Spaargekte

Stefaan Michielsen , Senior writer 03 januari 201906:54
Irrationeel is de spaargekte van de Belgen niet. Maar ze zou doelmatiger gekanaliseerd kunnen worden.

Ondanks de pleidooien en initiatieven voor de activering van het spaargeld, ondanks de beperking van het fiscale gunstregime en ondanks de erg schamele vergoeding die het biedt, hebben de Belgen afgelopen jaar meer dan 10 miljard euro extra op hun spaarboekjes gezet. Op de gereglementeerde spaarrekeningen in ons land staat nu ruim 260 miljard euro. Een gigantisch bedrag. Maar omdat de nominale rentevergoeding op dat spaargeld lager ligt dan de inflatie, daalt de reële waarde van dat geld. Met dik 2,00 % vorig jaar. Dat kostte de spaarders ongeveer 5 miljard euro.

Zijn ze dom, de spaargekke Belgen? Toch niet. Wie zijn geld op het saaie spaarboekje plaatste, verloor in 2018 minder dan wie voor aandelen koos. De aandelen van de Belgische beursgenoteerde bedrijven speelden het afgelopen jaar gemiddeld 12,00 % van hun waarde kwijt. Wie de goede aandelen er kon uitpikken, was misschien beter af, en er zijn ook andere beleggingsproducten natuurlijk. Maar over het algemeen kan je stellen dat de spaarder het er niet zo slecht van af heeft gebracht het voorbije jaar.

Irrationeel is het spaargedrag van de Belgen dus zeker niet. Dat het gewone spaarboekje aantrekkelijk is, komt ook omdat andere spaarproducten, met een langere looptijd, maar een karige vergoeding bieden. Die zijn amper aantrekkelijker dan het klassieke spaarboekje waarvan het geld bijna onmiddellijk opvraagbaar is en dat een grote veiligheid biedt dankzij de depositogarantie tot 100.000 euro. Dat maakt van het spaarboekje de ideale wachthaven tot zich interessantere beleggingsopportuniteiten aanbieden.

Een majeur economisch probleem is de spaarwoede van de Belgen ook niet. Het spaargeld dat ze bij de banken plaatsen, wordt door die banken gebruikt om kredieten te verstrekken. Woonkredieten aan bouwlustige particulieren bijvoorbeeld, of export- en investeringskredieten aan ondernemingen. Dat vele spaargeld is dus niet helemaal verloren voor de economie.

Het is evenmin zo dat bedrijven en de overheid het moeilijk hebben financiering te vinden omdat er te weinig geld beschikbaar is voor risicovollere projecten. Niet-beursgenoteerde Belgische techbedrijven haalden in 2018 dubbel zoveel centen op om hun groei te financieren dan het voorgaande jaar. En de Belgische staat betaalt voor leningen op korte en middellange termijn een negatieve rente.

Ideaal is het vele geld op de spaarboekjes echter niet. De banken hebben het almaar moeilijker een goede en rendabele bestemming ervoor te vinden. Terwijl er tegelijk in ons land een grote nood is aan geld voor investeringen, bijvoorbeeld in groene energie of in mobiliteitsinfrastructuur. Zulke investeringen kunnen het economisch potentieel van België opkrikken. Maar de ruimte die de regelgeving de banken biedt om in zulke projecten te investeren is beperkt. En de overheid in ons land heeft al zo veel schulden dat ze er moeilijk nog veel meer kan aangaan.

De uitdaging bestaat erin een manier te vinden om het geld van risicoafkerige spaarders naar nuttige investeringsprojecten te leiden, met een voldoende mate van bescherming voor de spaarders maar zonder dat de overheid eraan te pas komt. Die brug bouwen, dat zou een waardevolle financiële innovatie zijn.

MICHIELSEN, S. Spaargekte. De Tijd, 3 januari 2019, 2.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo