Telenet klopte de verwachtingen en werd daar door de beleggers flink voor beloond. Het media- en telecombedrijf weet uit zijn klantenbestand ook steeds meer opbrengsten te puren.
De resultaten van Telenet zijn altijd een waar avontuur, en deze keer waren ze dat nog een beetje meer. Door de overname van de mobiele operator BASE in februari vorig jaar bood de kabelmaatschappij zowel gewone cijfers als ‘rebased cijfers’. In dat tweede scenario simuleerde Telenet cijfers over 2015 met BASE erbij om de vergelijking juist te kunnen maken.
Die ‘rebased cijfers’ toonden een lichte omzetgroei over heel 2016, met 3,00 % naar 2,43 miljard euro. De aangepaste ebitda, de bedrijfswinst voor afschrijvingen, klokte af op 1,12 miljard, ook een stijging van 3,00 %.
Telenet schreef die winstgroei toe aan de schaalvoordelen die het bedrijf versneld uit de overname van BASE begint te halen. Tegen 2020 hoopt Telenet 220 miljoen aan synergie te realiseren. De integratiekosten vallen steeds lager uit, dixit Telenet.
Na de aangepaste ebitda gaapt het grote gat. Helemaal op het onderste lijntje van de resultatenrekening blijft slechts 41,6 miljoen euro over. Dat is flink minder dan de 175 miljoen euro aan nettowinst die Telenet in 2015 nog rapporteerde (-76,00 %).
De redenen voor dat grote gat zijn legio. Telenet schoot 45,7 miljoen euro in bij een schuldherfinanciering die de groep in november regelde. En ook de afboeking van 31 miljoen euro op De Vijver Media speelde door in de fors geslonken nettowinst.
Toch lieten beleggers zich niet kennen door de magere nettowinst. Zij keken naar de aangepaste ebitda, die beter was dan analisten hadden verwacht. Ze stuurden het aandeel op de beurs prompt 6,5 procent hoger.
Quad play
Ook operationeel deed de Mechelse machine haar werk. Zo steeg de ARPU, de ‘average revenue per user’ of het gemiddelde bedrag dat Telenet maandelijks uit zijn klanten weet te puren, van 50,60 naar 53,40 euro (+6,00 %).
Dat heeft deels te maken met het feit dat Telenet aan zijn gebruikers meer diensten weet te verkopen. Lang was ‘triple play’ de norm, waarbij gebruikers internet, vaste telefonie en digitale tv afnemen. 53,00 % van de klanten van Telenet zit al in zo’n ‘triple play’-formule.
Maar ondertussen staat al een nieuwe term klaar in het Telenet-universum: de ‘quad play’, waarbij ook mobiele telefonie in eenzelfde pakket met de drie voorgaande producten wordt aangeboden. Onder meer door het succes van Wigo-formule, die al 150.000 klanten wist te verleiden, zit al 23,00 % van de Telenet-klanten in de ‘quad play’-situatie.
‘Onze klanten willen altijd verbonden zijn en we werken hard om hun dat te kunnen bieden’, gaf financieel directeur Birgit Conix als motivatie. Vanaf volgend kwartaal zal de Mechelse kabelaar voornamelijk in quad play-termen rapporteren.
Voor 2017 blijft Telenet wel voorzichtig in zijn prognoses. Het gaat uit van een stabiele, en dus vlakke, omzetevolutie. CEO John Porter wijt dat aan de regulatoire hindernissen die het bedrijf op zijn pad vindt. Zo zakken vanaf juni de roamingtarieven die een klant moet betalen als hij mobiel wil bellen of surfen in het buitenland. Bovendien zet de hervorming van de prepaidabonnementen, met verplichte registratie, druk op dat deel van de markt.
Niet alleen de regelgeving, maar ook de competitie houdt Telenet waakzaam. ‘In geen van onze buurlanden zijn er drie operatoren die een triple play-aanbod aanbieden’, zei Porter. ‘Concurrentieel boksen we boven ons gewicht.’
