvolgsysteem ontbreken nog op die platformen.’

Eindtermen geïntegreerd

Smartbit werd in 2003 opgericht en telt ondertussen 25 werknemers. Het bedrijf is ook actief in Frans­talig België. Is het niet bang om voorbijgesneld te worden door techgiganten als Google of Microsoft?

Volgens Jan Schuer kiezen ­zoveel Vlaamse scholen voor zijn product omdat Smartschool kan wat andere platformen niet kunnen. ‘Wij maken het verschil in de diepte’, zegt hij. ‘Op dit moment is er geen volwaardig alternatief voor Smartschool.’

Smartschool biedt inderdaad specifieke voordelen die Google Classroom niet biedt, zoals de integratie van de eind­termen en de leerplannen op het platform.

Smartbit zelf schat de toekomst rooskleurig in. ‘Wij zijn volop aan het innoveren’, zegt Schuer. ­‘Bovendien zijn we voorstander van een better together-aanpak. We werken met Google samen om tot een geïntegreerde oplossing te ­komen.’

GRYMONPREZ, S. Een monopolie is niet gezond, zelfs dat van Smartschool niet. 26 augustus 2020, 2.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo