Het Britse pond zet zijn steile neergang voort. De scherpe taal van de nieuwe premier Boris Johnson tegenover de EU doet de kansen op een harde brexit toenemen. Johnson lijkt door zijn aanpak kiezers terug te winnen van de Brexit Party van Nigel Farage.
De Britse munt zakte gisteren alweer 0,40 % tegenover de euro. De voorbije vier dagen verloor het pond 2,60 % van zijn waarde tegenover de eenheidsmunt, de grootste neergang in bijna drie jaar. Met een koers van 1,09 euro per pond nadert de munt zijn laagste peil van 1,079 euro sinds de brexitstemming in juni 2016. Beterschap zit er niet meteen in, want de markt houdt hoe langer hoe meer rekening met een harde brexit.
‘Zowel de nieuwe Britse premier Boris Johnson als leden van zijn team, zoals de nummer één voor de brexitvoorbereiding Michael Gove, hebben de voorbije dagen verbaal duidelijk gemaakt dat een no deal met de Europese Unie een reële mogelijkheid is. Zij bereiden dat scenario voor, en spreken harde taal tegenover de EU’, zegt valutastrateeg Petr Krpata van ING aan. ‘Daardoor realiseert de markt zich dat zo’n economisch rampscenario wel degelijk tot de mogelijkheden behoort.’
Johnson eist naar verluidt nieuwe Europese concessies over Noord-Ierland. Maar de EU lijkt niet te willen plooien. Volgens de boulevardkrant The Sun plannen de Europese leiders een ‘blitzkrieg van maatregelen die de ondernemingen en de financiële markten moeten voorbereiden op een no deal’.
‘Tot nu toe hield de markt zo goed als geen rekening met een harde brexit’, zegt Philippe Gijsels van BNP Paribas Fortis. ‘De meeste beleggers dachten dat het VK en de EU nog lang zouden palaveren over een deal, maar dat zoals altijd op het eind een oplossing uit de bus zou komen. Bovendien deed de Britse economie het tot nu toe relatief goed, wat het pond ondersteunde.’
Conservatieven rukken op
Johnson spint goed garen bij de hardere taal tegenover Europa, wat hem sterkt om het gas nog dieper in te drukken. Volgens de jongste opiniepeilingen rukken zijn Conservatieven op en winnen ze stemmen terug van de Brexit Party van Nigel Farage.
‘Daarom denk ik dat de politieke polemiek niet snel ophoudt’, zegt Karel De Cuyper, valutaspecialist van KBC. ‘Het lijkt de nieuwe strategie van de Conservatieve Partij. Met de harde taal probeert ze de EU aan te zetten tot een betere deal voor het VK. Johnson ziet zich ook geruggensteund door de markt. De Britse rente daalt nog in plaats van te stijgen.’
ING denkt dat de situatie tot nieuwe verkiezingen in het VK leidt. ‘Als Johnson de harde brexit blijft nastreven, zal dat een vertrouwensstemming in het parlement uitlokken, die hij zal verliezen’, zegt Krpata. ‘Dat zal tot nieuwe verkiezingen leiden, en de vraag van de Britten om de exitdatum van eind oktober uit te stellen. Maar de Conservatieven leiden in de opiniepeilingen. Als ze winnen, zullen ze dat als een nieuwe overwinning voor het pro-brexitkamp zien, wat een hard brexit-standpunt in hun ogen nog meer rechtvaardigt. De kans op een no deal wordt zo nog groter.’
‘Voor het pond blijven alle lichten op korte termijn op rood staan’, zegt De Cuyper. ‘Ik ga ervan uit dat de sterling daalt tot 1,05 à 1 euro. De munt test nu technisch haar vorig dieptepunt van 1,079 euro na de brexitstemming. Als dat wordt doorbroken, kan het plots nog veel lager gaan. En mocht de harde brexit toch realiteit worden, kan het pond zelfs onder één euro dalen. Dan zal de Britse economie zware klappen krijgen, waardoor niemand in het VK ermee inzit dat de sterling naar beneden gaat.’
Valutaoorlogen
Ook Gijsels stipt aan dat de Britten baat hebben bij een goedkoop pond, ook al doet dat de inflatie door de duurdere invoer stijgen, en vermindert het de koopkracht van Britse toeristen in het buitenland. ‘In de huidige valutaoorlogen wil elk land zijn munt naar beneden drukken om beter te kunnen concurreren. De daling van het pond is goed nieuws voor de Britse exporteurs. Bij een harde brexit zie ik de koers onder de pariteit met de euro zakken.’
De beleggers kunnen de daling van het pond wel smaken. De Londense beurs deed het gisteren beter dan de rest van Europa. De Footsie-index brokkelde amper aan halve procent af, tegenover een verlies van 1,50 % voor de Stoxx600-index. De meeste internationale bedrijven in de Londense sterindex halen het gros van hun omzet uit andere munten, die bij de omzetting naar pond meer waard worden.’
