Nu de groeimotor van de eurozone eindelijk op toeren komt, wil de Europese Centrale Bank (ECB) vermijden dat een stijgende euro zand in de machine strooit. ‘De ECB wil vooral de markten geruststellen.’
Eén zinnetje uit de notulen van de jongste bestuursvergadering van de ECB bezorgde de euro gisteren een stevige appelflauwte. ‘Er is bezorgdheid geuit over een mogelijke overshooting van de wisselkoers in de toekomst.’ Dat de ECB-bestuurders zich zorgen maken over de stijgende euro volstond om de eenheidsmunt prompt lager te duwen tegenover de dollar. Missie geslaagd leek het, totdat de euro zich weer snel herpakte.
Dat de euro sinds het jaarbegin een stevige remonte heeft ingezet tegenover de valuta van handelspartners, is tot op zekere hoogte goed nieuws. Het weerspiegelt de heropstanding van de economie van de eurozone, die maand na maand beter dan verwachte cijfers kan voorleggen. De Amerikaanse economie daarentegen stelde in die periode teleur, wat helpt te verklaren waarom de euro ruim 10 procent duurder werd tegenover de dollar sinds het jaarbegin.
Ook de ECB beseft dat. ‘De appreciatie van de euro kan deels beschouwd worden als een verandering van de fundamentals in de eurozone in vergelijking met de rest van de wereld’, klinkt het in de notulen. Er zijn dus fundamentele redenen voor de stijgende euro, ook al omdat beleggers steeds meer betwijfelen of de Amerikaanse centrale bank nog wel een derde renteverhoging zal doorvoeren dit jaar. Dat weegt op de dollar.
Maar de ECB vreest dat overenthousiaste valutahandelaars de eurokoers verder zullen doen doorschieten, wat wel problematisch zou worden. De import wordt dan goedkoper, waardoor het nog moeilijker wordt om de te lage inflatie op te krikken. Bovendien krijgen de Europese exporteurs het dan lastig, wat op de groei kan wegen.
‘De ECB maakt zich zorgen over de stijgende euro, maar ook niet te veel’, meent Koen De Leus, de hoofdeconoom van BNP Paribas België. ‘De ECB voelt zich comfortabel bij de huidige wisselkoers, maar ze wil anticiperen op een mogelijke verdere stijging. Ze wil vermijden dat ze de zuur verdiende positieve marktomgeving zou verliezen als gevolg van een doorschietende euro. Ze wil beleggers geruststellen dat de aangekondigde verstrakking van het monetaire beleid heel langzaam zal gebeuren.’
Economen wijzen er ook op dat de huidige koers van de euro tegenover de dollar niet uitzonderlijk is, maar dicht tegen het langetermijngemiddelde ligt (zie grafiek).
De Belgische exporteurs zitten alvast niet op een stijging van de euro te wachten, al valt de impact voor de textiel-, hout- en meubelindustrie voorlopig mee. ‘De stijgende euro maakt onze producten duurder dan de goederen die in niet-Europese landen worden gemaakt. Vooral onze concurrenten in de VS en het Midden-Oosten profiteren daarvan’, zegt Fa Quix, de directeur van de sectorfederatie Fedustria.
‘Maar tot dusver is de situatie slechts vervelend en nog niet dramatisch’, vervolgt Quix. ‘Zolang de euro onder 1,20 dollar blijft, kunnen onze bedrijven zich nog verdedigen. Maar het wordt moeilijk als de euro blijft stijgen. Voor sommige bedrijven ligt die grens op 1,30 dollar voor een euro. Vanaf 1,40 dollar is het voor niemand nog eenvoudig.’