Hoezo, zorgen voor de kinderen levert niets op?

Moderne huismoeders en -vaders dragen wel bij tot de welvaart van een land: zeker 13.800 euro per jaar, zo blijkt uit Britse cijfers. Huishoudelijke arbeid in geld uitdrukken geeft thuisblijfouders de erkenning die ze soms ontberen. ‘Ik zie het als een investering in de toekomst: ik blijf nu thuis zodat mijn kinderen later alle kansen hebben.’

Als de echtgenote van Caroline Neetens uit Zaventem ’s avonds thuiskomt, staat het eten klaar, is het huis gepoetst en hebben de kinderen van 14, 11 en 9 jaar hulp gehad met hun huiswerk. Klinkt denigrerend? Niet wat Caroline betreft. “Ik heb er geen probleem mee om mezelf een huisvrouw te noemen. Het zijn anderen die daar soms een vertekend beeld van hebben – alsof ik niets kan en ondergeschikt ben aan mijn partner. Maar zo zie ik het niet. Ik speel mee in het toneelstuk, zij het van achter de schermen. Het publiek ziet me niet, maar ik ondersteun mee het spektakel.”

Vier jaar al is Caroline thuis en dat bevalt haar prima. Daarvoor werkte ze als dienstverantwoordelijke op een bank, waar ze sinds haar 23ste aan de slag was. Een drukke, stresserende job zonder doorgroeimogelijkheden. Op haar veertigste begon ze zich af te vragen voor wie ze het eigenlijk deed. “Ik gaf het beste van mezelf aan mijn werkgever, terwijl ik vond dat mijn drie kinderen mijn positieve energie verdienden.”

Na wat wikken en wegen besloot Caroline haar werk op te geven. Ze is bewust niet gaan stempelen omdat haar gezin het met één loon aankan. “Mijn partner is dermatoloog, ze heeft een praktijk aan huis. Sinds ik thuisblijf, hebben we ons niets moeten ontzeggen. Waarom zou ik dan extra geld moeten binnenbrengen?”

Haar loon omzetten in tijd brengt haar gezin veel meer op, zo redeneert Caroline. “Er is geen stress meer. Een kind dat plots ziek wordt, bezorgt ons geen hoofdbrekens over een oppas. Als de kinderen thuiskomen van school, eten we een stuk fruit en overlopen we de dag. Voor hen is dat genieten.”

Na haar ontslag heeft Caroline nagedacht over een job die beter bij haar zou passen dan de bank. Al vier jaar moet ze het antwoord schuldig blijven. “Dit is de job die mij op het lijf is geschreven. Het zit in mijn karakter om voor een gezin te zorgen.”

Het Britse statistiekbureau ONS maakte onlangs bekend dat huishoudelijke taken jaarlijks zo’n 12.150 pond per persoon (13.800 euro) toevoegen aan de nationale economie. Thuisblijfouders die het niet eens geraken over hun aandeel in de gezinsfinanciën, wisten eindelijk waar ze aan toe waren. Statistici berekenden de nominale waarde van klussen zoals wassen (1.500 euro), koken (2.700 euro), schoonmaken (3.400 euro) en kinderen verzorgen (6.000 euro) en onthulden op die manier de verborgen boost waarmee ze de natie injecteren.

En er is meer: wanneer het rondrijden van kinderen, de zorg voor ouderen en vrijwilligerswerk mee worden gerekend, blijken personen die onbetaald werk verrichten zelfs zo’n 21.000 euro per jaar toe te voegen aan het bruto nationaal product, aldus het ONS.

Vlaamse ouders

In ons land is een vergelijkbare denkoefening niet voorhanden, maar in 2007 berekende Joris Ghysels van de Universiteit Antwerpen wel de economische waarde van ouderlijke zorgtijd. “Het huidige activeringsbeleid heeft de ambitie iedereen aan het werk te krijgen en te houden, maar voor gezinnen met kinderen is dat geen evidentie”, zegt Ghysels. “Heel wat ouders hebben een sterke voorkeur voor eigen zorg en zijn bereid daarvoor hun arbeidssituatie aan te passen. Kinderen zijn het ouders duidelijk waard.”

Op basis van eerder tijdsbestedingsonderzoek rekende Ghysels uit dat Vlaamse ouders gemiddeld 5 uur en 47 minuten per dag voor hun kinderen zorgen, goed voor 101,44 euro, mocht dat werk verricht zijn door iemand die betaald wordt volgens het loon van een kinderverzorg(st)er in het kleuteronderwijs. Maar er is ook de alternativiteitskost, die de waardering van zorguren uitdrukt volgens de ouderlijke werktijd op de arbeidsmarkt. Daarvoor komt het gederfde nettoloon van de ouder in aanmerking: terwijl de ouder zorgtaken opneemt, kan hij of zij geen loon verdienen door betaald werk te verrichten. Als een ouder een hoog loon zou kunnen verdienen op de arbeidsmarkt, is elk zorguur bijgevolg relatief duur voor deze ouder. Gemiddeld genomen bedraagt de alternativiteitskost van ouderlijke zorg 66,02 euro per dag – maar voor een arts ligt dat dus stukken hoger dan voor een poetshulp.

In tweeoudergezinnen met een eenverdiener waar het jongste kind jonger is dan drie jaar, is de ouderlijke zorgtijd het meeste geld waard: 158,61 euro per dag wanneer het werk door een kinderverzorg(st)er zou gedaan worden, 104,58 euro per dag volgens de alternativiteitskost.

Ghysels erkent dat het moeilijk te begrijpen bedragen zijn. “Ze worden niet werkelijk uitbetaald en komen dus niet in aanmerking voor het bruto nationaal product van ons land, terwijl ze toch bijdragen tot onze welvaart. De bedragen zijn vooral bedoeld als signaal: zorgarbeid brengt wel degelijk iets op. Ze refereren aan een oude strijd van de vrouwenbeweging om zorgtaken in het gezin enig gewicht te geven.”

Dat klinkt wollig, maar die oude strijd laaide vorig jaar op toen Open Vld-voorzitter Gwendolyn Rutten voorstelde het belastingvoordeel voor huisvrouwen af te schaffen om hen aan het werk te krijgen. Thuisblijfouders kunnen gebruikmaken van het huwelijksquotiënt, waardoor de meestverdienende partner een deel van zijn of haar inkomsten overhevelt naar de partner die weinig of niets verdient, om zo minder te worden belast. Maar zoals bij veel sociale maatregelen, speelt hier het mattheuseffect: wie het meeste belastingen betaalt, heeft het meeste baat bij het huwelijksquotiënt, dat de staat zo’n 600 miljoen euro per jaar kost.

Opbrengsten

Maar behalve kosten zijn er dus ook opbrengsten: als de zorg voor kinderen elke dag zo’n 100 euro waard is, dan is dat jaarlijks goed voor 36.500 euro – heel wat meer dan in Groot-Brittannië, maar Ghysels waarschuwt dat elke vergelijking mank loopt omdat de Britse cijfers volgens een andere berekening tot stand zijn gekomen. De Britse zorg voor kinderen is bovendien enger gedefinieerd dan de Vlaamse, die zowel oppas, zorg, medische zorg als spelen met kinderen behelst.

“Ik zie het als een investering in de toekomst”, zegt Caroline Neetens. “Ik ontferm me over de kinderen en help ze met hun schoolwerk, wat zich later hopelijk vertaalt in hogere studies. Eigenlijk zorg ik er door mijn thuisblijven voor dat mijn kinderen straks alle kansen kunnen grijpen. Op die manier geef ik de economie ook een duw in de rug.”

Sinds september is hij weer aan de slag in een halftijdse job, maar de voorbije vijf jaar is Brusselaar Erik Pauwels huisman geweest. Geen bewuste keuze, zegt hij. “Ik werkte in de telecomsector toen ik plots ontslagen werd. Ik vond het niet erg en de tijd die vrijkwam, wilde ik aan mezelf en mijn gezin spenderen. Daarom ben ik bewust niet gaan stempelen: op die manier zouden ze me met rust laten.”

Een maand werd een jaar, een jaar werden er vijf. “Je rolt er zachtjes in en voor je het weet, ben je een fulltime huisman”, zegt Erik, waarna hij zichzelf onmiddellijk corrigeert: “Luxehuisvader, want onze poetsvrouw hebben we gehouden. Ik kookte, deed de was en zorgde voor de kinderen. Toen ik eraan begon, was de oudste zeven, de middelste vijf en de jongste drie jaar – ze zat in de eerste kleuterklas en ik vond het een geweldig voordeel dat ik haar na mijn werk niet doodop hoefde op te pikken in de naschoolse opvang.”

Tijdens de schooluren hield Erik zich bezig met het huishouden en las hij veel. Al begon zijn isolement op de duur te wegen. “Ik ga niet beweren dat ik eenzaam was, maar soms voelde ik me wel alleen. Mijn wereld werd steeds kleiner. Tussen negen uur ’s ochtends en drie uur ’s middag zag ik niemand – iedereen was aan het werk.”

Van die werkende cohorte voelde Erik soms afgunst. Hij was de man die niet hoefde mee te draaien in de ratrace en het rustig aan kon doen. Maar er waren ook momenten dat hij zich te min voelde. “Ik was tenslotte ‘maar’ een huisvader, terwijl mijn vrienden een echte job hadden. Dat knaagde aan mijn gevoel van eigenwaarde. Ik had het gevoel dat ik geen nuttige bijdrage leverde aan de maatschappij. Een vriendin heeft me ooit gezegd dat ze het spijtig vond dat ik ‘ondanks mijn capaciteiten’ niet werkte – al klinkt dat scherper dan ze het bedoelde.”

Er was ook de verveling, het repetitieve. Op sommige momenten had Erik het gevoel dat hij louter de privéchauffeur was van zijn kinderen. Hij bracht ze naar school, naar de muziekacademie, de circusschool, het voetbal. Ook ouders van vriendjes deden beroep op hem om hun kinderen mee te nemen – dat kon toch, hè? “Dat was geen leuke tijd”, herinnert Erik zich. “Transport neemt ontzettend veel tijd in beslag. Maar het was onze eigen fout: wij vonden dat onze kinderen én een sport moesten doen én muziek moesten leren spelen.”

Sinds september is er gewied in de buitenschoolse activiteiten en is de muziek gesneuveld. “Zo getalenteerd waren onze kinderen nu ook weer niet”, vertelt Erik. Met financiële overwegingen heeft het alleszins niets te maken: Eriks vrouw verdient goed haar boterham en hij beschikte over genoeg spaargeld om zijn bestaan als huisvader te overbruggen. “In de periode dat ik ben thuisgebleven, droeg ik bij aan het gezinsbudget en ben ik zelfs het huis mee blijven afbetalen.”

Maar het werd tijd voor iets anders. Erik wilde vorige zomer al terug aan de slag gaan, in overleg met zijn vrouw stelde hij zijn plannen een tijdje uit. “Ze was aan een opleiding begonnen die haar zwaarder viel dan verwacht – ze moest veel studeren. Ik heb er nog een jaar bijgedaan, maar deze zomer begon het echt te jeuken. Levenslang huisvader blijven was echt geen optie.”

Alleen was er die angst: hoe zou hij bij toekomstige werkgevers het gat van vijf jaar in zijn cv kunnen verklaren? “De voorbije jaren heb ik geworsteld met het dilemma wat ik later zou gaan doen. Ik zou geen nuttige ervaring kunnen voorleggen en mijn studie economische wetenschappen heb ik nooit afgemaakt. Gelukkig was er de vriendin die vond dat ik mijn capaciteiten niet benutte: zij bood me een halftijdse job aan in een school in het buitengewoon secundair onderwijs, waar ze directrice is. Ik ben nu praktijkleraar magazijn bij autistische leerlingen en ben begonnen met een lerarenopleiding, want ik wil straks graag een pedagogisch diploma hebben.”

Beweren dat er steeds meer huisvrouwen zijn, zou onzin zijn: sinds 1990, toen er nog meer dan 700.000 thuisblijvende moeders geteld werden, neemt hun aantal in Vlaanderen af. In 2016 waren ze met net iets meer dan 200.000. Het aantal Vlaamse huismannen is sowieso erg klein. Overigens zijn moderne thuisblijfouders niet meer te vergelijken met de traditionele huismoeders van vroeger, die hun hele leven voor het gezin zorgden. Vaak ambiëren ze nog een carrière.

“Als de kinderen groter zijn, vermoed ik dat werken terug aan de orde zal zijn”, zegt Nele Merken uit Hasselt, die twee jaar geleden ontslag nam op haar werk. “Al moet ik toegeven dat ik het fijn vind om thuis te zijn. Ik heb niet het gevoel dat ik hier maar wat zit. Ik heb meer tijd voor onze drie kinderen en voor het huishouden – de dingen die vroeger bleven liggen, zijn nu netjes aan de kant.”

Nele werkte als administratief bediende maar voelde zich niet meer op haar plaats op haar werk. Na lang overleggen met haar man besloot ze de sprong te wagen en huisvrouw te worden. “We zijn niet over één nacht ijs gegaan. Mijn man is ploegbaas in een fabriek. Hij verdient niet slecht, maar uiteraard is onze financiële draagkracht beperkter geworden. Sinds ik thuisblijf, doen we het met minder. We zijn nooit big spenders geweest, maar we denken nu nog beter na over onze aankopen. Zeker het eerste jaar was het aftasten.”

Nele was bang dat ze zou vereenzamen, maar dat blijkt goed mee te vallen: ze is fruitschilmama op de school van haar kinderen en werkt als vrijwilliger voor een vzw. En als het haar thuis te veel wordt, spreekt ze af met vriendinnen. “In het begin voelde ik me daar schuldig over: als ik ga lunchen, is dat op kosten van mijn man. Maar daar heb ik me overheen gezet. Het is een beslissing die we samen hebben genomen.” Bovendien heeft haar man niet te klagen, lacht Nele: “Als hij ’s avonds thuiskomt, staat het eten op tafel en is de was gedaan.”

Nul pensioenrechten
Over haar pensioen maakt ze zich soms zorgen. “Als huismoeder bouw je nul pensioenrechten op – al vraag ik me af of er straks überhaupt geld zal zijn om onze pensioenen te betalen. Ik leef vooral in het nu. De tijd met mijn kinderen, die pakken ze me niet meer af.” Caroline Neetens maakt zich minder zorgen. “Mijn pensioen? Dat zie ik dan wel. Het is veel te leuk nu met de kinderen. Al vind ik wel dat het statuut van huismoeder beter zou moeten worden beschermd.”

Ook Caroline gaat straks weer aan de bak. “Ik ben er niet naar op zoek, maar de kans bestaat dat ik weer ga werken als de kinderen het huis uit zijn. Het is niet zo dat ik niet graag werkte. Bovendien kan ik me bijscholen, dus wat dat betreft zie ik geen probleem. Ik ben vooral ongerust over het gat in mijn cv – dat staat niet goed bij toekomstige werkgevers.”

Misschien, denkt Caroline, kan het in haar voordeel spelen: “Als ik terug ga werken, is dat met volle overtuiging. Ik zal keiveel energie hebben. Goesting: dat lijkt me iets waar werkgevers naar op zoek zijn.”

SOMERS, S. Hoezo, zorgen voor de kinderen levert niets op? De Morgen, 2018-10-29, 8.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo