1.000 miljard euro ECB-doping helpt vooral overheden

An­der­half jaar na de start van haar ‘QE’-be­leid heeft de Eu­ro­pe­se Cen­tra­le Bank al 1.000 mil­jard euro aan staats­pa­pier op­ge­kocht. Wat heeft onze eco­no­mie te­rug­ge­kre­gen voor al dat verse geld?

Het woord van het jaar zal het niet snel wor­den, maar ‘kwan­ti­ta­tie­ve ver­soe­pe­ling’ is in geen tijd een vaste waar­de in het eco­no­mi­sche lexi­con ge­wor­den. Beter be­kend onder zijn En­gel­se af­kor­ting QE (Quan­ti­ta­ti­ve Ea­sing) heeft het pro­gram­ma waar­mee de ECB mas­saal over­heids­pa­pier op­koopt na amper an­der­half jaar de kaap van 1.000 mil­jard euro ge­no­men. Dat zal maan­dag blij­ken uit de of­fi­ciële cij­fers. Om dat even in per­spec­tief te plaat­sen: dat is 2,5 keer het to­taal aan goe­de­ren en dien­sten dat België elk jaar pro­du­ceert.

We kun­nen trou­wens maar beter wen­nen aan QE, want wat begon als een ‘on­con­ven­ti­o­ne­le’ maat­regel lijkt steeds meer tot het vaste in­stru­men­ta­ri­um van cen­tra­le ban­ken te be­ho­ren. Wat wil­len cen­traal ban­kiers pre­cies be­rei­ken met QE? Lukt dat ook? En hoe­ver kun­nen ze nog gaan?

1. Wat is QE?

Nor­maal stuurt een cen­tra­le bank de eco­no­mie met haar ren­te­wa­pen: een kwak­ke­len­de eco­no­mie geeft ze zuur­stof door haar be­leids­ren­te te ver­la­gen. Dat maakt het geld waar­mee ban­ken kre­diet ver­strek­ken goed­ko­per, wat de con­sump­tie en in­ves­te­rin­gen moet aan­wak­ke­ren en de prij­zen hoger duwt. Al­leen is dat ren­te­wa­pen in de na­sleep van de fi­nan­ciële cri­sis on­klaar ge­raakt: de ECB ver­laag­de de be­leids­ren­te naar 0,00 %, zon­der het ge­wens­te ef­fect op in­fla­tie en groei. Beide blij­ven frus­tre­rend laag.

En dus open­de de ECB – in na­vol­ging van Japan en de VS – de mo­ne­tai­re tru­ken­doos om er ‘quan­ti­ta­ti­ve ea­sing’ of QE uit op te dui­ke­len. Met die ba­zoo­ka creëert ze geld uit het niets om staats­obli­ga­ties of an­de­re fi­nan­ciële pro­duc­ten aan te kopen. Sinds maart 2015 koopt de ECB elke maand 60 mil­jard euro aan obli­ga­ties, een be­drag dat in april 2016 op­ge­trok­ken werd naar 80 mil­jard. De koop­woe­de drukt het ren­de­ment van al die obli­ga­ties, waar­door na de kor­te­ter­mijn­ren­te ook de lange rente dras­tisch naar be­ne­den is ge­gaan.

De cen­tra­le bank koopt voor­al over­heids­obli­ga­ties, maar ook be­drijfs­obli­ga­ties, bank­obli­ga­ties met on­der­pand (co­ver­ed bonds) en her­ver­pak­te kre­die­ten. Sinds maart 2015 kocht ze zo in to­taal voor 1.200 mil­jard euro pa­pier bij ban­ken en be­leg­gers. Het is de be­doe­ling dat de ban­ken het extra geld ge­brui­ken voor kre­diet­ver­le­ning. Zo wil de ECB de in­fla­tie op­krik­ken naar haar doel­stel­ling van dicht bij 2,00 % en te­ge­lijk de eco­no­mi­sche groei sti­mu­le­ren. Een beet­je in­fla­tie is nodig om de eco­no­mie te ‘sme­ren’. Lage en zeker ne­ga­tie­ve in­fla­tie be­moei­lijkt schuld­af­bouw en doet ge­zin­nen hun con­sump­tie uit­stel­len.

2. Is er een po­si­tie­ve im­pact?

Wat heeft al dat ECB-ge­weld op­ge­le­verd? Het is mis­schien de be­lang­rijk­ste vraag, maar ze is niet een­vou­dig te be­ant­woor­den. Op het eer­ste ge­zicht oogt het re­sul­taat erg pover: de in­fla­tie blijft hard­nek­kig laag en ook de eco­no­mi­sche groei ge­raakt niet uit de start­blok­ken.

Maar de vraag is wat er ge­beurd zou zijn als de ECB niets ge­daan had. ‘Dan was het al­le­maal veel erger’, luidt de wei­nig ver­ras­sen­de con­clu­sie van de ECB over haar eigen be­leid. Om tot dat oor­deel te komen, greep de cen­tra­le bank naar si­mu­la­ties van de eco­no­mie waar­bij er géén QE zou zijn ge­weest. Een moei­lij­ke oe­fe­ning, er­ken­nen eco­no­men, maar vol­gens pro­fes­sor Gert Peers­man van de Uni­ver­si­teit Gent zijn de ra­min­gen van de ECB ‘niet ex­tra­va­gant’ en een goede lei­draad.

Vol­gens de ECB heb­ben de sti­mu­le­rings­maat­re­ge­len die ze sinds juni 2014 lan­ceer­de – meer dus dan enkel QE – de in­fla­tie en groei op­ge­krikt. De stu­die­dienst raamt dat zon­der sti­mu­li de in­fla­tie in 2015 ne­ga­tief was ge­weest en in 2016 en 2017 min­stens 0,5 pro­cent­punt lager dan nu wordt ver­wacht. De eco­no­mi­sche groei zou tus­sen 2015 en 2018 dank­zij de sti­mu­li een boost van 1,5 pro­cent­punt krij­gen. Dat ge­beurt onder meer omdat ban­ken zich goed­ko­per kun­nen fi­nan­cie­ren bij de ECB, waar­door ze op hun beurt kre­die­ten voor be­drij­ven en ge­zin­nen veel goed­ko­per kon­den maken.

Voor Peter Van­den Houte, hoofd­econoom van ING België, zijn de la­ge­re fi­nan­cie­rings­kos­ten het be­lang­rijk­ste re­sul­taat. ‘Die heb­ben een po­si­tief ef­fect op de eco­no­mie door op ter­mijn de in­ves­te­rin­gen aan te wak­ke­ren.’ De la­ge­re rente die QE for­ceert, ver­licht ook met­een de schul­den­last van over­he­den en de privésec­tor. Over­dre­ven schul­den­last was net een van de oor­za­ken van de cri­sis, aldus Van­den Houte. Van­daag kun­nen veel over­he­den en som­mi­ge be­drij­ven gra­tis geld lenen op de obli­ga­tie­markt.

Het ECB-be­leid ver­ge­mak­ke­lijkt zo de schuld­af­bouw, niet het minst voor over­he­den die zich extra in de schul­den moesten ste­ken tij­dens de cri­sis­be­strij­ding. ‘Ter­wijl de to­ta­le schuld­graad van de eu­ro­zo­ne met 40,00 % van het bruto bin­nen­lands pro­duct ge­ste­gen is sinds de start van de euro, zijn de ren­te­las­ten net gedááld van 3,50 naar 2,10 % van het bbp’, zegt Van­den Houte. Voor België scheelt dat jaar­lijks al snel en­ke­le mil­jar­den aan ren­te­be­spa­rin­gen. Over­he­den moe­ten daar­door min­der fors be­spa­ren en kun­nen meer in­ves­te­ren. Maar ook be­drij­ven pro­fi­te­ren dank­zij goed­ko­pe­re her­finan­cieringen, vol­gens Van­den Houte een van de be­lang­rijk­ste aan­drij­vers van de ho­ge­re be­drijfs­win­sten.

Voor Bruno Col­mant, hoofd­econoom van Bank De­g­roof Pe­ter­cam, zijn de ge­sub­si­di­eer­de staats­schul­den zelfs het enige be­lang­rij­ke ef­fect van het ECB-be­leid. ‘QE gaat niet over in­fla­tie en groei, wel over het hel­pen van over­he­den’, aldus Col­mant. Vol­gens zijn be­re­ke­nin­gen zal de ECB uit­ein­de­lijk zo’n 20,00 % van alle staats­schuld van de eu­ro­zo­ne be­zit­ten. Hij ziet daar ‘een soort schuld­her­schik­king’ in als de ECB dat schuld­pa­pier nog 20 of 30 jaar aan­houdt. Een bonus van QE is dat het de euro goed­ko­per maakt, waar­door Eu­ro­pe­se be­drij­ven con­cur­ren­tiëler wor­den.

3. Wat met de ne­ven­ef­fec­ten?

De ne­ven­ef­fec­ten van het forse ECB-be­leid krij­gen al­maar meer aan­dacht, al was het maar omdat ge­wo­ne spaar­ders ermee ge­con­fron­teerd wor­den. Zij ver­die­nen nog amper iets op hun spaar­re­ke­nin­gen nu ban­ken de ex­treem lage markt­ren­tes gro­ten­deels door­re­ke­nen. Daar­door is de ge­mid­del­de rente op de­po­si­to’s in de eu­ro­zo­ne voor het eerst onder 0,50 % ge­zakt. Spaar­ders die niets meer ver­die­nen, drei­gen de vin­ger op de knip te hou­den met een be­zorgd oog op hun pen­si­oen.

De ban­ken zelf krij­gen al te maken met ne­ga­tie­ve ren­tes, een ge­volg van de QE-plet­wals én van de de­po­si­to­ren­te van -0,40 % die de ECB sinds maart 2016 han­teert. Die straf­ren­te is van toe­pas­sing op de groei­en­de li­qui­di­tei­ten­zee die de ban­ken moe­ten par­ke­ren bij de ECB. Dat vreet aan de ren­da­bi­li­teit van de bank­sec­tor. Ook bij pen­si­oen­fond­sen en ver­ze­ke­raars hakt de ex­treem lage rente in het bu­si­ness­mo­del: ze heb­ben moei­te om via obli­ga­tie­be­leg­gin­gen de ren­de­men­ten te be­ha­len die ze hun klan­ten be­loofd heb­ben.

Cri­ti­ci waar­schu­wen voor zeep­bel­len. Be­leg­gers die wan­ho­pig op zoek gaan naar ren­de­ment stu­ren aan­de­len- en vast­goed­prij­zen al­maar hoger. De Na­ti­o­na­le Bank is al­vast op haar hoede voor een over­waar­de­ring van de Bel­gi­sche vast­goed­markt. Vol­gens su­per­be­leg­ger Bill Gross is de groot­ste zeep­bel­len­bla­zer de ECB zelf, door een ‘su­per­no­va’ op de obli­ga­tie­markt te voe­den. Col­mant ziet geen zeep­bel. ‘Al­leen een stij­gen­de rente kan de ge­ste­gen prij­zen van al die ac­ti­va naar be­ne­den halen, maar ik zie de rente niet snel stij­gen.’

Wat het ECB-be­leid nog apart maakt, is de on­e­ven im­pact ervan in een munt­unie als de eu­ro­zo­ne. ‘Lan­den met veel spaar­ders wor­den har­der ge­trof­fen, wat ver­klaart waar­om men in bij­voor­beeld Duits­land en Ne­der­land meer fo­cust op de ne­ga­tie­ve ef­fec­ten’, waar­schuwt Van­den Houte. Dat be­dreigt op ter­mijn de sta­bi­li­teit van de munt­unie.

4. Hoe oogt de ba­lans?

‘De ECB had wei­nig an­de­re keuze’, meent Van­den Houte. Het al­ter­na­tief – niets doen – was im­mers slech­ter. Voor Peers­man is de ba­lans zon­der meer po­si­tief. ‘Als de sti­mu­li een gun­stig ef­fect heb­ben op de groei en de in­fla­tie, dan is de ba­lans po­si­tief. Al is wel dui­de­lijk dat een sti­mu­le­rend mo­ne­tair be­leid on­vol­doen­de is om de groei en in­fla­tie vol­doen­de op te krik­ken. Ook struc­tu­re­le maat­re­ge­len en het be­gro­tings­be­leid moe­ten een rol spe­len.’ De roep voor over­heids­in­ves­te­rin­gen in in­fra­struc­tuur klinkt steeds lui­der, maar over­he­den geven voor­lo­pig nau­we­lijks ge­hoor.

Peers­man is trou­wens meer fan van QE dan van de ne­ga­tie­ve de­po­si­to­ren­te. ‘Voor­al van dat laat­ste komen de ne­ven­ef­fec­ten voor ver­ze­ke­raars en pen­si­oen­fond­sen. Ook voor de ban­ken is het een straf. Het zet ze ertoe aan ri­si­co’s te nemen en meer kre­die­ten te ver­strek­ken aan ge­zin­nen of be­drij­ven die ze an­ders niet zou­den krij­gen. Dat kan lei­den tot te veel schul­den.’

Wan­neer de QE van de ECB af­ge­wo­gen wordt tegen die van de Ame­ri­kaan­se cen­tra­le bank (Fed), komt de Eu­ro­pe­se ver­sie stee­vast als ver­lie­zer uit de ver­ge­lij­king. De Ame­ri­kaan­se QE had meer im­pact, en niet al­leen omdat de VS er vroe­ger mee be­gon­nen dan de ECB. Peers­man: ‘De Fed was veel daad­krach­ti­ger, maar heeft ook geen last van po­li­tie­ke te­gen­stel­lin­gen zoals bij de ECB. Dat maakt de Fed ge­loof­waar­di­ger. Het is ook mak­ke­lij­ker dat be­leid in de VS te voe­ren: het mo­ne­tair be­leid ver­loopt er meer via de fi­nan­ciële mark­ten, die er ster­ker ont­wik­keld zijn. In Eu­ro­pa wordt de eco­no­mie voor­al via de ban­ken ge­fi­nan­cierd, zodat de ECB af­han­ke­lij­ker is van de zieke bank­sec­tor voor haar be­leid.’

5. Moet de ECB nog meer doen?

Van het ver­der op­drij­ven van QE lij­ken eco­no­men geen fan. ‘Nog ver­der gaan wordt ge­vaar­lijk’, waar­schuwt Van­den Houte. De ne­ven­ef­fec­ten drei­gen dan de baten te over­scha­du­wen. Het zou vol­gens de ING-eco­noom ook de le­gi­ti­mi­teit van de ECB in spaar­ders­lan­den als Duits­land in twij­fel trek­ken.

Peers­man ge­looft dat de ECB nog meer kan doen om de lan­ge­ter­mijn­ren­te ver­der te druk­ken. ‘Maar zo’n be­leid sti­mu­leert voor­al de groei, en slechts in­di­rect de in­fla­tie.’ Om de in­fla­tie om­hoog te krij­gen – het fi­na­le doel van de cen­tra­le bank – kan de ECB het best haar com­mu­ni­ca­tie aan­pas­sen. ‘De in­fla­tie wordt sterk ge­dre­ven door de in­fla­tie­ver­wach­tin­gen van con­su­men­ten en mark­ten. Die ver­wach­tin­gen zijn op hun beurt sterk af­han­ke­lijk van de com­mu­ni­ca­tie van de ECB. Voort­du­rend zeg­gen dat de in­fla­tie te laag is, zoals de ECB doet, maakt men­sen daar meer be­wust van en kan con­tra­pro­duc­tief zijn.’

De ECB dreigt trou­wens op de tech­ni­sche li­mie­ten van QE te bot­sen. Op een be­paald mo­ment blijft er geen schuld­pa­pier over om te kopen, zó groot is de koop­kracht van een oli­fant als de ECB. Dat komt ook door het opzet van het pro­gram­ma. De ECB han­teert de de­po­si­to­ren­te van -0,40 % als strik­te on­der­grens voor haar aan­ko­pen: ze koopt geen pa­pier dat een nog ne­ga­tie­ver ren­de­ment heeft. Maar door haar eigen koop­ge­drag heeft een al­maar groei­end deel van het Eu­ro­pe­se staats­pa­pier – dat van vei­li­ge haven Duits­land op kop – een ren­de­ment be­ne­den -0,40 % ge­kre­gen. Daar­door krimpt de vij­ver van QE-waar­dig pa­pier nog meer.

6. Hoe ein­digt dit?

Dat de ‘exit’ uit QE een hei­ke­le ope­ra­tie wordt, leer­de de be­ruch­te ‘taper tan­trum’. Toen de Ame­ri­kaan­se cen­tra­le bank in 2013 aan­kon­dig­de haar maan­de­lijks aan­koop­vo­lu­me af te bou­wen, re­a­geer­de de obli­ga­tie­markt als door een wesp ge­sto­ken. Be­leg­gers ver­koch­ten mas­saal obli­ga­ties, waar­door de ren­tes fors ste­gen.

Het QE-pro­gram­ma van de ECB loopt nog tot maart 2017, maar de mees­te eco­no­men ver­wach­ten dat de cen­tra­le bank het zal ver­len­gen. ‘Met drie tot zes maan­den’, spe­cu­leert Col­mant. Daar­na zal Frank­furt het maan­de­lijks be­drag van 80 mil­jard euro ge­lei­de­lijk be­gin­nen af te bou­wen, om tegen het voor­jaar van 2018 niet lan­ger pa­pier bij te kopen, meent Col­mant. Hij ha­mert erop dat de ECB de markt een dui­de­lijk en tij­dig sig­naal moet geven over het ge­plan­de pad, zodat be­leg­gers er zich op kun­nen in­stel­len.

Om van een echte exit te spre­ken, moet de cen­tra­le bank niet enkel stop­pen met het aan­ko­pen van vers pa­pier, maar moet ze ook de berg aan­ge­kocht pa­pier op haar ba­lans ge­lei­de­lijk af­bou­wen. Dat kan door het bin­nen­stro­men­de geld van obli­ga­ties die op ver­val­dag komen niet lan­ger te her­be­leg­gen in nieuw pa­pier. Daar­van is nog lang geen spra­ke, zelfs niet bij de Fed. Daar ver­vangt men pa­pier op ver­val­dag braaf­jes door nieuw pa­pier voor een­zelf­de be­drag, zodat de ba­lans con­stant blijft.

Zo’n vol­le­di­ge exit ‘zal niet een­vou­dig zijn’, meent Col­mant. ‘Be­gin­nen met QE is mak­ke­lijk, ermee stop­pen is moei­lijk.’ De ECB is vol­gens hem ver­plicht de rente nog lang laag te hou­den en haar ba­lans­vo­lu­me con­stant te hou­den. De snel­heid waar­mee de ECB uit­ein­de­lijk haar ba­lans af­bouwt, kan ze re­ge­len door som­mi­ge ver­val­len­de obli­ga­ties te her­fi­nan­cie­ren en an­de­re niet.

Daar­mee zal QE niet ver­dwe­nen zijn. Van­den Houte ziet in de speech die Fed-voor­zit­ter Janet Yel­len vo­ri­ge week gaf een dui­de­lij­ke aan­wij­zing dat QE tot het stan­daard­re­per­toi­re van cen­tra­le ban­ken zal gaan be­ho­ren. Dat komt omdat het klas­sie­ke ren­te­wa­pen min­der krach­tig is ge­wor­den in een eco­no­mie die struc­tu­reel op een la­ge­re even­wichts­ren­te is gaan draai­en. Als de rente waar­bij een eco­no­mie per­fect in even­wicht is lager ligt dan vroe­ger, ver­kleint dat met­een de marge van een cen­tra­le bank om via ren­te­ver­la­gin­gen een sla­bak­ken­de eco­no­mie te sti­mu­le­ren al­vo­rens op de nul­grens te bot­sen. QE is dan een han­dig extra in­stru­ment in de ge­reed­schaps­kist. De nerdy af­kor­ting zal dus niet snel ver­dwij­nen uit ons lexi­con.

VAN HAMME, K. 1.000 miljard euro ECB-doping helpt vooral overheden. De Tijd, 2016-09-03, 24.

 

E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo