mens en samenleving logo

China wil niet langer tweederangsland zijn

Zondag is een grote dag voor Peking. Er verandert helemaal niets, repliceren bedrijven die lijden onder Chinese dumping.

China gaat ervan uit dat het vanaf zondag als een normale ‘markteconomie’ wordt erkend. Maar Peking stimuleert met gulle subsidies een massale overproductie, die het dan op de wereldmarkt dumpt. Dergelijke sturing door de overheid staat haaks op de werking van een echte markteconomie. De VS en Japan weigeren China daarom de gegeerde status toe te kennen. Voor de Europese Unie is het moeizaam laveren tussen diametraal tegengestelde belangen.

Waar gaat het over?

Toen China in 2001 als niet-markteconomie toetrad tot de Wereldhandelsorganisatie (WTO) werd een methode vastgelegd om gedurende een overgangsperiode te berekenen of er sprake is van dumping. Daarbij worden niet de Chinese prijzen als toetssteen genomen – die zijn door de zware subsidies onbetrouwbaar – maar wel deze van een land met een economische ontwikkeling die vergelijkbaar is met deze van China, maar dat wel een markteconomie is.

Die overgangsperiode, vastgelegd in het WTO-protocol, loopt af op 11 december 2016. Volgens China wordt het dan automatisch erkend als markteconomie en worden vanaf dan de Chinese prijzen gebruikt voor het berekenen van dumping.

Juristen kibbelen

Niet iedereen is het eens met de Chinese interpretatie van het toetredingsprotocol. Sommige handelsexperts zeggen dat er in het protocol hoegenaamd geen sprake is van een automatisme. ‘Er verandert niets’, zegt Milan Nitzschke van Aegis, de federatie van de Europese bedrijven die het meest onder de Chinese dumping lijden. Tot de WTO zelf klaarheid schept, wellicht na een klacht van Peking – een procedure die erg lang kan duren. Of tot de EU, allicht volgend jaar, klaar is met haar nieuwe wetgeving.

Anderen treden Peking echter bij en wijzen erop dat als de EU voortaan nog de oude methode gebruikt om dumping te berekenen, ze de WTO-regels overtreedt.

Kaalslag

Erkenning als markteconomie zou tot een kaalslag in de Europese industrie leiden, waarschuwen bedrijfsleiders. Het zou betekenen dat het moeilijker, of misschien wel onmogelijk wordt, om Europese ondernemingen te beschermen tegen goedkopere Chinese concurrentie. De productie van onder meer staal, aluminium, keramiek, zonnepanelen en textiel zou het waarschijnlijk niet of nauwelijks overleven. Sectoren die sterk afhankelijk zijn van handel met China vrezen dan weer vergeldingsacties van Peking en manen de EU aan de Chinese wens in te willigen.

Geopolitieke gevolgen

Ondanks de verstrekkende economische en sociale gevolgen moet de toekenning van de status van markteconomie aan China voor Europa op de eerste plaats een politieke beslissing zijn, argumenteren de geostrategen. Chinese beleidsmakers hechten een enorme waarde aan de erkenning. Zo kan China, in hun optiek, opnieuw zijn rechtmatige plaats in de wereldeconomie innemen.

De Europese relatie met China overstijgt de handel. En die relatie mag niet in gevaar worden gebracht door een starre houding op economisch vlak, luidt het.

Gelijke behandeling

Begin november legde de Europese Commissie haar oplossing voor de ingewikkelde puzzel van belangen op tafel. ‘We gaan China (en enkele andere landen) niet langer een “niet-markteconomie” noemen’, legde EU-commissaris voor Handel Cecilia Malmström uit. Maar, voegde ze er geruststellend aan toe, ‘dat betekent niet dat China een markteconomie is’.

De Commissie werkte een nieuwe methode voor de berekening van dumping uit. Daarin zal rekening worden gehouden met de verstoring van de markt door staatsinterventie, die toepasbaar zal zijn op alle leden van de Wereldhandelsorganisatie.

‘Onze wetgeving wordt landen-neutraal’, aldus Malmstöm. Met andere woorden, de netelige beslissing wordt omzeild. Aan geen enkel land wordt de status van markteconomie toegekend, maar ter zelfdertijd respecteert de EU de WTO-regels.

De nieuwe berekeningsmethode zal dezelfde bescherming bieden, beloofde Malmström. Maar daar is Aegis, dat de getroffen sectoren vertegenwoordigt, helemaal niet gerust op.

Betere bescherming

De discussie over de status van China geraakte verstrengeld met het oude debat over de modernisering van de middelen die de EU kan hanteren om haar industrie tegen goedkope import te beschermen, de zogenaamde trade defence instruments. Maar onder andere Aegis ziet de twee dossiers als strikt gescheiden.

Europese breuklijn

De voorstellen van de Commissie worden nu door het Europees Parlement en door de Raad van ministers bekeken. Doorheen de lidstaten loopt er een breuklijn tussen de meer protectionistische zuidelijke landen en de noordelijke lidstaten die meer voor vrijhandel zijn gewonnen.

China vindt dat het Europese voorstel geen komaf maakt met zijn tweederangsstatus.

NEEFS, E. China wil niet langer tweederangsland zijn. De Standaard, 2016-12-10, 35.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers