Wie werk wil, studeert maar best voor tandarts

Nu in het hoger onderwijs de inschrijvingen beginnen, moeten heel wat jongeren een moeilijke knoop doorhakken. Zeker omdat de kans op werk sterk kan verschillen per studiegebied, zo blijkt uit een rapport van de VDAB.

Heel wat universiteiten en hogescholen beginnen dezer dagen met inschrijvingen. Dat er – vorig jaar zelfs 550 – bacheloropleidingen bestaan, maakt de beslissing er niet makkelijker op voor heel wat jongeren die willen verder studeren.

Een hulpmiddel kan het jaarlijkse ‘schoolverlatersrapport’ van de VDAB zijn, waarin je kunt lezen hoe groot de kans op werk per studiegebied is. “Concreet berekenen we hoeveel procent van de afgestudeerden één jaar nadien werk heeft”, zegt woordvoerder Shaireen Aftab. “Voor het recentste rapport keken we naar wie tijdens het schooljaar 2012-2013 afstudeerde en na de zomer van 2014 aan het werk was.”

De resultaten zijn opmerkelijk: in sommige studiegebieden bleek zo goed als niemand werkzoekend, in andere tot een kwart. Zo is het broodje van afgestudeerde tandartsen meteen gebakken, terwijl wie geschiedenis studeerde misschien lang zal moeten solliciteren.

Aftab: “Het schoolverlatersrapport schetst een beeld van de arbeidsmarkt. Het is belangrijk dat een studiekeuze met hart én verstand wordt gemaakt. Dit rapport kan een van de aspecten zijn waarop een jongere zijn of haar keuze kan maken.”

Op de diensten studieadvies van de universiteiten nuanceren ze het rapport. “Al krijgen we, vaak van de ouders, wel de vraag: gaan ze met die studie wel werk vinden?”, zegt Isabelle Lanszweert, afdelingshoofd studieadvies aan de Universiteit Gent.

Hulpmiddel

“Maar je mag je niet alleen daardoor laten leiden. Belangrijker is dat je iets kiest wat je ligt, want je moet een studie ook nog 4 à 5 jaar kunnen volhouden tot je afstudeert. Bovendien kunnen de tewerkstellingskansen flink evolueren in die tijdspanne. Beter is om te kijken naar je eigen interesses, wat je motiveert, wat je goed kunt. Een brede kijk is daarbij belangrijk.”

Iets wat ze ook aan de KU Leuven benadrukken. “Je moet als toekomstige student heel wat dingen bekijken, en die cijfers over het vinden van werk zijn daar een deeltje van”, zegt Valérie Jochems. “We zien hier jongeren die voor zichzelf niet kunnen inschatten welke opleiding goed bij zich zou passen, maar tegelijk zien we er ook veel die maar één richting overwegen. ‘Omdat iedereen zegt dat ik er goed in ben’, is dan bijvoorbeeld een van de argumenten die je hoort. Zij staan voor niets anders meer open en verkennen de andere opties niet genoeg. Soms komen ze dan halverwege het eerste jaar tot de vaststelling dat ze een foute keuze hebben gemaakt. Om maar te zeggen: je moet je keuze weloverwogen maken.”

Arbeidsmarktexpert Jan Denys (Randstad), tot slot, vindt dat het VDAB-rapport vooral een hulpmiddel kan zijn voor wie het écht niet weet. “Als je twijfelt over wat te studeren, kan dit helpen bij het maken van de keuze. Ook voor wie een professionele bachelor doet, vind ik dat rapport interessant, want je kiest dan wel echt voor een vrij specifiek beroep. Zeker dan is het belangrijk om te weten of je makkelijk werk zal vinden.”

Wie werk wil, studeert maar best voor tandarts. www.demorgen.be, 2015-08-11. Geraadpleegd op 2015-08-16 via www.demorgen.be
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo