mens en samenleving logo

Joe Sixpack betaalt voor handelsoorlog

Met hogere importtarieven op Chinese producten wil president Donald Trump het regime in Peking tot toegevingen dwingen. Maar het is de Amerikaanse man in de straat die de rekening betaalt.

Sinds vrijdagmorgen heft de Amerikaanse overheid 25,00 % aan taksen op de import van in totaal 5.700 Chinese producten, goed voor een verkoopswaarde van 200 miljard dollar. President Donald Trump heeft dus zijn dreigement aan het adres van China doorgevoerd om het bestaande importtarief van 10 procent op te trekken.
Op die manier hoopt Trump de Chinese regering tot een soepeler houding te bewegen in de aanslepende onderhandelingen over een nieuw handelsakkoord tussen beide landen. Dat akkoord moet het huidige onevenwicht wegwerken – de VS kopen voor 500 miljard dollar meer aan in China dan omgekeerd.
De taksenmaatregel slaat op een brede waaier aan consumentenproducten, van elektronica-apparatuur tot bereide groenten, cosmetica, kleren en kinderspeelgoed.

Tactisch steekspel

De Amerikaanse tariefverhoging betekent niet dat de onderhandelingen voorbij zijn. Integendeel, vrijdag zaten de Chinese vicepremier Liu He, de Amerikaanse minister van Financiën Steven Mnuchin en de Amerikaanse handelsgezant Robert Lighthizer opnieuw aan tafel.
Tegelijk kondigde Peking in een reactie op de beslissing van Trump aan dat er tegenmaatregelen komen, zonder in details te treden. Als China effectief drastische represailles op Amerikaanse producten neemt, en de handelsoorlog verder escaleert, zal dat negatieve gevolgen hebben voor de wereldhandel. Ook voor Europese bedrijven.
Toch is het nog niet zover. De meeste analisten hebben het over een ‘tactisch steekspel’. Volgens het persbureau Reuters schat Jack Siu van Credit Suisse de kansen op een vergelijk nog altijd op 70,00 %.

400.000 jobs weg?

Er is alvast geen sprake van paniek op de aandelenbeurzen. Vrijdagmorgen waren er zelfs positieve cijfers op de beurzen van Shanghai en Hongkong en ook in Europa stonden de koersen op lichte winst. De voortgang van de gesprekken in Washington maakt dat de beleggers optimistisch blijven.
Toch is niet iedereen in de VS ­ervan overtuigd dat de schade meevalt. Volgens Kip Eideberg, vicevoorzitter van de Association of Equipment Manufacturers, zullen Chinese tegenmaatregelen zwaar gaan wegen op de exportkansen van de Amerikaanse industrie en landbouw, ‘en dus ook op de werkgelegenheid’.
Volgens het persagentschap Bloomberg voorspelt Eideberg ‘in het slechtste geval een verlies van 400.000 jobs in de VS in de komende tien jaar’.

Dure winkelkar

Het moet nog blijken of die voorspelling bewaarheid wordt, maar nu al staat vast dat de Amerikaanse consumenten (mee) het gelag zullen betalen voor de handelspolitiek van Trump.
Het is ‘Joe Sixpack’ die opdraait voor de duurdere producten in de winkelrekken. Dat concludeert een groep economen van topuniversiteiten als Berkeley, UCLA en Columbia in een gezamenlijke studie naar de evolutie van de koopkracht in de VS. Aanleiding voor het onderzoek, gesponsord door de National Science Foundation, was de invoering, vorig jaar, van een (eerste) heffing van 10,00 % op Chinese consumentenproducten (en ook op staal en aluminium uit Europa).

Wat blijkt? Vorig jaar hebben de Amerikanen liefst 69 miljard dollar meer moeten betalen voor buitenlandse producten. De stelling van het Witte Huis dat de rekening van de hogere handelstarieven door China en Europa betaald wordt, klopt dus niet, zeggen de auteurs. Volgens de krant The Wall Street Journal wordt de studie mee onderschreven door Penny Goldberg, de hoofdeconoom van de Wereldbank.

Amerikanen doen mee

Een andere studie, in opdracht van het Centre for Economic Policy Research, wijst in dezelfde richting. ‘De hogere Amerikaanse handelstarieven zijn haast volledig doorgerekend in de Amerikaanse consumentenprijzen’, luidt het. Dat zou de koopkracht van de Amerikanen met maandelijks 1,4 miljard dollar hebben aangevreten.
De vorsers van Princeton University en van de Federal Reserve Bank van New York benadrukken in hun paper dat ‘ook Amerikaanse bedrijven’ van de gelegenheid gebruik hebben gemaakt om hun prijzen te verhogen.

Dat wordt bevestigd in een getuigenis van Arnold Kamler, ceo van de in New Jersey gevestigde fietsenfabrikant Kent, in de krant USA Today. Volgens Kamler heeft Kent zijn prijzen vorig jaar met 10,00 % opgetrokken. Maar die oefening dit jaar herhalen, en nog eens 15,00 % extra aanrekenen, zou volgens Kamler ‘desastreuze gevolgen hebben voor onze verkoopcijfers’.
Het omgekeerde kan ook. Zo heeft AudioControl, een producent van ­audio-apparatuur uit Seattle, vorig jaar geen prijsverhoging doorgevoerd voor de consument, maar zijn duurdere Chinese onderdelen zelf opgevangen (en de eigen winstmarge verkleind). ‘Dat is geen tweede keer haalbaar’, zegt ceo Alex Camara. ‘Nu is een prijsverhoging in de winkels met 8,00 tot 12,00 % onvermijdelijk.’

RASKING, J. Joe Sixpack betaalt voor handelsoorlog. De Standaard, 11 mei 2019, E2.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers