mens en samenleving logo

Hoeveel geld is Europa ons nog waard?

Het moeilijke debat over de centen voor Europa vanaf 2021 en na de Brexit kan woensdag beginnen. De inzet voor de toekomst van de EU is groot.

De Europese Commissie presenteert woensdag haar voorstel voor de meerjarenbegroting van de EU voor de periode 2021-2027. Het wordt de start van keiharde onderhandelingen die zullen bepalen hoe krachtdadig de Europese Unie in die zeven jaar zal kunnen optreden.

europese begroting

1. Waarom wordt het dit keer nog moeilijker dan anders?

De Brexit slaat aan de inkomstenzijde een gat van naar schatting 12 tot 13 miljard euro per jaar. De Commissie wil dit dichten met de helft besparingen en de helft vers geld. Daarnaast zijn er nieuwe uitdagingen die volgens de Commissie het best Europees worden aangepakt: terreurbestrijding, grenscontrole in de strijd tegen migratie, meer investeringen in defensie. Die rekening kan al snel oplopen tot 10 miljard per jaar. Om dat te financieren, denkt de Commissie aan 20 % besparingen en 80 % vers geld. Ze wil ook meer geld stoppen in onderzoek en innovatie en in het uitwisselingsprogramma Erasmus+. Voor een akkoord is er unanimiteit nodig onder de lidstaten.

2. Waar moet het vers geld vandaan komen?

De Europese begroting is in de lopende periode 2014-2020 goed voor 1.026 miljard euro of 1,03 % van het bruto nationaal inkomen (GNI) van de 28 EU-lidstaten. De Commissie zal woensdag voorstellen om dit na de Brexit op te trekken naar een percentage dat 1,13 tot 1,18 % zal bedragen van het GNI van de 27 lidstaten.

Dat betekent dat de nettobetalers (zie infografiek) meer geld zullen moeten doorstorten naar Brussel. De Commissie wil ook meer eigen middelen kunnen incasseren, bijvoorbeeld door een belasting in te voeren op de emissie van koolstofdioxide of op de productie van plastiek.

3. Waar zal er bespaard moeten worden?

Landbouw palmt in de huidige begroting 408 miljard euro of 38,00 % in. Regionaal beleid, dat bedoeld is om de economische verschillen tussen lidstaten/regio’s te verkleinen, vertegenwoordigt 367 miljard euro of 34,00 %. De bevoegde eurocommissaris, de Duitser Günther Oettinger, heeft al aangekondigd dat er onvermijdelijk gesnoeid zal worden bij die twee ‘slokoppen’.

Hij sprak onlangs van een vermindering van het landbouwbudget met 6 %. Nu gaat 80 % van de directe inkomenssteun voor de landbouwers nog altijd naar 20,00 % van de grote landbouwbedrijven en multinationals. Een beperking tot 60.000 euro – een piste die circuleert – zou jaarlijks een besparing van 10 miljard euro opleveren.

4. Is een akkoord mogelijk tegen mei 2019?

De Commissie wil dat de begroting rond is voor de Europese verkiezingen. ‘Als we daarin slagen, laten we de wereld zien dat Europa in staat is om eensgezind te handelen. Anders winnen Erdogan, Poetin en de autocraten’, zei Oettinger daarover al. Het volgende Europees Parlement, dat ook zijn zegen moet geven, zou wel eens nog eurosceptischer kunnen zijn dan het huidige.

Lukt die ambitieuze timing niet, dan bestaat het risico dat er opnieuw pas kort voor de finish een akkoord bereikt wordt – met juridische en financiële onzekerheid tot gevolg voor universiteiten, landbouwers, studenten, overheden, enzovoort.

Duitsland en Frankrijk hebben al laten weten dat ze meer willen betalen aan de Europese begroting. Maar Nederland, Zweden, Finland, Denemarken en Oostenrijk staan op de rem. Mark Rutte, de Nederlandse premier, beloofde dat hij zijn uiterste best zal doen om te voorkomen dat er extra geld uit Den Haag naar de EU vloeit. Oostenrijk, dat in de tweede helft van 2018 tijdelijk EU-voorzitter is, stelt zich het hardst op: Wenen wil niet meer betalen dan het nu doet en vindt dat het uitgavenniveau op 1,00 % moet blijven.

De landen uit Centraal- en Oost-Europa zullen zich van hun kant met hand en tand verzetten tegen een eventuele koppeling tussen Europese cohesiefondsen en het respect voor de rechtsstaat of Europese solidariteit inzake migratie.

5. Hoe stelt België zich op?

Premier Charles Michel profileert zich graag als een pro-Europese leider, maar hij weigerde tot nog toe te zeggen of België bereid is een hogere bijdrage te betalen voor de volgende meerjarenbegroting. Minister van Begroting Sophie Wilmès (MR) zei in maart aan Le Soir dat een verhoging van de bijdrage tot 1,1 % vanaf 2021 België jaarlijks 800 miljoen euro zou kosten. In een – weinig waarschijnlijk – maximalistisch scenario kon dit volgens Wilmès zelfs oplopen tot 2,8 miljard euro. Het inspireerde Europarlementslid Sander Loones (N-VA) tot een persbericht met de titel: ‘Europa is uit op uw centen.’

Bovendien wil de Commissie komaf maken met alle kortingen, nu de ‘Britse moeder van alle kortingen’ met de Brexit wegvalt. Dat zou ook slaan op de 20 % die lidstaten mogen afhouden van de douanerechten die ze doorstorten aan de EU. Wilmès liet al weten dat België zich hiertegen verzet, omdat die rechten dankzij de haven van Antwerpen hoog liggen.

De Commissie probeert de lidstaten met cijfers en statistieken ervan te overtuigen dat ze dit klassieke debat tussen nettobetalers en netto-ontvangers moeten overstijgen en dat iedereen ervan profiteert als het goed gaat met Europa. Zo leverde de eenheidsmarkt Duitsland in 2014 110 miljard euro extra inkomsten op, België ruim 30 miljard en Oostenrijk 20 miljard. En cohesiefondsen voor de armere landen vloeien in grote mate terug naar de rijkere landen in de vorm van bedrijfsorders.

BEIRLANT, B. Hoeveel geld is Europa ons nog waard? De Standaard, 2018-04-30, 16.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers