Voor de tweede dag op rij heeft de Chinese overheid haar munt fors in waarde laten dalen. Peking hoopt zijn slabakkende economie zo een duw in de rug te geven, maar dreigt net een wereldwijde muntoorlog te ontketenen.
De Chinese overheid deed gisteren iets ongezien: in amper twee dagen tijd liet het de waarde van haar munt devalueren tegenover de Amerikaanse dollar. Dinsdag bedroeg de devaluatie bijna 2,00 %, gisteren was dat 1,60 %.
Historisch
De eerste waardevermindering was de grootste waardevermindering in meer dan twintig jaar tijd: historisch. Gisteren kwam er een tweede devaluatie bovenop. Met de ingreep hoopt de overheid de slabakkende economie in China een duw in de rug te geven. De devaluatie zorgt er immers voor dat de Chinese producten in het buitenland goedkoper worden. Nadat de Chinese export een daling op jaarbasis van meer dan 8,00 % liet zien, vond de overheid het nodig iets te ondernemen. “China is duidelijk geschrokken door de tegenvallende exportcijfers dat het meteen stevig ingegrepen heeft”, zegt Koen De Leus, hoofdeconoom van KBC. “Het wil dat zijn bedrijven concurrentiëler worden.” De waarde van de Chinese munt wordt in tegenstelling tot andere valuta niet bepaald door de markten, maar door de Chinese overheid. Die laat wel fluctuaties toe van 1,00 % tot 2,00 % van de dagelijks door de overheid bepaalde koers. Onlangs raakte bekend dat China ‘maar’ 7,00 % groeide. Een enorm cijfer in vergelijking met Europa en de VS, maar op het randje van aanvaardbaar voor de Chinese overheid. De dubbele devaluatie van de yuan duwde de beurskoersen en de olieprijs naar beneden. Ook andere munten, zoals de Australische dollar, gingen achteruit. De beurzen reageerden fel omdat de noodgreep van de Chinese overheid lijkt te suggereren dat de op één na grootste economie van de wereld er nog slechter voorstaat dan gedacht. De olieprijs zakte naar bijna het laagste niveau in zes jaar tijd. Doordat de Chinese munt minder waard is, wordt de export van olie naar China duurder, waardoor de vraag kan verminderen. Ook voor de Amerikaanse en Europese exportbedrijven is de ingreep slecht nieuws: hun producten worden een stuk duurder. Om die reden daalde het aandeel van Apple na het bekend worden van de devaluatie met 5,00 %.
Hoe reageren de VS?
“De grootste slachtoffers zijn de Aziatische landen die exporteren naar China of met China concurreren in andere landen”, zegt De Leus. “Ook buitenlandse bedrijven en multinationals in China bloeden. Autobouwers, LVMH, Apple: ze worden een stuk minder concurrentieel.” De devaluatie doet ook de vrees voor een muntoorlog groeien. “Er dreigt een race to the bottom”, zegt De Leus. “Europa en verschillende Aziatische landen lieten hun munt al in waarde verminderen om hun export aan te zwengelen. De centrale bank van Vietnam liet al meteen weten dat de vork waarbinnen ze haar munt laat fluctueren, vergroot. Daardoor kan de munt nog meer in waarde dalen. Het is afwachten hoe de VS nu gaan reageren. Vier procent, dat is nog altijd geen man overboord. Maar het is wel moeilijk uit te leggen aan de rest van de wereld: China groeit ‘maar’ 7,00 %. In vergelijking met de VS en Europa is dat enorm veel.” Voor de Chinese consument is de devaluatie slecht nieuws: buitenlandse producten worden duurder, waardoor de koopkracht vermindert. De Leus: “Om meer investeringen aan te trekken controleert China niet alleen de wisselkoersen, maar ook de rente. Die is kunstmatig laag, zodat bedrijven goedkoop kunnen lenen. Maar de keerzijde van de medaille is dat de gezinnen nauwelijks interest op hun spaargeld krijgen. Ook dat tast hun koopkracht aan.”
