De straatrevolutie van Deliveroo

Critici hebben het over uitbuiting en roofbouw op de welvaartsstaat, maar wie ervoor op de fiets klautert, vindt het een van de best mogelijke studenten­jobs: de maaltijdbezorger Deliveroo verdeelt de geesten. Een blik op de achterkant van de klus­economie. ‘Het is fijn tot het misgaat.’ 

‘Liever eten leveren aan Gentenaars dan drugs verkopen op Sicilië’, zegt Giorgio. Het is de laatste hete dag van augustus, een dinsdagochtend. Op het terrastafeltje voor hem staan espresso’s met gestoomde melk. Verderop tikken jonge klanten op hun Apple-laptops, twee Nederlandse toeristen praten geanimeerd over een bezoek aan het Design Museum. Voor de twintigjarige Italiaan is het al zijn tweede zomer in Gent. Zes dagen op zeven werkt hij voor de maaltijdbezorger Deliveroo, iedere dag minstens acht uur. ‘Hier kan ik 100 euro per dag verdienen’, zegt hij tevreden. ‘Dat is meer dan het dubbele van thuis.’

Vorig jaar was hij hier met twee vrienden. Deze zomer zijn elf kameraden uit Catania meegekomen. Vaak hebben ­bezorgers in Gent namen als Marco, Giorgio en Salvatore. ’s Nachts komen ze samen om pasta te koken, bier te drinken en wiet te roken. Wanneer andere mensen eten, zijn zij op de baan. ‘Het is niet ideaal, ik ben niet goed verzekerd en als ik morgen een arbeidsongeval heb, zit ik in de shit. Maar zolang er niets gebeurt, is dit een gedroomde studentenjob.’

Giorgio klikt de app van Deliveroo open, klaar om aan zijn shift te beginnen. Op het telefoonschermpje verschijnt de kaart van Gent. Bestelling na bestelling licht op. De telefoon trilt en piept. ‘Te ver’, reageert de jongen. Oninteressante aanbiedingen veegt hij snel opzij. ‘Als ik deze zou doen, moet ik twintig minuten terugfietsen en verdien ik te weinig.’ Na een paar minuten vertrekt hij. Als een razende koerst hij naar een saladbar aan het oude Belgacomgebouw. Van daar gaat het naar een Aziatisch lunchrestaurant aan de Nederkouter. Daarna naar McDonald’s aan de Korenmarkt. Klanten in alle uithoeken van de stad worden bediend. Vooral wijken waar veel middenklassers met jonge kinderen wonen, ziet Giorgio van dichtbij. ‘Ik weet ondertussen waar de mensen met geld wonen’, grapt hij.

Die avond krijg ik een sms van Giorgio. Afspreken zal niet meer lukken. Hij is aangereden door een auto. De fiets is vernield, vertelt hij, maar zelf is hij er met de schrik en een paar blauwe plekken vanaf gekomen. ‘Gelukkig, want morgenochtend moet ik weer aan de slag.’

Geen jobs, maar klusjes

Deliveroo maakt deel uit van de nieuwe gig economy. Grote digitale platformen bieden geen jobs aan, maar klusjes. Bedrijven als Uber, AirbnB en Deliveroo werken met algoritmes die vraag en aanbod slimmer op elkaar afstemmen. In een fractie van een seconde weet de app welke fietser het dichtst bij de hongerige klant is, hoe snel die meestal fietst, hoelang het restaurant nodig heeft om de bestelling klaar te maken, waar straks verkeer ontstaat en hoeveel andere bestellingen voorrang krijgen. ‘Je bestelling is in de keuken’, klinkt het meteen. ‘Een koerier is onderweg’, volgt al snel. ‘Giorgio heeft je maaltijd opgehaald.’ En vlak voor de jonge Italiaan aanbelt, krijg je eerst nog een waarschuwing: ‘De koerier is in de buurt.’

De techgiganten innoveren met oplossingen voor problemen waarvan we niet eens wisten dat we ze hadden. Will Shu, de Amerikaanse ceo van het Britse Deliveroo, was als bankier in de Londense City ontevreden dat hij alleen fastfood kon bestellen. Tijd om te koken had hij niet, maar hij wilde iets deftigs. De man zegde zijn job op, studeerde een jaar bedrijfsmanagement en stampte in 2013 een megabedrijf uit de grond.

‘De ondernemers van Silicon Valley, maar ook het Londense Deliveroo, redeneren vooral technisch’, zegt Martijn Arents aan de telefoon. Hij is expert platformeconomie aan de universiteit van Utrecht. ‘Ze werken aan simpele oplossingen voor complexe problemen en hebben een lage dunk van de overheid. Ze zeggen: geef ons twee jaar de volledige macht en we lossen alle wereldproblemen op. Die libertaire ideologie houdt niet altijd rekening met wie uit de boot valt.’

Deliveroo is het snelst groeiende bedrijf van Europa. De marktwaarde wordt geschat op 2 miljard euro en Amazon beloofde twee weken geleden een investering van nog eens een half miljard. De koerierdienst, die deze week zijn vierde verjaardag viert in ons land, heeft het straatbeeld in vijfhonderd steden – waarvan elf in België – grondig veranderd. De fietsers met slobberende grijs-groene jassen en draagbare koelboxen zijn moeilijk weg te denken uit de avondspits. En terwijl de rest van de arbeidsmarkt in ijltempo achteruitboert, pakt Deliveroo uit met ruim duizend nieuwe koeriers per maand. Er komen zelfs wachtlijsten aan te pas. In ons land heeft het een actieve vloot van 2.600 koeriers en levert het voor 2.000 restaurants.

Terug naar Woeste

De ‘disruptie’ – een modewoord voor ontregeling – van techgiganten gaat gepaard met een storm aan kritiek. Sinds 2017 hebben koeriers niet langer het statuut van werknemer en dus een variabel uurloon, ze hebben geen collectieve onderhandelingsmacht en een minimale verzekering. Ze moeten hun eigen fiets aankopen en onderhouden. In de meeste gevallen betalen ze ook zelf voor de herkenbare regenjassen, koelboxen en telefoonhouders. Vakbonden spreken van roofbouw op de welvaartsstaat, waarvoor lang gestreden is. Wat met de 38 urenweek, pensioenopbouw en het minimumloon? Zowel het ACV als het ABVV spreekt over ‘de terugkeer naar de uitbuiting in de wolfabrieken uit de tijd van priester Daens en Charles Woeste’. SP.A-voorzitter John Crombez maakte er een punt van bij de lancering van zijn ‘nieuw socialisme’. ‘Als een jonge gast van Deliveroo met een auto botst, is de auto beter verzekerd dan hij.’ En ook kersvers ­Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen belooft ‘te kijken naar manieren om de arbeidsomstandigheden van platformwerkers te verbeteren’.

Maandagnamiddag, 15 uur. Voor het Belgische hoofdkwartier van Deliveroo ligt het park van de Abdij Ter Kameren er rustig bij. Dames met kleine hondjes keuvelen, wandelend over aangeharkte grindpaden, studenten stoten elkaar lachend aan. Een hip kraam in de schaduw van de kerk verkoopt peperduur gemberbier en culinaire hamburgers. De façade van het rijhuis waar Deliveroo kantoor houdt, oogt residentieel. Binnen is het druk en rommelig. In de inkomhal liggen stapeltjes reclamefolders, torens van drinkflessen en kartonnen dozen met regenjassen. Een breed glimlachende twintiger met een net overhemd wijst de weg naar boven. Langs de trap hangen posters met slogans als ‘Get shit done’, ‘Always. Be. Eating’ en ‘All good business is personal’. 48 werknemers staan hier permanent in contact met koeriers, restaurants en marketeers. Het brein achter de app, het voorspellende algoritme dat jongleert met de belangen van koeriers, restaurants en klanten, heeft de naam ‘Frank’ gekregen en zit in Londen.

‘Het beeld dat soms van ons geschetst wordt, vinden we niet fair’, zegt Rodolphe Van Nuffel. Hij is het head of corporate ­affairs van Deliveroo in België en treedt als woordvoerder op. ‘Maar als je deel uitmaakt van een innovatief en disruptief bedrijf, hoort daar kritiek bij. De eerste treinen werden ook niet overal even positief ontvangen.’ Van Nuffel denkt niet dat de koeriers er zo slecht aan toe zijn. ‘Gemiddeld verdienen ze 12,5 euro netto en werken ze tien uur per week. Ze zijn over het algemeen erg tevreden. We staan open voor dialoog, maar die moet wel constructief zijn. ­Staken en steden vragen om Deliveroo te boycotten, zoals de vakbond doet, vinden we niet van deze tijd.’

Van Nuffel schetst het beeld van een koerier die een paar maanden voor de app werkt als bijverdienste in een periode dat hij een extra zakcentje kan gebruiken. ‘Gemiddeld is de koerier een mannelijke student van 23, maar al onze riders zijn anders, dus je kunt daar moeilijk iets algemeens over zeggen. De ene wil na zijn kantooruren nog wat fietsen, de andere heeft het misschien even moeilijk. Of het is een student die na een paar maanden stopt, omdat hij examens heeft of op Erasmus vertrekt.’

Belastingvrij?

Voor zijn boek Uber voor alles trok de Nederlandse journalist Rens Lieman naar ­Silicon Valley om met grote bonzen achter de deelplatformen te praten. Hij stapte ook zelf een jaar op de fiets, zag het contract van werknemer veranderen in dat van zelfstandige en maakte een arbeidsongeval mee. Lieman biedt een unieke inkijk in de filosofie achter de klusjeseconomie. Tekenend is een anekdote uit oktober 2010, toen pionier Uber voor het eerst werd geconfronteerd met weerstand van een rechtbank.

Autoriteiten in San Francisco zagen Uber als een taxidienst, maar daarvoor had het bedrijf geen vergunning. Het kreeg de opdracht om zijn activiteiten te staken, maar Travis Kalanick, de toenmalige ceo van Uber, was niet onder de indruk: ‘Beleidsmakers hebben bij het opstellen van de regels geen rekening gehouden met dit soort innovaties’, zei hij. ‘We zullen hen met plezier leren wat de nieuwe technologie inhoudt.’ Volgens Lieman werd die reactie een draaiboek voor de grote spelers van de deeleconomie. ‘Je ziet ze jaren later nog steeds overal. Ook bij Deliveroo. En ze hebben niet helemaal ongelijk, de economie is er niet op berekend. Overal wordt gewerkt aan antwoorden op de disruptie, dat is ook waarom deelplatformen zoveel lobbyisten aanwerven om het nieuwe beleid mee richting te geven.’ Deze week nog publiceerde de waakhond Corporate Europe Observatory een rapport dat in detail blootlegt hoe grote platformen tientallen meetings hielden met Europese commissarissen en hoe ze lobbyen voor flexibele uitzonderingsstatuten.

Van Nuffel stelt dat Deliveroo graag wil meewerken aan een betere bescherming van koeriers. ‘Kijk naar Frankrijk, waar met sociale partners wordt gesproken over een charter waarin onder meer loonafspraken worden gemaakt. Dat zou ook hier kunnen. Maar we willen niet terug naar het oude statuut van werknemer. Onze koeriers zijn vragende partij voor een flexibel statuut waarin ze zelf kunnen kiezen wanneer ze fietsen.’

Voorlopig werkt 80,00 % van de Belgische koeriers volgens het principe van de deeleconomie. Dat kwam er in 2016 en maakt het mogelijk om tot 6.250 euro onbelast bij te verdienen met transacties tussen burgers onderling. Grote spelers als Deliveroo en Uber werden erkend als deelplatformen, maar de federale overheidsdienst Financiën is het daar niet mee eens. Ook academici gebruiken de idealistisch klinkende term ‘deelplatformen’ allang niet meer. ‘Het zijn gewoon grote bedrijven die hun koeriers opdrachten geven tegen betaling’, zegt platformexpert Martijn Arents.

Door de onduidelijkheid over hun statuut kunnen koeriers van Deliveroo hun belastingaangifte niet correct invullen. Financiën beloofde voor eind augustus een oplossing op maat, maar die deadline passeerde geruisloos. Intern circuleert ondertussen de nieuwe deadline van eind september – bevoegd minister Alexander De Croo (Open VLD) noch de FOD Financiën wil reageren – terwijl Deliveroo onverstoord het peer-to-peermodel op zijn website blijft adverteren als de ‘gemakkelijkste optie’ voor nieuwe koeriers. ‘We hebben er alle vertrouwen in dat er een oplossing komt’, sust Van Nuffel.

Ik, ik, ik

Het internet staat vol horrorverhalen van Deliveroo-koeriers. The Guardian citeert de 25-jarige Mohaan die zijn knie verwondde bij een verkeersongeluk, maar toch doorreed naar zijn bestemming, doodsbang om een slechte beoordeling te krijgen en zijn job te verliezen. Vier koeriers met wie we spraken, durven niet openlijk te getuigen over hun problemen met het bedrijf, uit vrees van het platform te worden gegooid. Anderen klagen dat een technisch mankement je je baan kan kosten. ‘Een vriend verloor zijn account omdat zijn internet te vaak uitviel en Deliveroo dacht dat hij zijn leveringen negeerde’, zegt Giorgio. ‘Hij moest met de identiteitskaart van iemand anders een nieuwe account aanmaken om te kunnen blijven werken.’ En dan is er nog het gevaar op de weg. Vorig jaar berekende RTL dat in Nederland iedere week twee fietskoeriers bij een verkeersongeval betrokken raken, van wie gemiddeld een met de ziekenwagen moet worden afgevoerd.

‘Deliveroo is het beste voorbeeld van de ik-ik-ik-maatschappij. Ik maak me zorgen dat we inderdaad terug zijn in de tijd van Charles Woeste’, zegt Steven Steyaert. Met zijn oranje sjaaltje en stevige schouders lijkt de 45-jarige medewerker van de socialistische transportvakbond BTB op een klassieke vakbondsafgevaardigde. Op de tafel voor hem staat een opengeklapte Macbook, het schermpje van zijn smartphone licht geregeld op met pushmeldingen van diverse sociale media. Steyaert werkte achttien jaar bij Volvo, maar worstelt tegenwoordig op de digitale barricades van de nieuwe economie. Stakingen organiseren blijkt moeilijk, soms komt maar een handvol koeriers opdagen. ‘Ze zijn allemaal op hun eentje, bang dat ze hun job verliezen als ze betere bescherming vragen. Als we eens een geslaagde actie hebben en een slag thuishalen, zijn ze snel tevreden en houden ze zich gedeisd.’ Dus organiseert de socialistische militant ‘pop-up-informatiesessies’ voor koeriers, waarbij hij hen niet meteen vraagt om lid te worden, maar drankjes uitdeelt en een praatje slaat met de koeriers om hun leefwereld te doorgronden. Steyaert maakt zich zorgen over hoe de maatschappij verandert als grote platformen niet beteugeld worden. ‘Welk beeld krijgen jongeren die voor Deliveroo werken van arbeid? Het kan toch niet de bedoeling zijn dat ze wennen aan een maatschappij waarin ze geen pensioen opbouwen en niet beschermd zijn tegen banenverlies.’

Gedroomd opstapje

Maar als die doemberichten kloppen, waarom willen dan zoveel mensen voor Deliveroo werken? De voorbije weken spraken we met tien huidige en voormalige fietskoeriers in Gent en Brussel. Stuk voor stuk beleven ze veel plezier aan het rondfietsen. Het is een van de beste studentenjobs, klinkt het steevast. De 19-jarige Ghanees Freedom Agyemang, die drie en een half jaar geleden via gezinshereniging naar België kwam, vertelt dat maaltijden bezorgen voor hem een gedroomd opstapje is. Zijn Nederlands is erg goed, maar met zijn vreemde naam en in afwachting van een diploma in België vond hij geen baan via interimkantoren. ‘Ik werd achttien en kon me meteen aanmelden om te fietsen. Ik doe het na school, zodat ik mijn eigen geld kan verdienen en mijn moeder niets hoef te vragen.’

De gesprekken reflecteren de resultaten van recent onderzoek door masterstudent Margot Pinseel over de tevredenheid van koeriers. Wie Deliveroo als bijverdienste heeft, wat voor de overgrote meerderheid het geval is, is tevreden over zijn job. Het gebrek aan transparantie over lonen, bonussen en kosten wekt weleens ergernis op, maar de meeste koeriers doen het sowieso niet lang. ‘Wie voor zijn inkomen niet afhankelijk is van Deliveroo, is natuurlijk tevreden over de flexibiliteit’, zegt Maarten Arents. ‘Die koeriers kunnen opdrachten weigeren als het hen niet bevalt en werken alleen wanneer er genoeg werk is. Zij eten de kersen van de taart.’ Ze beantwoorden aan het beeld dat ceo Will Shu schetst. Zelf stapt die ook nog eens per week op de fiets om een paar maaltijden rond te brengen. ‘Om feeling te houden met wat leeft bij de klanten’, zoals woordvoerder Van Nuffel het zegt.

‘Die tevredenheidsonderzoeken moet je kritisch bekijken’, zegt schrijver Rens Lieman. ‘Het is fijn tot het misgaat en je bijvoorbeeld een ongeluk hebt.’ Het overkwam de 29-jarige Gentenaar Herty Van der Meirsch. ‘Na een jaar op wereldreis vond ik het zalig om voor Deliveroo te werken: het was een fysieke job en verdiende heel goed. Met het peer-to-peerstatuut moest ik alleen maken dat ik onder de 6.000 euro bleef.’ Na een onderbreking voor een vakantiejob in het buitenland vorige zomer ging hij opnieuw fietsen. ‘Toen heb ik een ongeluk gehad. Niet terwijl ik aan de slag was voor Deliveroo, maar ik kon maandenlang niet werken. Dan besef je plots dat je niets hebt opgebouwd, geen vervangend inkomen hebt en moet terugvallen op familie om de periode te overbruggen.’ Steven Steyaert: ‘Solidariteit heb je niet nodig als het goed gaat, maar pas wanneer het misloopt. Daarover zeggen statistieken van tevredenheid weinig.’

Regenkoeriers

Op een regenachtige avond in augustus, twee weken na het gesprek met Giorgio, keer ik terug naar McDonald’s in Gent. De hamburgerzaak is een van de populairste restaurants op het platform, in een paar uur tijd zie ik tientallen koeriers passeren. De meerderheid, zoals Van Nuffel beschreef, is vooral mannelijk, jong én blank. Maar dan, wanneer de hemelsluizen opengaan, gebeurt iets geks. Plots komen alleen nog Italianen, Pakistanen en Portugezen aangefietst. Ze waren er daarnet ook al, maar de blanke studenten hebben afgehaakt. Een van hen staat rillend te wachten op drie cheeseburgers, zijn kletsnatte jeans is twee tinten donkerder op zijn dijen. Na een halfuur gietende regen zie ik alleen nog koeriers met een getinte huid, die niet altijd Nederlands verstaan, vaker ouder zijn dan dertig en niet geïnterviewd willen worden.

Die atypische koeriers vind je niet terug in de statistieken die Deliveroo zelf deelt. Toch zijn ze er. Uit recent onderzoek van de professor arbeidsrecht Robert Hoekstra van de Universiteit van Amsterdam, dat hij deed in opdracht van de Europese sociaaldemocraten, blijkt dat 17,00 % van de koeriers in Nederland 55-plusser is. 12,00 % werkt meer dan zestig uur per week en 19,00 % is voor meer dan drie kwart van zijn inkomen afhankelijk van Deliveroo.

Toch de ontmantelende welvaartsstaat waarvoor de vakbond vreest? Een gesprek met ongelijkheidsspecialist Ive Marx leert dat de realiteit achter een veranderende economie simpelweg niet eenduidig is. ‘Keer op keer wordt er hyperbolisch gedaan over nieuwe vormen van arbeid: over robotisering, over artificial intelligence, over platformeconomie … ’, zegt Marx aan de telefoon. ‘Maar de precaire en tijdelijke arbeid is ongelofelijk stabiel in ons land.’ De echte armoede vind je volgens hem elders. ‘Ze zit vooral bij de mensen die níét werken. We zijn in België koploper als het gaat om het aantal kinderen dat opgroeit in een gezin waar geen van beide ouders werk heeft, we hebben schrijnende deprivatiecijfers. Maar die mensen worden niet gehoord in het debat. Ze hebben ook geen vakbond die daar maatschappelijke debatten over aanzwengelt.’

Marx pleit ervoor om niet meteen muren te bouwen rond flexibilisering zoals die waar Deliveroo naar streeft. Een flexibelere vorm van arbeid is meestal veel beter dan geen arbeid. ‘Ik zeg niet dat je alles moet afbreken. In Nederland heb je een hogere mate van flexibiliteit, maar die is wel sociaal gereguleerd. Je hebt ook een veel sterkere ondersteuning van werkende mensen. Sommige zelfstandigen in Nederland lijden een precair bestaan. Maar onderzoek laat zien dat de meesten er bewust voor kiezen om hun eigen baas te zijn en vrijheid te hebben. Dat raakt aan een fundamenteel en ideologisch debat: hoe paternalistisch wil je als overheid zijn?’

GOETHALS, K. De straatrevolutie van Deliveroo. DS Weekblad, 14 september 2019, 10.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo