Ons land zal uitblinken in een lange periode van zwakke groei. Dat besluit de Franse krediet verzekeraar Coface uit een vergelijking van 34 ontwikkelde landen.
België vormt samen met Duitsland, Nederland, Zuid-Korea en Zwitserland een select clubje landen dat zich minder zorgen hoeft te maken als de wereldeconomie het komende decennium blijft slabakken. Tot die opmerkelijke conclusie komt Coface, een van de drie grote kredietverzekeraars ter wereld.
De Franse economen stellen vast dat de wereldeconomie zeven jaar na de val van de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers nog steeds een pak trager groeit dan voordien. Veel economen menen zelfs dat die stagnatie – een lange periode van lage groei – de wereld nog een tijd zal domineren.
Maar. ‘Niet alle ontwikkelde landen zijn even kwetsbaar. Enkele zullen zich net onderscheiden in dat kwetsbare economische landschap’, aldus Coface. ‘Sommige landen zullen die stagnatie niet alleen kunnen vermijden, maar de komende tien jaar zelfs sneller groeien.’
De uitkomst van het onderzoek was een belangrijke reden waarom Coface de rating voor ons land onlangs verhoogde van A3 naar A2, de op een na hoogste score. ‘Concreet betekent dat dat we het risico op betalingsproblemen bij Belgische bedrijven kleiner inschatten’, stelt woordvoerder Gert Lambrecht. ‘We hebben nu meer vertrouwen in de Belgische economie, en dus ook in de ondernemingen.’
Ons land scoort goede punten voor demografie, omdat de beroepsbevolking niet alleen groeit, maar in de crisisjaren zelfs sneller is toegenomen dan de jaren ervoor. Ook op het vlak van handel doen we het goed: we hebben een van de meest open economieën van het rijkelandenclubje en profiteren van onze ligging in het hart van Europa.
Opvallend is dat ook ongelijkheid een belangrijk gewicht krijgt in de analyse. Volgens de onderzoekers neemt die in sommige OESO-landen zo’n omvang aan dat de groei belemmerd wordt. Ten eerste omdat het verarmde deel van de bevolking niet dezelfde kansen krijgt om zich te ontwikkelen. Ten tweede omdat ongelijkheid tot meer schulden leidt, en dus een risico voor de financiële stabiliteit inhoudt. In ons land is de ongelijkheid niet alleen veel kleiner dan het OESO-gemiddelde, de kloof is onlangs ook kleiner geworden. ‘Dat is de groei in België ten goede gekomen’, zegt het rapport.
Voor innovatie krijgt België maar een gemiddelde score. En ook de schulden blijven traditioneel een pijnpunt. Al merkt Coface op dat de overheidsschuld vanaf dit jaar geleidelijk kan beginnen dalen. En dat de gezinnen met 56,00 % van het bruto binnenlands product zeer weinig schulden torsen.