Om de dumping van elektrische fietsen uit China tegen te gaan, voert Europa importtarieven in. De Europese fabrikanten reageren opgetogen, maar volgens tegenstanders zullen ‘de consumenten het gelag betalen’ door de duurdere e-bikes.
Terwijl de ontluikende handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China met alle aandacht gaat lopen, opent Europa een nieuw front in de handelsstrijd met Peking. Na importtarieven op onder meer zonnepanelen en staal, heft de Europese Unie sinds gisteren nieuwe belastingen op elektrische fietsen die uit China worden ingevoerd. De Europese Commissie onderwerpt de Chinese e-bikes zes maanden lang aan een invoerheffing van 21,80 tot 83,60 % om ‘dumping’ tegen te gaan. Eind dit jaar beslist ze of de maatregel definitief wordt.
De Commissie opende in oktober een onderzoek nadat de belangenorganisatie van Europese fietsfabrikanten (Ebma) een klacht had ingediend omdat China massaal elektrische fietsen zou dumpen op de Europese markt door ze voor een prijs lager dan de productiekosten te verkopen en goedkoper dan op de thuismarkt. Volgens Ebma zijn de Chinese e-bikes daardoor tot de helft goedkoper dan de Europese, waardoor ze de markt ‘overspoelen in een alarmerend tempo’, aldus voorzitter Moreno Fioravanti.
Hoewel het onderzoek pas begin volgend jaar wordt afgerond, vindt de Commissie dat er al voldoende bewijzen van dumping zijn om de voorlopige antidumpingheffingen in te voeren. De tarieven verschillen naargelang de producent, maar het leeuwendeel van de Chinese fietsen (105 producenten) zal tegen 37,00 % of minder worden belast. Het Taiwanese Giant, een van ’s werelds grootste fietsproducenten, met fabrieken in zowel China als Nederland, moet 27,50 % belasting betalen om zijn Chinese e-bikes in Europa te verkopen. Voor andere loopt de belasting op tot 83,60 %. De Commissie overweegt de heffing retroactief in te voeren voor alle Chinese e-bikes die sinds begin mei zijn geregistreerd door de Europese douane.
Alternatief voor file
De elektrische fiets is ook in ons land aan een sterke opmars bezig. Van de 485.168 vorig jaar verkochte fietsen waren er ongeveer 218.000 (45,00 %) elektrisch aangedreven, 17,00 % meer dan in 2016, bleek begin dit jaar uit de jaarlijkse bevraging van Velofolies bij de fietsvakhandel. In 2015 waren dat er nog 148.000. Bij de damesfietsen is zelfs driekwart van de verkochte exemplaren elektrisch. De e-bikes zijn voor steeds meer mensen een manier om aan de groeiende files te ontsnappen.
Europees is de markt van de elektrische fietsen de laatste vier jaar met 70,00 % gegroeid en is goed voor een omzet van 1,8 miljard euro. Volgens de Commissie is de Chinese export van e-bikes naar de EU verdrievoudigd tussen 2014 en eind 2017. Terwijl er in 2010 in Europa nog zo goed als geen elektrische fietsen uit China waren, werden er vorig jaar 800.000 geïmporteerd, zegt Ebma. Het marktaandeel van de Europese fabrikanten, die naar eigen schatting 3.500 mensen tewerkstellen, staat onder druk.
De Europese fabrikanten reageren opgelucht door de antidumpingmaatregelen van de Commissie. Volgens Fioravanti, de voorzitter van Ebma, zullen de invoertarieven ‘een duidelijk signaal sturen naar Chinese fabrikanten om de dumping te stoppen’ en geven ze de Europese producenten ‘de mogelijkheid om de gemiste verkopen in te halen’. Zonder de maatregelen zou China al dit jaar meer dan de helft van het marktaandeel winnen, zegt Fioravanti. ‘Nu is er eindelijk een gelijk speelveld voor alle fabrikanten.’
‘Betere kwaliteit’
Ook de Fietsersbond reageert tevreden omdat ‘de Europese e-bikes door de band genomen van betere kwaliteit zijn’, zegt woordvoerder Roel De Cleen. ‘Dat is het belangrijkste. Hopelijk kan dit de Europese productie aanzwengelen.’
Adrien Roose denkt van wel. Met zijn start-up Cowboy lanceerde hij drie maanden geleden een eigen elektrische fiets. De onderdelen worden wel nog ingevoerd uit China, maar de assemblage gebeurt in Polen, terwijl de motor in Vlaanderen wordt gemaakt. ‘Omdat we de kwaliteit willen garanderen. Het leeuwendeel van die in China geassembleerde e-bikes wordt verkocht in supermarkten’, zegt hij. ‘En die zijn toch van minder goede kwaliteit. Ze zijn sneller kapot en je kan er niet mee terecht bij de herstellers. Daardoor kunnen elektrische fietsen een slecht imago krijgen.’
Protectionisme
Maar daar zijn de importeurs van elektrische fietsen het helemaal niet mee eens. ‘Het is schandalig dat de Europese Commissie kiest voor protectionisme’, zegt Annick Roetynck, manager van The Light Electric Vehicle Association, die importeurs van e-bikes vertegenwoordigt. ‘Veel nieuwe, kleine spelers ontwikkelen en tekenen het ontwerp hier, maar laten de fiets assembleren in China. Die assemblage kost amper 25 à 35 euro per fiets, slechts een klein deel van de productiekosten. Maar voor die kleine bedrijfjes kan het een verschil maken. De grote fabrikanten hebben de boot van internetverkopen gemist, maar proberen op deze manier concurrenten uit de markt te dringen.’
Uiteindelijk is het de consument die ‘het gelag zal betalen’, zegt Roetynck. ‘De prijzen van e-bikes zullen stijgen. Net nu de elektrische fiets een enorm succes kent en we hem ook broodnodig hebben om onze mobiliteit duurzamer te maken in de strijd tegen klimaatverandering.’
