Niemand die ze wil, maar de rosse muntjes blijven wel bestaan

Ze zijn duur en consumenten houden er niet van. Toch blijven de rosse muntjes voorlopig bestaan – en dat hebben we voor een groot deel aan onszelf te danken.

In juli kondigde Carrefour aan dat ze op zoek waren naar rosse muntjes van een en twee eurocent. De banken hadden de supermarktketen toen gewaarschuwd dat er een tekort dreigde. Gisteren bevestigde de FOD Financiën aan Het Laatste Nieuws dat er inderdaad een tekort is.

Wat is er aan de hand? Simpel: mensen potten de muntjes op, waardoor ze niet meer circuleren in de markt. ‘Ze verdwijnen uit het klassieke betaalverkeer’, zegt Geert Sciot, woordvoerder van de Nationale Bank. Bijna niemand pleit nog voor behoud van de rosse centjes.

Leo Van Hove, munteconoom aan de VUB, vindt het oppotten een probleem, want de muntjes zijn duur om te produceren. Het kost 1,65 eurocent om één muntje van 1 eurocent te produceren. Voor een muntje van twee eurocent is dat 1,94 eurocent. Ons land gaf al 29 miljoen euro uit aan de productie van deze munten, terwijl ze slechts 24 miljoen euro waarde voorstellen. ‘Die kosten betalen wij allen, de belastingbetaler’, legt Sciot uit.

Er zijn scenario’s waarin de rosse muntjes verdwijnen of gemarginaliseerd worden. Optie één is om ze regelrecht af te schaffen. Dat kan alleen de Europese Centrale Bank. De Nationale Bank kan wel proberen het op de Europese agenda te zetten, laat Sciot weten, maar doet dat voorlopig niet.

Maar, zegt Sciot, het is gevaarlijk om de Belgische situatie zomaar op de Europese toe te passen. ‘Het probleem met de rosse muntjes is niet overal zo groot als hier. Er zijn landen waar ze bedragen afronden, of waar ze veel meer elektronisch betalen.’ Zolang de Eurolanden er niet om vragen, worden de muntjes niet afgeschaft.

Cashless society

Naast afschaffen is er nog een oplossing: de cashloze samenleving. Dan zijn de muntjes sowieso overbodig. Febelfin, de Belgische federatie van de financiële sector, is voorstander. ‘We kunnen daarvan dromen, maar in de eerste plaats zijn we realisten,’ zegt ceo Karel Van Eetvelt. Van Eetvelt wijst erop dat er inspanningen nodig zijn om de versnelling richting minder cash in te zetten.

Ook Van Hove pleit op de lange termijn voor een cashless society. ‘Maar er is eerst nood aan less cash. Momenteel kun je nog niet overal met de kaart terecht.’ Van Hove vindt cash duur: het moet geprint, maar bijvoorbeeld ook beveiligd worden bij transport. ‘Betaalkaarten zijn gewoon efficiënter.’ De Nationale Bank houdt zich afzijdig.

De cashloze samenleving is voorlopig nog niet het zorgeloze utopia, geeft ook Van Hove toe. Critici vrezen voor sociale uitsluiting van mensen die geen bankkaart hebben of er niet mee overweg kunnen. ‘Dat vind ik ergens een kortzichtig argument: je zou beter toekomstgericht die mensen helpen en opleiden.’ Een ander obstakel is de kwetsbaarheid van digitale systemen.

Afronden

De derde piste is op dit moment de meeste realistische: afronden. Sommige handelaars doen dat spontaan, maar dat leidt soms tot discussies met de klanten.

Federaal minister van Economie Kris Peeters (CD&V) herhaalde gisteren nog dat er een wetsontwerp aankomt dat de afrondingen tot vijf cent bij cashbetalingen verplicht. De minister belooft dat het nog voor het einde van het jaar voorgelegd wordt aan de ministerraad en het parlement.

Als dat wetsontwerp erdoor komt, zullen de muntjes nog minder belangrijk worden. De handelaars zullen tevreden zijn, want zij moeten bij cashbetalingen de rosse muntjes niet meer gebruiken als wisselgeld. Maar, er kan nog altijd betaald worden met een of twee cent.

GRYMONPREZ, S. Niemand die ze wil, maar de rosse muntjes blijven wel bestaan. De Standaard, 2018-09-25, 21.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo