De dollar is van alle belangrijke valuta’s het meest gestegen, omdat de VS de enige grote economie zijn waar de centrale bank de rente verhoogt. De munten van de grondstoffenlanden kregen klappen.
De Amerikaanse Federal Reserve (Fed) en de Europese Centrale Bank (ECB) voeren voor het eerst in jaren een verschillend monetair beleid. De Fed zette op 16 december een punt achter het nulrentebeleid en deed daarmee een eerste stap naar een normalisering van het rentebeleid. De ECB daarentegen verlaagde de rente en besliste in twee stappen 1.500 miljard euro in de economie te pompen.
Het uiteenlopende monetair beleid van de eurozone en de VS woog op de euro. De eenheidsmunt zakte met 12 cent naar 1,09 dollar. De koersdaling van de euro is goed nieuws voor de ECB, omdat een goedkope munt ingevoerde producten duurder maakt en daardoor de te lage inflatie opkrikt. De Amerikaanse industrie maakt zich echter zorgen over de sterke dollar, omdat die de export bemoeilijkt.
Ook de Zwitserse frank heeft een goed jaar achter de rug. De munt schoot midden januari omhoog toen de centrale bank totaal onverwacht besliste de plafondkoers van 1,2 frank per euro te schrappen. De centrale bank was niet meer bereid de massale interventies op de wisselmarkt voort te zetten. Die interventies deden de balans van de centrale bank fors groeien en die was niet meer bereid de risico’s daarvan te dragen.
De Chinese yuan verstevigde eveneens, hoewel de centrale bank in augustus onverwacht de munt devalueerde tegenover de dollar. De officiële reden was dat Peking de yuan meer bewegingsvrijheid wilde geven. China werd daarvoor beloond, want het Internationaal Monetair Fonds gaf de yuan eind november de status van reservemunt. Maar het lijdt weinig twijfel dat Peking de koersdaling van de yuan verwelkomde. Een goedkopere munt geeft de afkoelende Chinese economie meer zuurstof.
De munten van de grondstoffenlanden verzwakten omdat de prijzen van olie en metalen het laagste peil in jaren bereikten. De Australische en Nieuw-Zeelandse dollar konden de schade beperken. De Braziliaanse real en Zuid-Afrikaanse rand kregen rake klappen.
Het forse verlies van de real is echter niet alleen te wijten aan de lagere grondstoffenprijzen, maar ook aan binnenlandse economische en politieke problemen. De zware recessie deed het begrotingstekort flink stijgen en de oppositie nam een initiatief om presidente Dilma Rousseff af te zetten. De kredietbeoordelaars Standard & Poor’s en Fitch degradeerden Brazilië tot rommelstatus.
De rand werd onderuitgehaald door president Jacob Zuma. Het staatshoofd ontsloeg op 9 december de gerespecteerde minister van Financiën Nhlanhla Nene en verving die door de onbekende David van Rooyen. De valutamarkt reageerde erg negatief en vier dagen later werd de nieuwe minister de laan uitgestuurd. Zijn opvolger Pravin Gordhan heeft een betere reputatie, maar hij slaagde er maar gedeeltelijk in het vertrouwen in de munt te herstellen.
VERVENNE, W. Uiteenlopend beleid Fed en ECB geeft dollar duw in de rug. De Tijd, 2016-01-02, 21.