mens en samenleving logo

Voor hetzelfde geld koop je nog een half brood (en miljoenen foto’s)

Ja, de prijzen zijn de voorbije twintig jaar fors gestegen. Maar niet zo sterk als we denken.

Uit de officiële cijfers van de FOD Economie blijkt dat de gemiddelde broodprijs sinds 1997 met 74,00 % gestegen is. De krant is meer dan verdubbeld in prijs (+123,00 %). Eet u ook een eitje bij uw ontbijt? Ook meer dan verdubbeld, net als boter en aardappelen. De elektriciteit om uw koffie te zetten? U raadt het: weeral zo goed als verdubbeld, net als uw brandverzekering. En als u straks nog naar de kapper gaat, dan weet u dat u ook daar veel dieper in de buidel tast dan twintig jaar geleden (+72,00 % voor dames, +63,00 % voor heren).

Kortom, het is zeker niet gelogen dat de prijzen stijgen. Maar is het leven ook duurder geworden?

Dat hangt af van hoeveel uw inkomen gestegen is. Als u er evenveel euro’s bijkreeg, dan wordt het leven niet duurder. Tussen 1999 en 2015 steeg het gemiddelde brutoloon met 54,00 %. Dat is ruim meer dan de prijsstijgingen in die periode. Met een gemiddeld loon kan je vandaag dus meer kopen dan twintig jaar geleden. De koopkracht voor alle Belgen is – na correctie voor inflatie – sinds 1999 jaarlijks met 0,30 % gestegen.

inflatie

De heilige 2 procent

Dat de prijzen jaar na jaar stijgen, is overigens precies wat de centrale bankiers willen. Ze streven immers een inflatie van 2 procent na. Dat is laag genoeg om niet het gevoel te hebben dat uw geld echt veel minder waard wordt. En het is hoog genoeg om de voordelen van inflatie te hebben. Consumenten wachten niet als ze een aankoop willen doen – want die wordt alleen maar duurder. Wie geld ontleent, is beter af – want het geld dat hij in de toekomst moet teruggeven, is eigenlijk minder waard. Dat zet aan tot lenen en risico nemen, wat de economie ten goede kan komen.

En toch lijkt het niet alsof de prijzen ‘maar’ 2,00 % stijgen. Jaarlijks bevraagt de Europese Centrale Bank de Europeanen met hoeveel ze denken dat de prijzen gestegen zijn. De resultaten zijn opvallend. Twee jaar na de invoering van de euro dachten Europeanen dat de prijzen op één jaar tijd met maar liefst 18 procentpunt meer gestegen waren dan het officiële inflatiecijfer aangaf.

Het verbaast professor monetaire economie Paul De Grauwe (London School of Economics) niet. ‘Na de invoering van de euro zat ik vaak in Italië, omdat ik gastprof was in Milaan. Veel handelaars maakten van de euro gebruik om hun prijzen naar boven af te ronden. Toen leefde daar de perceptie dat veel prijzen verdubbeld waren.’

Ook bij ons leeft het idee dat de euro de prijzen fors deed stijgen. Maar een jaar na de invoering lagen de prijzen nauwelijks 1,30 % hoger dan een jaar eerder.

Vandaag zijn de verschillen tussen de werkelijke en gepercipieerde inflatie niet meer zo hoog als na de invoering, maar ze bedragen gemiddeld nog steeds meer dan 4,00 %.

Opvallend is dat vrouwen denken dat het leven sneller duurder wordt. Ook laagopgeleiden en jongeren geloven dat.

Een van de redenen waarom we een hogere inflatie ervaren, is omdat het winkelmandje in de supermarkt sterker in prijs stijgt. Auto’s werden relatief goedkoper. Maar het zijn vooral de prijsstijgingen van producten die we dagelijks kopen die opvallen. En de inflatie voor die producten is hoger, zo blijkt uit cijfers van Eurostat.

Spaarrente

Paul De Grauwe stipt ook nog een andere verklaring aan. ‘We zijn een land van spaarders. En we merken dat de rente die ze krijgen ver onder de inflatie ligt. we merken koopkrachtverlies.’ Dat was niet alleen zo de laatste jaren. In de voorbije twintig jaar lag de spaarrente in de helft van de kwartalen onder de inflatie.

Of liegen de officiële inflatiecijfers? Zeer zeker, stelt de Franse econoom Philippe Aghion. Maar dan in de omgekeerde richting. De prijzen stijgen niet meer, maar minder dan de officiële cijfers aangeven. We onderschatten immers de kwaliteitsverbeteringen, maar de metingen weten zich vooral geen raad met producten die verdwijnen.

De Grauwe geeft een voorbeeld. ‘Vroeger maakte ik veel foto’s, die ik zelf ontwikkelde. Nu zijn digitale foto’s gratis.’ En dus houden de inflatiemeters er ook geen rekening mee, terwijl dat het nemen en bekijken van foto’s wel veel goedkoper gemaakt heeft. Ook fototoestellen zijn overigens flink goedkoper geworden: de prijs daalde met 65,00 %.

Dat fenomeen geldt niet alleen voor foto’s, maar voor veel digitale diensten. Op een mail moet je ook geen postzegel plakken.

Als u in de bakkerij dus nog eens vloekt dat de prijzen zo veel gestegen zijn, kan u onderweg naar huis nog even een foto nemen. Dan weet u meteen dat het leven toch niet zoveel duurder geworden is als u daarnet dacht.

DE SMET, D. Voor hetzelfde geld koop je nog een half brood (en miljoenen foto’s). De Standaard, 2017-12-02, 50.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers