Onder de bedrijfsnaam JellyCoe timmert de koppige Gentse ondernemer Michel Van de Velde al 20 jaar aan zijn pyjamabedrijf. Met het merk Woody’s creëert hij een ‘volledig universum’. Dit jaar verwacht hij 1 miljoen stuks te verkopen.
Een Woody, het is in Vlaanderen bijna een begrip als een Pamper of een Bic. Heeft u zich ooit afgevraagd waar de naam van het Belgische pyjamamerk vandaan komt? Het is de roepnaam van David Woodworth, de Britse illustrator die al bijna 45 seizoenen lang de guitige diertjes voor het Belgische pyjamamerk tekent. Woodworth is een goede vriend van Michel Van de Velde, de 58-jarige Gentenaar die het merk in 1993 oprichtte en nog steeds CEO is. Het pad van beide heren kruiste in Londen, waar Van de Velde als informaticus voor een Amerikaanse multinational werkte. Toen de IT-sector in zware crisis verkeerde, koos Van de Velde voor een gouden handdruk om zijn eigen zaak te beginnen.
‘Ik heb altijd geweten dat ik iets in de mode wilde doen’, zegt de CEO. ‘Toen ik in 1993 vader werd van Florence, was ik tevergeefs op zoek naar originele, vrolijke en kwalitatieve pyjama’s voor mijn dochtertje. Dat gat in de markt wilde ik dichten. Ik was de eerste om de modekleuren van de bovenkleren te introduceren in nachtkleding.’
En of het een gat in de markt was. Consumenten onthaalden de vrolijke pyjama’s, met lichtgevende diertjes die er elk seizoen anders uitzien, met open armen. Van een omzet in de beginjaren van 250.000 euro, klokte het bedrijf af op 11,6 miljoen euro eind 2014.
In minder dan vijf jaar tijd verdubbelde het aantal verkochte stukken tot meer dan 930.000. Dit jaar lonkt de kaap van 1 miljoen stuks. Het zijn niet langer enkel pyjama’s voor het hele gezin. Onder de bedrijfsnaam JellyCoe creëerde Van de Velde een heel universum, met voor Woody onder meer dekbedovertrekken, knuffels, mokken en een zwemlijn. Daarnaast lanceerde hij een lijn voor adolescenten die de grappige figuurtjes ontgroeid zijn, het merk Lord&Lillies met romantische pyjama’s en dit jaar ligt een eigen merk voor mannenondergoed in de rekken, MANNED.
In zijn ondernemerschap toont Van de Velde zich als een koppige Gentenaar. De productie gebeurt grotendeels in Turkije. Aanvankelijk werkte JellyCoe met onderaannemers in Turkije. ‘Maar dat was voortdurend miserie’, zegt Van de Velde. ‘In 2008 hebben we een eigen atelier opgericht in een joint venture met onze Turkse onderaannemer Bella. Deze zomer staat een fusie op stapel. ‘We doen er alles zelf. Breien, stikken, opdrukken en verpakken. Alleen zo krijg ik de kwaliteit die ik wens. Door de fusie zullen onze productiecapaciteit, onze snelheid, onze efficiëntie en onze marges nog stijgen.’
Vanuit het Gentse kantoor kan Van de Velde in real time de breimachines, de stiksters en de inpakkers in het Turkse Tekumut aan het werk zien. Overlopend van enthousiasme legt hij uit hoe efficiënt ze werken.
‘Omdat wij in Turkije produceren, worden wij niet zo zwaar getroffen als de modelabels die met hun productie in het Verre Oosten zitten en waar de dure dollar hen parten speelt’, zegt Van de Velde. ‘Wij hebben een platform in China, waar wij met onderaannemers werken. Maar we kunnen de productie daar afbouwen en verschuiven naar onze eigen Turkse fabriek.’ Daarom zal Van de Velde, in tegenstelling tot veel van zijn collega’s in de sector, zijn prijzen niet moeten optrekken.
Ook in de prijszetting is Van de Velde behoorlijk eigenzinnig. ‘Ik breng voor elk stuk de verkoopsprijs aan. Ik hou er niet van dat de ene winkel mijn stukken duurder verkoopt dan een andere. Als winkeliers dat toch willen doen, moeten ze zich al de moeite getroosten een ticket over onze prijzen te kleven en dan ziet de klant het toch.’
Qua prijszetting zit Woody in het middensegment, een segment waar tegenwoordig stevige klappen vallen. Denk maar aan het faillissement van het Belgische modemerk Talking French. Ook de Nederlandse modeketens Mexx en Etam gingen voor de bijl.
‘Succes is geen toeval maar een keuze’, zegt Van de Velde. ‘Dat is de slogan die aan mijn bureau hangt. Voor ons komt het erop aan om het DNA van Woody te bewaren en kwaliteit te blijven leveren. Als je iets goedkoop koopt, dan weet je dat het geen kwaliteit kan zijn. Maar als je iets meer betaalt, ben je daarom nog niet zeker dat het ook kwalitatief zal zijn.’
Van de Velde bruist van de plannen. Zijn merk is al te vinden in 540 verkooppunten in Vlaanderen en Nederland. ‘We denken na of we in Vlaanderen een aantal flagshipstores zouden openen’, zegt de Gentse ondernemer. In Istanbul heeft hij er drie. ‘Het is een geliefkoosde citytripbestemming voor rijke Arabieren, zodat we nu bijzonder veel aanvragen krijgen vanuit Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten.’
Ook de productiecapaciteit verhogen staat op de agenda. ‘Daarbij denken we niet enkel aan Turkije, maar we kijken ook naar Oost-Europa.’
Over e-commerce is de CEO maar matig enthousiast. ‘We bekijken het, maar mogen daarbij de winkeliers niet voor het hoofd stoten. Er zijn over e-commerce al zoveel tegenstrijdige zaken gezegd.’
Tot nu toe is Van de Velde hoofdaandeelhouder en heeft hij één stille vennoot. ‘Hoewel de bank tot nu toe altijd onze groeiplannen heeft ondersteund met leningen, zijn we op een niveau aanbeland dat we een kapitaalverhoging moeten doorvoeren en extern kapitaal willen aantrekken.’