Op bezoek bij de buren van de Efteling: “Wacht maar tot de Russen overnemen”

“Jullie rol is zichtbaar maken dat er geluisterd wordt.” Aan het woord: de directie van de Efteling tegen de omwonenden in Kaatsheuvel. En dat tijdens de eerste gespreks­avond in 80 jaar tijd. Dat het pretpark almaar wil uitbreiden vonden ze een halve eeuw lang allemaal oké. Tot een pr-bureau roet in het eten kwam gooien.

Peet Timmers (87) heeft als kind nog mee achterop de paardenkar gezeten, een legendarisch gegeven voor oudere inwoners van Kaatsheuvel. Het was de tijd van kapelaan Rietra en pastoor De Klijn, de feitelijke founding fathers van de Efteling. “Dat was daar”, wijst hij, vanop het ­terras in de seniorenflat. “Er was een voetbalveldje. Er waren verder nog een draaimolen, een glijbaan en pony’s. De boer kwam met zijn kar naar Kaatsheuvel en dan sprongen de kinderen achterop. Het was het enige dat wij hadden, toen.”

Nu is er enkel nog een hoge muur, een autobaan, en daarachter af en toe een zwevend wagentje met een lachend kind dat vanuit het Sprookjesbos omhoog wordt getold. En de hele dag door hetzelfde deuntje. “We vinden het allemaal best”, zegt echtgenote Jo Sleenhoff (83). “Ik kom uit Waalwijk, hier vlakbij. De Efteling, dat is een deel van ons. We hebben het groot zien worden, altijd maar groter en groter.”

Na de Prinses Beatrixstraat volgt de Prinses Irenestraat en daarna de Prinses Margrietstraat. In het naoorlogse Nederland was stedenbouw exacte wetenschap, en dat is het tot vandaag gebleven. Al van in 1950 richtte de ingang van de Efteling zich naar de zuidkant van Kaatsheuvel. Daarachter lagen alleen uitgestrekte weilanden, hier en daar een oude boerderij. Onbeperkt veel ruimte, leek het.

In mei verscheen een advertentie in de lokale kranten. De Efteling, stond er, is zeer begaan met een goed contact met zijn omwonenden. Omwonenden die dat wensten, konden per ­ e-mail intekenen voor een “gesprek”. Het was de eerste keer in het ruim 80-jarige bestaan van de Efteling dat de bewoners zoiets overkwam. Intekenen moest via een bedrijf dat Creative Power heette en vertegenwoordigd werd door ene Jim van den Beuken, die vooraf zelf al ­meteen geïnteresseerden indeelde over verschillende data, verschillende gesprekstafels, ­verschillende gespreksonderwerpen.

“De manier waarop het verliep, zorgde meteen voor wrevel”, zegt Peter Horvers, omwonende. “Ik vroeg of we het konden hebben over de verkeersproblemen die we zomer na zomer kennen, die maken dat je Kaatsheuvel niet meer in of uit kunt. Nee, dat kon niet. Jim van den Beuken had het de hele tijd over ‘slimme en creatieve oplossingen’, ‘samen meedenken’ en ‘gezond vertrouwen’. Wilde je wat vragen over hun nieuwe plan voor een derde megaparkeerterrein – ‘in eerste instantie enkel op gras’ – dan werd je zorgelijk bekeken en de mond gesnoerd. Dat vonden ze niet leuk, en daar zouden we het nu liever maar niet over gaan hebben.”

De Efteling beslaat nu 72 hectare grond. En daar komt volgend jaar weer een enorm stuk grond bij, met een tweede hotel en een reeks nieuwe attracties. In Loon op Zand, de wijk pal naast het Sprookjesbos, zie je opvallend veel leegstaande snackbars, leegstaande hotels met een interieur uit de jaren 70. Oranje bordjes alom: verboden te parkeren zonder vergunning, u riskeert een boete van 90 euro. Jarenlang leefden het park en Loon op Zand vreedzaam samen. Al groeiend lijkt de Efteling zijn directe buren de rug te hebben toegekeerd.

Horvers: “Groeien is voor de Efteling een obsessie, alsof er geen andere mogelijkheid tot innovatie is. Ik was laatst in het Europapark in Rüst, Duitsland. Daar hebben ze attracties gebouwd bovenop meerlagige ondergrondse parkeergarages. Dat spaart een hoop ruimte uit. Ik had gehoopt dat we het op zo’n gespreksavond daar eens over zouden kunnen hebben. In de hele Efteling is amper 11,00 % bebouwd. Er zijn attracties zoals de Python of de bootjesvijver die ontzaglijk veel plaats innemen, maar helemaal niet meer van deze tijd zijn. Is het geen optie, vroeg ik op de gespreksavond, om in plaats van altijd weer verder uit te breiden oude attracties te vervangen door nieuwe?”

Vooraan in de zaal gingen zorgelijke blikken heen-en-weer. Iemand kuchte dat dit punt, voor zover hij kon zien, niet geagendeerd stond. Horvers: “Een paar dagen later stond in de krant dat de Efteling dreigde te worden over­genomen door Russen. Als ze niet konden uitbreiden tot 5 miljoen bezoekers, zouden ze in de problemen komen. Zo van: ‘Wacht maar tot de Russen komen.’ We konden maar beter met Jim van den Beuken praten dan met de Russen.”

De Efteling is goed voor 4,4 miljoen bezoekers per jaar en 3 000 banen in een streek die 40 jaar geleden economisch nog voor meer dan 90,00 % afhankelijk was van de ambachtelijke schoenmakerij. Die is intussen volledig geïmplodeerd, ook in Waalwijk en Kaatsheuvel loopt iedereen nu rond op Chinese schoenen. Zo versneld bergaf als het ging met de schoenmakerij, zo snel bergop ging het vanaf 1950 met de Efteling.

De mede door kunstschilder Anton Pieck opgerichte Stichting Natuurpark de Efteling had als doel: “De lichamelijke ontwikkeling en ontspanning van de inwoners der gemeente Loon op Zand en de bevordering van het toerisme naar en binnen de gemeente, één en ander in katholieke geest.” De Efteling heeft nooit anders gekend dan dankbare, warme en vergevingsgezinde omwonenden zoals Jo en Peet. Opgegroeid – vergroeid misschien wel – met het Sprookjesbos, Langnek, Holle Bolle Gijs, de Indische Waterlelies van wijlen koningin Fabiola. “Je bent er geweest als kind”, zegt Nel, een grijzend dametje in residentie Rosegaerde. “Je bent er geweest met je kinderen, die daar dan later tijdens de vakantie wat gingen bijverdienen. En later ging je terug met je kinderen en je kleinkinderen.”

Nu zit ook Nel, de 80 naderend, hier in de bejaardenflat. En kan ze het niet helemaal benoemen, maar het is de laatste jaren toch steeds minder als hoe het was. Iets minder Anton Pieck. Iets meer herrie, zeker als de wind niet goed zit. De Aquanura heeft Nel nooit gezien, enkel gehoord, bij felle wind. Volgens de website van de Efteling is het “een spektakel waarbij water, licht en vuur onder andere de 1.001 nacht van Fata Morgana, de ronddraaiende kookpotten van Monsieur Cannibale en de ­spannende strijd tussen Joris en de Draak ­uitbeelden.” Nel, met een ingetogen lachje: “Ik denk dat zij denken dat wij allemaal doof zijn. Dat ze daarom de bejaardenflats hier hebben gebouwd.”

DE CONINCK, D. Op bezoek bij de buren van de Efteling: “Wacht maar tot de Russen overnemen”. De Morgen, 2015-08-07, 8.

 

E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo