De prijs van een leeg café

Op 31 maart publiceert Statbel, zoals elke maand, het inflatiecijfer. Alleen is de inflatie meten in coronatijden niet zo evident. Het inflatiecijfer meet namelijk de evolutie van de levensduurte in België via de indexkorf. De producten en diensten in die korf worden opgesteld op basis van een enquête bij de huishoudens, waarna de prijzen opgemeten worden. Daar horen dus ook café­bezoek, een bioscoopticket of een vliegtuigreis bij. Maar hoe meet je die prijzen als geen enkele Belg nog op café kan gaan of een film in een bioscoop kan zien? Volgens Ken Van Loon, statisticus bij de indexdienst van Statbel, is de oplossing vrij eenvoudig: ‘We nemen de prijs van de laatst beschikbare maand. Voor voetbaltickets werken we al jaren zo. In de vakantiemaanden ligt de competitie stil en nemen we de prijs van een ticket in de laatste maand dat er gevoetbald werd.’

De volgende maanden zal Statbel die truc dus op ­grote schaal moeten toepassen. Zeker 10,00 % van wat in een klassieke indexkorf zit, kan niet meer gekocht worden in België, schat Van Loon. Zo zijn de horeca­uitgaven goed voor 7,00 % van de index, vliegtuig­reizen voor 0,60 %. Voor die reizen moet de indexdienst nog meer kunst- en vliegwerk toepassen om tot een normaal inflatiecijfer te komen. In de paasvakantie zal het grootste deel van het vliegverkeer wellicht nog stilliggen. Toch zal er dit jaar een prijsstijging voor vliegtuigreizen doorgerekend worden.

Dat klinkt absurd, maar dat komt doordat vorig jaar, zoals bijna elk jaar, de vliegtuigreizen in de paasvakantie duurder werden. Als de indexdienst de prijs van de vliegtuigtickets van de laatste beschik­bare maand, februari 2020, zou nemen, zou dat in april 2020 tot een daling van de inflatie leiden. Dat komt ­omdat het inflatiecijfer het verschil op jaarbasis meet. De prijzen van april 2020 worden dus vergeleken met die van april 2019. En in april 2019 lagen de prijzen van de vliegtuigtickets, vanwege de grote vraag in de paas­vakantie, hoger dan in februari 2020. De indexdienst zal dus de prijzen van 2019 moeten nemen om tot een ietwat stabiel cijfer te komen.

In België doet die methodologie er net nog iets meer toe dan in andere landen. België is een van de weinige landen ter wereld met een automatisch loonindexeringsmechanisme. De lonen zijn hier automatisch gekoppeld aan de inflatie – of om preciezer te zijn: aan een afgeleide daarvan, de gezondheidsindex. In andere landen ­komen de lonen volledig via een onderhandelingsproces tot stand, waarbij de inflatiecompensatie een onderdeel van de onderhandelingen tussen werkgevers en werk­nemers vormt. Op een loonmassa in de Belgische private sector van goed 150 miljard euro betekent een verschil in de inflatiemeting met pakweg 0,10 % 150 miljoen euro in het voor- of nadeel van de werknemers. In ­normale tijden zou dat tot een hevige discussie leiden tussen werkgevers en -nemers. Wellicht hebben die nu andere katten te geselen.

DECOCK, S. De prijs van een leeg café. De Standaard, 20 maart 2020, 22.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo