Elke dag met de fiets, da’s besparing van honderden euro’s

Hoeveel kost het om een kind naar school te sturen?
In de grondwet staat onder artikel 24 dat het onderwijs in België kosteloos is. Een nobel principe, maar ondertussen beseft iedereen dat gratis niet bestaat. Onze kinderen naar school sturen kost handenvol geld. Zowel aan de gemeenschap als aan ouders. Uw krant dook in de jaarboeken van het Vlaams onderwijs en zocht uit hoe de centen exact rollen.
De eenvoudigste manier om te besparen op de kosten voor het onderwijs is door uw kinderen met de fiets naar school te sturen.

kostenWetenschappers aan de KU Leuven berekenden vorig jaar nog dat de kostprijs om een kind iedere dag met de wagen aan de poort af te zetten enorm hoog ligt. Wie dat een heel schooljaar lang doet, is al snel 816 euro kwijt.

Ouders die hun kroost met de fiets op pad sturen – en al of niet zelf meefietsen – besparen dan ook een stevig bedrag uit. De onderzoekers becijferden dat deze vorm van transport amper 40 euro per jaar kost. Ook het openbaar vervoer is een goedkoper alternatief dan de wagen. Daarvoor betaal je gemiddeld 200 euro per schooljaar.

Opvallend genoeg lijken almaar meer Vlamingen de omgekeerde denkwijze te hanteren. We brengen onze kinderen veel vaker met de auto naar school dan vroeger. In 2007 deed de Leuvense universiteit een bevraging waaruit bleek dat zo’n 4,00 % van de ouders hun kinderen uitsluitend met de wagen aan de schoolpoort afzetten. In 2018 lag dat aantal liefst drie keer hoger: toen gaf 13,00 % aan dat ze de weg van en naar school met exclusief met de auto afleggen.

Mogelijk kiezen ouders vandaag vaker voor de auto omdat ze de fiets een onveilig alternatief vinden.

 

Gemiddelde studiekosten per jaar in euro
kosten school

 

Gezin met drie kinderen betaalt 294 euro per maand
Zowel de Gezinsbond als de KU Leuven verzamelt al jaren data over de gemiddelde kostprijs van studeren. Ze delen de kosten op in twee grote pijlers: de studie- en de leefkosten. Studiekosten zijn de kosten die u als ouder betaalt voor schoolmateriaal, zwemlessen, daguitstappen en vervoer. De leefkosten dekken onder meer de voor- en naschoolse opvang en de maaltijden. Hiernaast hebben we een fictief gezin samengesteld met drie kinderen in drie verschillende klassen. Voor elk kind geven we de gemiddelde jaarlijkse studiekost en leefkost weer. Op het einde ziet u wat het gezin Janssens per jaar en per maand aan onderwijs moet betalen.
Het gaat om een theoretisch gemiddelde. In de praktijk zijn sommige gezinnen met dezelfde samenstelling veel meer kwijt, andere zijn goedkoper af.

Scholen moeten gratis materiaal aanbieden
De voorbije jaren zijn er door de verschillende Vlaamse regeringen maatregelen genomen om de schoolfactuur voor ouders in te perken of tenminste overzichtelijk te houden. Zo besliste de overheid in 2007 dat de basisscholen geen kosten mogen aanrekenen voor een heleboel materiaal dat leerlingen dagelijks of wekelijks nodig hebben. Het gaat onder meer om knutselgerief, IT-materiaal, woordenboeken, voorleesboekjes, geodriehoeken, passers, balpennen, tekenmateriaal, handboeken of werkschriftjes en schoolagenda’s. Let wel: de school is niet verplicht om al die spullen te gebruiken in haar klassen – maar áls ze het doet, mag dat de ouders niets kosten.

Maximumfactuur in basisonderwijs, maar niet in secundair
Een andere maatregel om de kosten te drukken in het lager onderwijs is de maximumfactuur. Ieder jaar bepaalt de overheid hoeveel een basisschool of kleuterschool gedurende het schooljaar per kind mag aanrekenen aan de ouders. Voor dit schooljaar gaat dat in het kleuteronderwijs om 45 euro en in het lager onderwijs om 90 euro. Met dat geld moet de school onder meer activiteiten zoals toneelbezoeken, zwemlessen of sportdagen financieren. Maar ook schoolmateriaal zoals speciale tijdschriften of boeken die nodig zijn in de lessen en die je als ouder niet zelf in de winkel kan kopen, vallen onder de maximumfactuur.

Dat wil echter niet zeggen dat een schooljaar ouders nooit méér kan kosten dan de genoemde bedragen. Er zijn nog tal van kosten die niet onder de maximumfactuur vallen. Voor opvang op school betalen ouders bijvoorbeeld een apart tarief. Ook alle maaltijden en drankjes worden niet gedekt door de maximumfactuur. Doorgaans vallen turnkledij of schooluniformen eveneens buiten de factuur.

Bos- of zeeklassen
Voor meerdaagse uitstappen zoals bos- of zeeklassen heeft de Vlaamse overheid de scholen dan weer de toestemming gegeven om een aparte factuur op te maken. Die zogenaamde ‘minder scherpe maximumfactuur’ bedraagt 440 euro. Dat is het maximum dat een lagere school u mag aanrekenen voor uw kind, verspreid over álle zes leerjaren. Het gaat dus niet om een jaarlijkse kost.

In het secundair onderwijs zijn scholen volledig vrij in het bepalen van de factuur. Omdat de kosten daar stilaan de pan uit swingen, gaan er echter steeds meer stemmen op om het principe van de maximumfactuur ook in te voeren voor middelbare scholen.

Katholiek college 34,00 % duurder dan gemeenschapsonderwijs
Ouders die hun kind in het middelbaar naar een katholieke school sturen, betalen in de meeste gevallen een stuk meer dan wanneer ze hun kind zouden hebben ingeschreven in een school van het Gemeenschapsonderwijs (GO). Onderzoekers van de KU Leuven analyseerden de kosten voor de eerste graad van het secundair onderwijs en stelden vast dat de scholen in het Vrij Gesubsidieerd Onderwijs (VGO) liefst 34,00 % duurder zijn dan de scholen in het GO. In het VGO zitten bijna uitsluitend katholieke scholen. Voor één schooljaar in de eerste graad middelbaar op een katholiek college ligt de mediaankost op 1.273 euro. Voor datzelfde schooljaar betaalt u in een GO-school slechts 947 euro. De gemeente- en provinciescholen van het Officieel Gesubsidieerd Onderwijs (OGO) zijn met 1.210 euro ook aan de dure kant, maar scoren nog altijd beter dan scholen in het VGO.

Grootste boosdoener voor de hoge factuur in het katholiek onderwijs blijken de kosten voor de schooluitrusting te zijn. Voor drukwerk, schoolmateriaal, kledij en ICT betalen ouders in het VGO tot 30,00 % meer dan ouders in het GO. Alle andere kosten zoals uitstappen, activiteiten en vervoerskosten liggen in alle netten op min of meer gelijke hoogte.

1 op 10 ouders heeft moeite om facturen te betalen

Uit een bevraging van de KU Leuven aan schooldirecteurs in het secundair onderwijs blijkt dat gemiddeld liefst 11,00 % van de ouders moeite heeft om de facturen voor school te betalen. Eén op tien leerlingen heeft onbetaalde facturen openstaan. Bij een kwart van de bevraagde scholen ligt het percentage zelfs hoger dan 15,00 % en in enkele scholen noteerden de onderzoekers pieken van 50,00 tot 60,00 % van de leerlingen die met onbetaalde rekeningen zitten.

Men ziet ook een verschil naargelang het aanbod van de school. Zo ligt het percentage onbetaalde facturen merkelijk lager in scholen die enkel aso inrichten (9,00 %) dan in scholen die geen aso aanbieden (14,00 %). Wat ook opvalt, is dat de problematiek van onbetaalde facturen het grootst is in scholen van het Gemeenschapsonderwijs waarin geen aso-richting voorzien is. In die scholen blijkt volgens de steekproef meer dan één derde van de leerlingen een probleem te hebben om de schoolrekeningen te betalen.

BOSSAERT, J. Elke dag met de fiets, da’s besparing van honderden euro’s. Het Laatste Nieuws, 2 september 2019, 6.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo