Een nieuwe escalatie in de handelsoorlog en slechte cijfers over de Amerikaanse industrie leidden gisteren tot een stevige correctie op de aandelenmarkten. De EuroStoxx50-index zakte met 2,10 %.
De Europese beurzen begonnen de maand goed, maar ’s namiddags doken zware stoorzenders op. Donald Trump opende een nieuw front in zijn handelsoorlog met de rest van de wereld. De Amerikaanse president kondigde op Twitter invoertarieven op Braziliaans en Argentijns staal en aluminium aan.
Het Witte Huis beschuldigt beide landen ervan ‘massale devaluaties‘ van hun munt te hebben doorgevoerd. Sinds begin 2018 is de Argentijnse peso door de economische crisis in het land meer dan 60,00 % van zijn waarde tegenover de Amerikaanse dollar verloren. De Braziliaanse real crashte 23,00 %.
Daarnaast zei Trump dat de Amerikaanse steun aan de betogers in Hongkong het sluiten van een handelsverdrag met China niet vergemakkelijkt. Zijn minister van Handel Wilbur Ross zei dat de VS de importtarieven op 156 miljard dollar aan Chinese goederen zullen verhogen als voor 15 december geen gedeeltelijk handelsakkoord met Peking op tafel ligt.
Maar de taksen tegen Brazilië en Argentinië zullen de Chinezen twee keer doen nadenken, waarschuwt ING. ‘Deze zet van Trump toont aan dat handelsdeals met de VS van geringe waarde zijn. Pas eind vorig jaar kregen Brazilië en Argentinië een definitieve kwijtschelding van de heffingen, nadat ze akkoord waren gegaan om hun staaluitvoer naar de VS te verminderen. Het is duidelijk dat zulke overeenkomsten kunnen worden genegeerd naargelang de politieke wind waait’, zegt econoom Timme Spakman. ‘Peking zal zich afvragen hoever het wil gaan in de onderhandelingen met Trump, wetende dat een akkoord weleens van korte duur kan zijn.’
Trumps beschuldigingen zijn ook weinig geloofwaardig. ‘De daling van de peso en de real is niet het gevolg van de autoriteiten, maar van de marktwerking. De Braziliaanse centrale bank is al tussenbeide gekomen op de wisselmarkt om de daling van de munt tegen te gaan.’
De markten kregen even later een extra dreun door de publicatie van een tegenvallende barometer voor de Amerikaanse industrie. De ISM-index, die het ondernemersvertrouwen meet aan de hand van een enquête bij de inkoopmanagers, zakte van 48,30 naar 48,10 punten. Economen hadden een herstel verwacht. Een cijfer onder 50 punten wijst op een krimp. Omdat de ISM-index een van de best voorspellende indicatoren is, wijst dit op onheil voor de Amerikaanse maakindustrie. Ook de bouwuitgaven in de VS vielen onverwachts tegen. Die daalden in oktober met 0,80 %.
De dollar daalde door het slechte economische nieuws 0,70 % tegenover de euro. De Europese beurzen beleefden hun slechtste dag in twee maanden.
