Als de munt een wapen wordt

De Verenigde Staten dreigen nu ook compenserende importheffingen op te leggen aan alle landen die de waarde van hun munt manipuleren om meer te kunnen exporteren. Blijft het bij boze tweets en een wets­wijziging of verandert de handelsoorlog in een muntoorlog?

Echte oorlogen worden uitgevochten met bommen, kalasjnikovs en drones. Handelsoorlogen met keiharde import­tarieven. Maar de wapens in een muntoorlog zie je niet. De monetaire veldslagen gebeuren undercover. Niemand praat erover, officieel tenminste, en toch gebeurt het. Don’t mention the currency war. Zoiets.

Althans, zo was het vroeger. Tot begin vorig jaar de Amerikaanse minister van Financiën, Steven Mnuchin, zich voor het eerst publiek uitsprak over de zwakke dollar. ‘Goed voor de Amerikaanse economie’, bromde Mnuchin toen. Een ongebruikelijke uitspraak. En niet alleen omdat er sinds de jaren negentig afspraken bestaan binnen het IMF en de G20 om de eigen munt niet omhoog of omlaag te praten. Maar vooral omdat die uitspraak ook een trendbreuk markeerde in het Amerikaanse monetaire beleid.

Sinds de jaren negentig staan de opeenvolgende Amerikaanse ministers van Financiën voor een sterke dollar. Dat is in het nationale belang van de VS, werd daar altijd bij benadrukt. Want het ondersteunt de positie van de dollar als de enige echte reservemunt van de wereld. Liefst 60,00 % van alle geldtransacties wereldwijd verloopt in dollar, 20,00 % in euro en 2,00 % in Chinese yuan.

Extra jobs

Maar de tijd van de sterke dollar lijkt nu helemaal voorbij. Een zwakke dollar past in het ‘America first’ van Trump. En hij is niet alleen. ‘Elizabeth Warren in bed met Donald Trump: beiden willen de dollar doen kelderen’, was vorige maand nog een schreeuwerige kop op de gespecialiseerde financiële site voor wisselkoershandelaren: FXStreet.

Het economisch patriottisme van Warren verschilt dan wel in stijl en inhoud van het economisch nationalisme van Trump: toch hebben ze één ding gemeen: ze beloven de Amerikaanse kiezer allebei extra jobs te creëren door de dollar te verzwakken. Kort door de bocht luidt hun politiek geïnspireerde redenering als volgt: de Chinese munt wordt kunstmatig zwak gehouden en die verdomde Europeanen zijn geen haar beter. Chinezen en Europeanen kunnen daardoor hun producten tegen lage prijzen dumpen in de VS, terwijl Amerikaanse fabrieken sluiten en arbeiders hun job verliezen.

Het is geen toeval dat Trump vorige maand de druk opvoerde via zijn favoriete medium: Twitter. Op 18 juni, slechts enkele uren nadat ECB-baas Mario Draghi in het Portugese Sintra verdere monetaire versoepeling aangekondigd had, tweette Trump zuur: ‘Draghi kondigde net meer stimulus aan, waardoor de euro onmiddellijk in waarde zakte tegenover de dollar, waardoor het voor hen makkelijker wordt om tegen de VS te concurreren. Ze zijn daar al jaren mee weggekomen. Net als China en anderen.’

Waarna Trump op 26 juni in een nieuwe tweet misprijzend suggereerde dat ‘Draghi beter de Fed (de Amerikaanse centrale bank, red) zou leiden.’ Op maandag 15 juli duwde hij nog eens het mes in de wonde met deze tweet: ‘We doen het economisch fantastisch. Nummer één, ondanks het verouderde beleid van de Fed als het gaat over rente en (monetaire, red.) verkrapping. Veel ruimte om te groeien!’

Op zich is dat niets nieuws. Het is niet de eerste keer dat Trump in zijn tweets de vermeende muntmanipulatie van rivaliserende handelsnaties aanklaagt, net zoals de weigering van de ‘koppige’ Fed om dat voorbeeld te volgen. De Amerikaanse president twitterde daar vorig jaar ook al geregeld boos over.

Wél nieuw is dat Trump – al dan niet onder druk van Warren – nu ook de daad bij het woord voegt. Vorige maand kreeg het ‘US Commerce Department’ plots groen licht om een nieuw wapen in te zetten in de handelsoorlog met China en de EU.

Compenserende importheffingen

Het handelsdepartement van de VS mag sinds begin deze maand naar eigen goeddunken ‘compenserende importheffingen’ instellen op producten uit landen die volgens hun analyse bewust hun munteenheid devalueren ten opzichte van de dollar. Terwijl dergelijke strafmaatregelen vroeger via een ingewikkelde en lange procedure via het Congres moesten passeren.

Die importheffingen zouden onder meer Japan, Zuid-Korea, Duitsland, India en Zwitserland kunnen treffen. Allemaal landen die, samen met onder meer China, op een ‘watchlist’ van landen prijken die door de VS al langer in de gaten worden gehouden. Die landen zijn maar een stap verwijderd van het brandmerk ‘muntmanipulor’.

Het principe van de compenserende heffingen is eenvoudig. Is de euro 20,00 % goedkoper geworden ten opzichte van de dollar? Geen probleem, dan kunnen we onmiddellijk een minimum importtarief van 20,00 % op Europese goederen leggen. Een ingreep die wereldwijd de wenkbrauwen doet fronsen en de bezorgdheid over het heroplaaien van een wereldwijde muntoorlog fors doet toenemen.

‘Muntstrijder: waarom Trump de dollar bewapent’, titelde The Financial Times kort daarop in een lang weekendverhaal. Waarna er in een opiniestuk uitgebreid werd gewaarschuwd voor de mogelijke desastreuze gevolgen van het muntbeleid van Trump. De gerenommeerde financiële zakenkrant was niet de enige die aan de alarmbel trok. Fred Bergsten, econoom en auteur van het boek The dollar’s dilemma en Princeton-professor Harold James in een column van Project Syndicate, waarschuwden ook voor het steeds terugkerende spookbeeld van een dreigende muntoorlog.

In zo’n muntoorlog zit er voor de meeste landen niets anders op dan mee te gaan in de tactiek van de devaluatie, waardoor er een ‘race to the bottom’ ontstaat. Resultaat? Steeds meer centrale banken laten de geldpersen op volle toeren draaien in een poging om hun munt in waarde te laten dalen en de export goedkoper te maken. Zo schuiven ze het economische probleem door naar een ander.

De gevolgen daarvan zijn voorspelbaar: de wereldwijde vraag zal niet meer groeien, maar simpelweg verschuiven van land tot land. Tot er een land is dat in zo’n valutaoorlog niet ver genoeg mee kan gaan. Met alle gevolgen van dien voor het monetaire systeem.

Veel is daarvoor niet nodig. Volgens Koen De Leus, hoofdeconoom van BNP Paribas, is de muntoorlog nu al bezig en kan hij op elk moment escaleren. De Bank of Japan staat klaar om de rente verder te verlagen – ongetwijfeld gemotiveerd door de recente waardestijging van de yen. Groeilanden als India en Rusland zijn inmiddels al begonnen met monetaire versoepeling, terwijl Indonesië, de Filipijnen en Brazilië in de nabije toekomst nieuwe rente­verlagingen hebben aangekondigd. Zweden en Denemarken ten slotte, hebben zelfs negatieve rentes ingevoerd in een poging de zwakke economische groei aan te zwengelen en de export te stimuleren.

Strovuur

Gelukkig is lang niet iedereen overtuigd dat ook de VS straks in een race to the bottom zullen stappen. Paul De Grauwe, professor aan de London School of Economics: ‘Of we straks een zwakke dollar krijgen? Trump heeft voorlopig weinig impact op de dollar. De Fed laat zijn beleid niet afhangen van de dollarkoers: wel van de evolutie van de groei en de inflatie. Pas als de Fed zijn monetaire beleid fundamenteel wijzigt, kunnen de VS de dollar langdurig lager sturen. Maar dat zie ik niet zo snel gebeuren, ook al probeert Trump zijn invloed in de centrale bank te verhogen met eigen benoemingen. Neen, voorlopig zijn de tweets van Trump niet meer dan strovuur ingegeven door de naderende verkiezingen.’

En ook op de financiële markten blijft het opvallend rustig. ING-econoom Carsten Brzeski ziet op dit moment weinig gevaar voor een muntoorlog. ‘De dollar schommelt de voorbije drie jaar stabiel tussen de 1,10 en 1,20 euro’, merkt hij op. ‘Als de VS hun munt goedkoper willen maken, dan is het oplossen van de lopende handelsoorlogen volgens mij makkelijker en efficiënter.’

Wat we volgens Brzeski wél zien, zijn wereldwijd centrale banken die ‘ahead of the curve’ steeds meer proactief ingrijpen in de economie met monetair beleid. Dat kan in de toekomst wel tot conflicten leiden. ‘Zeker als de ECB de rente zou verlagen en actief de economie zou stimuleren met nieuw aankoopbeleid, met als bedoeling de euro goedkoper te maken.’ Dan is er volgens de ING-econoom wel een gevaar op Amerikaanse represailles. ‘Met dat soort versoepelingsbeleid moet de ECB voorzichtig zijn. Daarmee lok je een muntoorlog uit bij de Amerikanen.’

Ook Mnuchin blaft

Maar de komende jaren is er daar volgens Brzeski weinig gevaar voor. ‘In ons basisscenario verwachten we de komende jaren hoogstens lichte verschuivingen in de waardeverhouding tussen dollar en euro. Om de simpele reden dat we de komende jaren meer monetaire versoepeling verwachten bij de Amerikaanse centrale bank dan bij de ECB’, legt hij uit.

Recente uitspraken van Mnuchin, na afloop van de G7 in Chantilly, lijken hem gelijk te geven. Voorlopig toch. ‘We hebben ons dollarbeleid niet veranderd en op dit moment hebben we geen intentie om dat te doen’, verklaarde hij donderdag. ‘Maar het is wel iets wat we kunnen overwegen in de toekomst’, voegde hij er dreigend aan toe.

In de groeilanden ligt de situatie wellicht anders. Daar kan volgens Brzeski straks wel een race to the bottom met de VS uitbreken. Niet voor niets nam in 2010 de toenmalige Braziliaanse minister van Financiën, Guido Mantega, voor het eerst het soepele monetaire beleid op de korrel door de stroom van devaluaties publiek te bestempelen als een muntoorlog. Daarna hoorden we nog weinig vanuit die kant. De verklaring is niet ver te zoeken. In alle stilte halveerde Brazilië de jaren daarna zijn munt in waarde ten opzichte van de dollar.

TANGHE, N. Als de munt een wapen wordt. De Standaard, 20 juli 2019, E4.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo