Een beloning voor ongeduld

Toen de wereld voor het eerst kennismaakte met negatieve rente, werd verondersteld dat dit een tijdelijk fenomeen zou zijn. Een bizarre uitwas van de financiële wereld, waar wel vaker onbegrijpelijke dingen gebeuren. Maar misschien wordt het tijd om die mening te herzien. De signalen dat negatieve rente het nieuwe normaal aan het worden is, worden talrijker. De hoeveelheid schuld die negatief rendeert, is alleen maar toegenomen. En de negatieve rentes worden steeds lager. De rente is wereldwijd al decennia aan het dalen, en het lijkt erop dat die trend zich niet laat afschrikken door de nullijn.

Bankiers pleitten deze week al voor een nulrente op het spaarboekje. Dat is nog maar één stap verwijderd van een negatieve spaarvergoeding. Dat leek ooit ondenkbaar. Spaarders zouden dan hun spaargeld weghalen, luidde de consensus. We weten nu dat dat niet gebeurt. Gedoe met stapels bankbiljetten is geen aantrekkelijk alternatief. Op de 256 miljard die Belgen op hun zichtrekeningen geparkeerd hebben, geldt nu de facto al een negatieve rente. De rekeningen brengen niks op, maar banken brengen wel kosten in rekening. Toch groeit het bedrag op zichtrekeningen gestaag aan. Zo ondenkbaar is het dus niet meer dat spaarrekeningen hetzelfde lot zullen ondergaan. Banken storten dan aan het eind van het jaar geen rente meer, maar zullen een bedrag in rekening brengen als vergoeding voor het veilig bewaren van het geld.

Laten we nog eens een stapje verder gaan: een negatieve hypotheekrente, zou dat denkbaar zijn? Je bent geneigd om nee te antwoorden. Geld verdienen door geld te lenen – dat lijkt te gek voor woorden. Maar als de negatieve rente op dezelfde manier tot stand zou komen als nu op de obligatiemarkt gebeurt, is het gedachte-experiment al wat meer aannemelijk. In dat geval zou je bijvoorbeeld 200.000 euro lenen voor een huis, en elke maand een bedrag aflossen, zodanig dat aan het eind van de rit 195.000 euro is terugbetaald. Waarom zouden banken dat doen? Om dezelfde reden die hen nu naar negatief renderende obligaties drijft: omdat het geld dan veilig opge­borgen is (in dit geval in een bakstenen constructie) en elk ander alternatief meer risico inhoudt.

We gaan nog een stap verder. Een consumptief krediet met een negatieve rente, zou dat denkbaar zijn? Het lijkt het paradijs op aarde. Je leent 10.000 euro, steekt het geld in een spaarpot (niet op een bankrekening natuurlijk!) en betaalt na een jaar 9.900 euro terug. De 100 euro opbrengst steek je in je zak. Op het eerste gezicht een wel heel onwaarschijnlijk scenario. Maar eigenlijk is het niet zo heel ver verwijderd van een concept dat serieuze economen al vele jaren lang bestuderen: helikoptergeld. Geld uitdelen aan de consumenten is de overtreffende trap van monetaire versoepeling.

Economen zien sparen als een vorm van uitgestelde consumptie. Geld wordt opgepot, om er later iets mee te kopen. Dat gedrag wordt beloond: de spaarder ontvangt rente. Geduld levert geld op. Lenen is het omgekeerde: vooruitgeschoven consumptie. Je besteedt geld dat je eigenlijk nog niet hebt. Dat gedrag wordt bestraft: de lener betaalt rente. Ongeduld kost geld.

Laten we die denkbeelden eens even omkeren. Als we voortaan ongeduld belonen en geduld bestraffen, dan is negatieve rente zo logisch als wat.

MOOIJMAN, R. Een beloning voor ongeduld. De Standaard, 3 augustus 2019, E2.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo