Britten winnen goud op WK muntdaling

Ruim een week geleden werd Boris Johnson premier van het Verenigd Koninkrijk. In die korte periode heeft het pond zo’n 2,50 % van zijn waarde verloren ten opzichte van de dollar – meer dan enige andere munteenheid. De Britse munt staat nu op een haar na op het laagste niveau sinds het referendum, en analisten voorspellen dat de neergang voorlopig niet gestuit zal worden. Johnson heeft het pond in zijn eerste week meer laten zakken dan Theresa May in haar eerste jaar.

pond
De waardedaling weerspiegelt de gestegen kansen op een harde Brexit. Als het zover komt, zal de Britse economie naar verwachting een gevoelige tik krijgen. Mogelijk belandt het land zelfs in een recessie. Beleggers spelen daar op in door nu al Britse activa te verkopen.

In 2008, toen Labour aan de macht was, beschreef Johnson in zijn krantencolumn het zwakke pond nog als een ‘nationale vernedering’, merkte The Guardian deze week op. Daar is nu geen sprake meer van. Johnson lijkt zich weinig zorgen te maken over de koers van de munt. Tijdens zijn bezoek aan Wales, dinsdag, zei de premier dat de regering geen commentaar geeft op de muntkoers.

Sommige brexiteers zien de daling als goed nieuws: ze maakt Britse producten goedkoper in het buitenland. Het dalende pond heeft de economische impact van de Brexit tot nu toe gedempt. In het eerste kwartaal van dit jaar groeide de Britse economie sneller dan die van de eurozone. De ongunstige wisselkoers ontmoedigt Britten ook om naar het buitenland te gaan, zodat ze meer geld uitgeven in eigen land. Tegelijk wordt een trip naar Londen goedkoper voor buitenlandse toeristen.

Maar het zwakke pond dreigt de Britse consumenten wel in hun portemonnee te treffen. Geïmporteerde producten worden duurder. De inflatie in Groot-Brittannië ligt dan ook bijna dubbel zo hoog als in de eurozone. Dat verschil kan nog toenemen naarmate het pond verder wegzakt.

Voor de Bank of England is het lastig werken. De relatief hoge inflatie zou een renteverhoging kunnen rechtvaardigen. Traditioneel wordt een dalende munt ondersteund met hogere rentes. Maar tegelijk zou dat contraproductief werken als het toch tot een harde Brexit zou komen. Voorlopig houdt de bank het erop dat de rente niet verhoogd, noch verlaagd wordt. Gisteren werd besloten dat het peil van 0,75 % gehandhaafd blijft. ‘Toegenomen onzekerheid over de aard van de terugtrekking uit de EU betekent dat de economie de komende jaren allerlei richtingen op kan gaan’, schreef de bank gisteren in een toelichting, waaruit lichte wanhoop doorklonk.

Economen houden er rekening mee dat bij een harde Brexit het pond nog 10,00 tot 15,00 % kan dalen. Eén pond zou dan minder waard worden dan één euro, wat veel Britten waarschijnlijk als een symbolische vernedering zouden ervaren. Vooral omdat ze dat aan den lijve zouden ondervinden bij een vakantie op het continent.

MOOIJMAN, R. Britten winnen goud op WK muntdaling. De Standaard, 2 augustus 2019, 20.

Lees ook Politiek spel van Johnson nekt pond

E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo