De regels voor het aankondigen van solden zijn te streng in ons land. Ook op andere punten gaat de wet op handelspraktijken te ver, zo stelt het Europese Hof van Justitie.

De Europese Commissie was naar het Europese Hof van Justitie gestapt omdat België de Europese richtlijn over oneerlijke handelspraktijken uit 2005 niet juist zou omgezet hebben. De Belgische regels zijn te streng, terwijl een lidstaat niet strenger mag zijn dan de Europese regels voorschrijven, zo klinkt het in het arrest.

Zo voerde de Commissie aan dat België te streng optreedt bij de controle van de aangekondigde prijsverlagingen. Die moeten in België verwijzen naar de laagste prijs die de maand voor de eerste dag van de aankondiging werd gevraagd. De Europese wetgeving schrijft dit niet voor.

De Commissie stelde ook dat de Belgische wet verder gaat dan de Europese richtlijn. Zo is er bij verkopen op een markt of aan de deur een maximumbedrag van 250 euro per consument vastgelegd. Ook het verbod om op deze manier geneesmiddelen, medische apparaten en corrigerende glazen en monturen te verkopen strookt volgens de Europese Commissie niet met de Europese regels.

De Commissie bestreed ook dat de Belgische wet niet van toepassing is op beoefenaren van vrije beroepen, tandartsen en fysiotherapeuten. ‘De wet op de handelspraktijken moet gelden voor alle beroepsbeoefenaren’, luidt het in een samenvattende nota.

Het hof geeft de Commissie dus over de hele lijn gelijk. Het is nu aan ons land om het arrest van het Hof zo snel mogelijk na te leven en de Belgische regelgeving in overeenstemming te brengen met de Europese regels.

Bron: De Standaard – 10 juli 2014