België blijft kampioen in het belasten van lonen

Ondanks de taxshift is er nog steeds geen enkel ander land dat lonen zo zwaar belast als België. Voor een doorsnee werknemer gaat 53,00 % van de loonkosten naar de schatkist.

Eerst het goede nieuws: België is een van de vier landen waar de belasting op lonen in 2018 gevoelig gedaald is. Alleen in Estland, de VS en Hongarije daalden de lasten op lonen nog sterker. Dan het slechte nieuws: we blijven met voorsprong de kampioen in het belasten van lonen. Dat blijkt uit een nieuw Oeso-rapport.
De Oeso ging voor elk land na wat het verschil is tussen de totale loonkosten en wat een werknemer netto mee naar huis neemt. Die loonwig wordt berekend door alle belastingen (personenbelasting en ­socialezekerheidsbijdragen van werkgevers en werknemers) te delen door de totale loonkosten voor een werkgever.
Voor een werknemer met een gemiddeld loon (3.480 euro per maand) bedraagt de loonwig 52,70 %. Anders gesteld: voor elke 100 euro die een werkgever betaalt, krijgt de schatkist bijna 53 euro binnen. Dat is een daling tegenover 2017: toen bedroeg de loonwig 53,80 %. In 2014, voor het aantreden van de regering-Michel, was dat nog 55,60 %. Dit jaar gaat de laatste fase van de taxshift in en gaan de lasten op arbeid nog verder naar beneden.

belastingLoon

Maar ondanks de herhaalde dalingen staat België nog steeds eenzaam bovenaan in de rangschikking. Na ons land komen Duitsland, Italië en Frankrijk. Helemaal onderaan op de lijst staat Chili. Voor elke 100 euro die een werkgever daar uitgeeft, int de schatkist maar 7 euro.
De loonwig hangt sterk af van de hoogte van het loon. Voor wie de helft van het gemiddelde loon verdient, bedraagt de loonwig 34,00 %. Voor wie meer dan 7.000 euro bruto per maand verdient (het dubbele van een gemiddeld loon), is dat meer dan 60,00 %.
Ook de gezinssamenstelling en het inkomen van de partner speelt een rol. Een gezin met twee kinderen, waarbij de ene partner een gemiddeld loon heeft en de andere huisman of -vrouw is, kent een loonwig van 37,00 %. In die categorie is ons land geen koploper.

Dat op de laagste lonen minder belastingen betaald worden, komt door enkele specifieke maatregelen, zoals de werkbonus. Die verkleint het verschil tussen bruto- en nettoloon. Maar de keerzijde is wel dat de lage lonen minder overhouden van een loonsverhoging, omdat ze dan gradueel de belastingvermindering verliezen en dus hoger belast worden. Ook in het belasten van loonsverhogingen voor een laag loon, is ons land kampioen.
Herverdeling

De Oeso spreekt zich er niet over uit of de hoge belastingen een slechte zaak zijn. In nagenoeg elk ontwikkeld land is de belasting op arbeid de belangrijkste belastingbron. Dat maakt het voor een overheid mogelijk om aan herverdeling te doen. Maar hoge belastingen fnuiken de economische activiteit: hoe hoger de belastingen, hoe minder er gewerkt wordt. Die twee zaken – herverdeling en economische activiteit – moet een overheid afwegen.

Het IMF sprak zich in het doorlichtingsrapport van ons land wél uit over de verlaging van de belastingen op arbeid. De internationale instelling loofde de taxshift, omdat ze voor groei en jobs gezorgd heeft. Volgens het IMF blijven de belastingen op arbeid relatief hoog. Het roept België op om te overwegen om de lasten op arbeid verder te verlagen. Ons land moet dat wel compenseren door elders belastinginkomsten te zoeken of te besparen op uitgaven.

DE SMET, D. België blijft kampioen in het belasten van lonen. De Standaard, 12 april 2019, 25.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo