De ‘InBev-wet’, waarvoor PVDA/PTB in 2010 pleitte, om collectieve ontslagen te bemoeilijken als bedrijven winst maken, lijkt de PS en Groen te inspireren.
Het lijkt verdacht veel op de InBev-wet waarvoor PVDA/PTB al in 2010 pleitte. Een wetsvoorstel kon de marxistische partij daar toen nog niet voor indienen, ze zit pas sinds 2014 in het federaal parlement, maar, zegt voorzitter Peter Mertens, ‘we hebben samen met de bonden bij InBev en later bij Caterpillar wel de ideeën uitgewerkt en enorm gesensibiliseerd’. ‘Dit gaat niet om een kmo waar men met pijn in het hart enkele mensen moet laten gaan. Dit gaat om grootbedrijven die zonder omzien honderden mensen ontslaan om meer winst te kunnen maken.’
Voor wat, hoort wat
De sensibilisering lijkt aan te slaan, al zijn er nuances. In 2014 diende PS-fractieleider Ahmed Laaouej een voorstel in om werknemers zes maanden extra loon uit te betalen en overheidssteun terug te betalen. In 2016 diende de PS een gelijkaardig voorstel opnieuw in. Bij de Chantier des Idées ging de partij vorig jaar nog een flinke stap verder. Voorstel 5 (van de 170) zegt boudweg dat collectieve ontslagen verboden moeten worden bij bedrijven die nog winst maken.
Zover willen ze bij Groen niet gaan. Maar die partij diende in 2016 een voorstel in dat doet denken aan de PVDA/PTB-plannen. Calvo ontkent. ‘Nee, dit is allesbehalve een extreem voorstel zoals dat van de PS. Maar voor wat, hoort wat. Wie een renovatiepremie krijgt, moet toch ook zijn woning renoveren? Noem het wederkerigheid. Staatssteun moet je kunnen terugvorderen als een bedrijf grote ontslagrondes doet zonder in problemen te zitten.’
Vanuit de coulissen kijkt Mertens tevreden toe. ‘Dit is onze manier van werken, wij zetten dingen op de kaart. Des te beter dat anderen ze overnemen.’