Dit is een uniek moment voor de transitie naar ecowelvaart

De Covid-19-pandemie is confronterend. Maar er is ook een gouden rand aan. Ze heeft de stopknop ingedrukt en we moeten nu weer opstarten. Dit is een uniek momentum voor de transitie naar ecowelvaart.

In 2015 hebben de Verenigde Naties zeventien duurzame ontwikkelingsdoelen geformuleerd tegen 2030. Hoe we die konden bereiken was niet duidelijk en controversieel. De pandemie heeft ons geleerd dat het anders kan. In heel korte tijd hebben overheden beslissingen genomen omdat gezondheidszorg en het redden van levens hen daartoe dwong. Economische overwegingen verdwenen naar de achtergrond. Tegelijk werden – terecht – maatregelen genomen om de financiële schade op korte termijn te beperken.

Is het niet opvallend dat veel landen die daarin succes kenden worden geleid door vrouwen? In Europa hebben IJsland (Johanna Sigurdardottir), Denemarken (Mette Frederiksen), Noorwegen (Erna Solberg) en Duitsland (Angela Merkel) het prima gedaan. Ook Nieuw-Zeeland (Jacinda Ardern), Taiwan (Tsai Ing-wen) en regio’s zoals Tokio in Japan (gouverneur Koike Yuriko) of Kerala in Indië (K.K. Shailaja) hebben het goed gedaan. We beweren niet dat we het eens zijn met het gehele beleid. Maar in het bouwen van vertrouwen, leiderschapsstijl, zorg en empathie zijn ze beter geweest. Ze hebben een bredere waaier van criteria gebruikt, gebaseerd op gegronde gegevens, niet zuiver economische.

Misschien werkt die aanpak van vrouwelijke leiders wel inspirerend. De kans om onze maatschappij bij te sturen in de richting van meer duurzaamheid en betere herverdeling is nu reëel. Velen hebben ontdekt dat uren pendelen niet altijd nodig is en dat de dag niet altijd opgesplitst moet worden in gescheiden blokken van werk en familieleven. Ondanks veel problemen werden familierelaties uitgediept. Misschien zullen we minder snel het vliegtuig gebruiken. Steunmaatregelen voor de luchtvaart werden afhankelijk van milieudoelstellingen. Verhoging van de sociale uitkeringen voor mensen in armoede zijn een evidentie geworden.

In het recente verleden werd er dikwijls geargumenteerd dat er een tegenstelling of een trade-off was tussen het realiseren van een duurzamere maatschappij en het ‘persoonlijke’ bruto nationaal product. Het leek erop dat we welvaart moeten inleveren om duurzamer te leven. Dit klopt dus niet.

Welvaart en duurzaamheid kunnen worden gecombineerd in ecowelvaart indien overheid, bedrijfsleven, onderzoekers en het brede middenveld ervoor gaan samenzitten. Enkele mogelijke denkpistes.

1. Zorgzaam omspringen met natuurlijke productiemiddelen.

Bedrijven moeten verder gaan in het zorgzaam omspringen met grondstoffen, lucht, water en alle andere productiemiddelen. In feite behoren die toe aan de samenleving. Na gebruik moeten ze beschikbaar blijven voor die samenleving, in dezelfde toestand of zelfs verbeterd. De circulaire economie wordt zichtbaarder, ook dat ze grote kansen schept voor nieuwe activiteiten in korte productieketens.

2. Verantwoorde globalisering.

De jongste dertig jaar hebben we voordeel gehaald uit de globalisering. Maar die voordelen zijn ongelijk verdeeld. Enkelen profiteerden meer, anderen ondervonden vooral nadelen. En het globale ecosysteem werd er zwaar door beschadigd. We pleiten niet voor het terugdraaien van de globalisering, maar voor globale regels voor een betere verdeling van de baten, vermindering van de ecologische schade en respect voor de culturele diversiteit.

3. Grotere aandacht voor zorg, welzijn en gezondheid.

Ecowelvaart veronderstelt fatsoenlijke bestaansmiddelen en een nabije basiszorg voor iedereen, zonder muurtjes tussen welzijn en gezondheidszorg. Een betaalbare en veilige toegang tot informatie is een basisrecht. Erkenning van diversiteit is inherent, net zoals een getoetste naleving van de mensenrechten.

4. Duurzame investeringen die ecowelvaart promoten.

Grote investeringsfondsen zoals Blackrock in de Verenigde Staten of Temasek in Singapore hebben al de bocht genomen. Onze financiële instellingen moeten die richting volgen en voorrang geven aan duurzame investeringen.

5. Zinvol werk.

We hebben het belang van gemotiveerde zorgverleners, huisartsen, verpleegkundigen, vuilnisophalers en buurtwinkels voor samenleving én economie herontdekt. Er is zelfs een mooie term voor bedacht: essentiële beroepen. Beter zorg dragen voor werknemers wordt overigens een algemene opdracht via inspraak op het werk, betere vergoedingen en opleiding. We missen ook de kunstenaars en hun creatieve inspiratie.

6. Duurzame mobiliteit.

We leerden thuiswerken, fietsen en wandelen en erover na te denken of een verplaatsing essentieel is. Laten we die reflex bewaren om de mogelijke schade van lukrake verplaatsingen te vermijden.

7. Duurzaam ruimtegebruik.

De zuiver economische logica die het woonmodel bepaalt, is ecologisch en sociaal onhoudbaar. De lockdown heeft in dichte stadsdelen zonder veel publieke ruimte en onvoldoende comfort een grote impact op het welzijn van veel bewoners, vooral jongeren en kinderen. Het recht op betaalbaar wonen kan veel mens- én maatschappijgerichter ingevuld worden met minder ruimteverspilling en beter water- en luchtbeheer.

Zal de omslag zonder slag of stoot gebeuren? Neen. Maar dat is waar crisissen goed voor zijn: het aanscherpen van nieuwe inzichten en mogelijkheden en de motivatie om snel bij te sturen. Geen crisis mag verloren gaan.

Dit is een uniek moment voor de transitie naar ecowelvaart. De Morgen, 19 juni 2020, 22.

Dit is een opinie ondertekend door:

Wivina Demeester, oud-minister CD Bea Cantillon, Universiteit Antwerpen (UA) en Sofie De Caigny, directeur Vlaams Architectuurinstituut (VAi). 33 ondertekenaars, o.a: Inge Vervotte, voorzitter Emmaus; Caroline Pauwels, rector Vrije Universiteit Brussel (VUB); Saida Sakali, leerstoel Fatima Mernissa (VUB); Annemieke Van Damme, epidemioloog KU Leuven; Karine Moykens, secretaris-generaal Zorg en Gezondheid; Cathy Macharis, prof duurzame mobiliteit en logistiek VUB-MOBI; Annick Schramme, hoogleraar cultuurmanagement UA/AMS; Cathy Berx, gouverneur Antwerpen; Katlijn Malfliet, emirita professor KU Leuven; Yamina Krossa, VUB Yamina Krossa Fonds; Anne Marie Gielen, directeur Pax Christi Vlaanderen; Ann De Schepper, vice-rector UA; Martine Reynaers, CEO Reynaers aluminium; Marion Debruyne, dean Vlerick School; Anne Snick, dr. Club of Rome EU; Leen Van den Neste, voorzitter directiecomité vdk bank; Anne Teresa De Keersmaeker, ROSAS; Ann Demeulemeester, directeur Familiehulp vzw; Christ’l Joris, voorzitter Etap.

E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo