Loonkloof groeit wereldwijd, maar krimpt in België

Studie over ongelijkheid tussen lage en hoge inkomens toont dat ons land tegen de trend ingaat

De kloof tussen de hoogste en laagste lonen is in ons land klein, en wordt nog een stukje kleiner. Daarmee gaat België tegen de wereldwijde trend in. Dat blijkt uit onderzoek van de Internationale Arbeidsorganisatie. Al blijft het moeilijk om de toplonen in kaart te brengen.

De middenklasse en de laagste lonen gaan er in ons land in vergelijking met tien jaar geleden licht op vooruit. Zo kregen de 20,00 % slechtste verdieners in ons land in 2017 8,70 % van de loonmassa, het totaal van uitbetaalde lonen. In 2004 was dat nog 8,10 %. De middenklasse steeg van 49,80 naar 53,10 %. De toplonen gaan er daarentegen iets op achteruit. De 20,00 % beste verdieners kregen in 2017 38,20 % van de loonmassa, in 2004 was dat nog 42,00 %.

Dat alles maakt dat de loonongelijkheid in ons land een van de kleinste ter wereld is, en zelfs nog afneemt. Dat blijkt uit onderzoek van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO). De ‘Labour Income Share and Distribution’-dataset bevat gegevens uit 189 landen, verzameld door het departement statistiek van de ILO. België gaat daarmee ook tegen de wereldwijde trend in, want in de meeste landen wordt de kloof tussen de hoogste en laagste lonen net groter.

inkomensongelijkheidDe 20,00 % minst betaalde werknemers – wereldwijd zo’n 650 miljoen mensen – verdienen minder dan 1,00 % van de totale loonmassa. Een cijfer dat al 13 jaar zo goed als stabiel blijft.

Globaal gezien heeft de rijkste 20 sinds 2004 meer verdiend (van 51,30 naar 53,50 % van het aandeel van de loonmassa) en heeft de middenklasse minder verdiend (van 44,80 naar 43,00 %). In het rapport valt ook de kloof tussen het Westen en de derde wereld op. Ten zuiden van de Sahara verdienen de 50,00 % minst betaalde werknemers slechts 3,30 % van het inkomen uit arbeid, terwijl diezelfde groep in de Europese Unie 22,90 % van de loonmassa opstrijkt. “Arme landen hebben een hogere loonongelijkheid, die de situatie van kwetsbare bevolkingsgroepen nog verergert”, meldt de ILO.

Dat de loonverschillen in ons land tot de laagste behoren, werd eerder al aangetoond, onder meer door Eurostat, de statistische dienst van de Europese Unie. Een eenduidige verklaring voor de kleine inkomensongelijkheid is er niet. Er wordt verwezen naar ons systeem van collectief loonoverleg. Via cao’s liggen loonstijgingen vastgeklonken. Ook is er geen traditie van echte loonontsporingen zoals we soms zien in de Angelsaksische cultuur.

 

Fiscalist Michel Maus en econoom Ive Marx erkennen dat gegeven, maar plaatsen wel vraagtekens. In ons land werken veel toplui via een vennootschap, deels om aan de hoge belasting op arbeid te ontsnappen. Topmanagers of artsen bijvoorbeeld betalen zichzelf uit via zo’n vennootschap en zitten daardoor niet vervat in de looncijfers.

“Uit de statistieken van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) blijkt dat de gemiddelde netto-inkomsten waarop vrije beroepen sociale bijdragen betalen, amper 32.000 euro per jaar bedraagt. Dat lijkt me niet realistisch”, zegt Marx. “Ik kan me vinden in de vergelijkingen bij de lage en middenlonen. Maar over die toplonen ben ik sceptisch.”

Michel Maus: “We hebben relatief gezien meer vennootschappen bij vrije beroepers dan andere landen. Door onze hoge belastingvoet is dat voor hen aantrekkelijker. Van zodra je boven de 39.000 euro bruto aan inkomsten zit, zit je meteen in de schijf van 50,00 % aanslag. Zo duw je die mensen richting vennootschap.”

Bij de Internationale Arbeidsorganisatie erkennen ze het probleem, maar daar houdt hun studie wel degelijk rekening mee, zegt Fleur Rondelez. “Het onderzoek houdt rekening met fiscale optimalisatie en brengt de toplonen wel degelijk in kaart. De salarissen van zelfstandigen en topverdieners zijn ingeschat op basis van de salarissen van werknemers die dezelfde kenmerken hebben.”

De onderzoeksmethodologie – die ruim 40 bladzijden beslaat – toont dat de ILO dit dilemma ernstig in kaart brengt. Feit blijft dat op dit onderdeel een gewogen schatting gebruikt moet worden, wegens het ontbreken van harde cijfers.

DESMET, L. Loonkloof groeit wereldwijd, maar krimpt in België. De Morgen, 11 juli 2019, 10.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo