Het risico op armoede of sociale uitsluiting is in België tussen 2008 en 2015 toegenomen. Ruim een Belg op de vijf zat in 2015 in die penibele situatie. Ons land zit in de Europese middenmoot.
Drie decennia geleden riep een reeks niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) de Dag van het Verzet tegen de Armoede in het leven. Sindsdien staat de wereld elk jaar op 17 oktober even stil bij het lot van de miljoenen mensen wereldwijd die vechten tegen armoede of sociale uitsluiting.
Eurostat, het Europees bureau voor de statistiek, greep de dag gisteren aan om de situatie in de 28 Europese lidstaten in kaart te brengen. Uit de gegevens bleek dat eind vorig jaar 119 miljoen Europeanen het moesten zien te rooien met een erg laag inkomen, weinig of geen werk hadden of te weinig middelen hadden om hun rekeningen te betalen.
‘23,70 % van de Europese bevolking liep vorig jaar het risico op armoede of sociale uitsluiting’, becijferde Eurostat. Tussen 2009 en 2012 was het cijfer steeds crescendo gegaan. In 2012 volgde een climax: toen flirtte één op de vier Europeanen met armoede of sociale uitsluiting.
De afgelopen drie jaar viel een kentering vast te stellen in de cijfers. Dankzij het voorzichtige economische herstel in Europa verbeterde de levensstandaard van de Europeanen wat. Volgens Eurostat is er een lichtpuntje in de cijfers. ‘Eind 2015 waren we weer op het niveau van 2008 beland.’
Maar niet in alle lidstaten is het risico op armoede of sociale uitsluiting de afgelopen jaren gedaald. In ons land verkeerde 20,80 % van de bevolking in 2008 in die penibele situatie, eind vorig jaar ging het om 21,10 %.
Vooral wie geen job heeft, moet in België een gevecht leveren om de eindjes aan elkaar te knopen. Liefst 67,60 % van de werklozen loopt het risico in armoede te belanden. Bij werkenden is dat slechts 6,10 %. Vrouwen zitten ook meer in de gevarenzone dan mannen (22,20 % tegenover 20,00 %). Ook gezinnen zonder kinderen (21,40 %) lopen meer kans in armoede te belanden.
Met dergelijke cijfers zit ons land in de Europese middenmoot. Inwoners van Bulgarije en Roemenië lopen in Europa het grootste risico in de armoede te belanden of sociaal uitgesloten te worden. Griekenland, al jaren het Europese zorgenkindje, maakt de weinig benijdenswaardige top drie vol. Ook in de andere Europese ‘probleemlanden’ – Italië, Spanje en Portugal – vocht eind 2015 meer dan één op de vier inwoners tegen armoede en sociale uitsluiting.
Het risico op armoede is het kleinst in Tsjechië. Zweden, Finland en Denemarken scoren eveneens goed. Een verrassing is dat niet. Velen benijden de Scandinavische landen om hun goede systeem van sociale zekerheid.