Modebedrijven zien Aziatische facturen stijgen
Sinds september vorig jaar is de dollar zo’n 15,00 % tot 20,00 % duurder geworden ten opzichte van de euro. Dat is slecht nieuws voor veel Belgische modebedrijven die hun kleren en schoenen in grote mate in Azië laten produceren. De facturen in de Aziatische productiebedrijven zijn meestal in dollar, of in munten die gelinkt zijn aan de dollar.
‘We proberen te optimaliseren, door bijvoorbeeld een deel van de productie naar Oost-Europa en Turkije te verschuiven’, zegt Bart Claes, CEO van de kledingketen JBC. ‘Maar je kan niet alles verschuiven. We zien ons genoodzaakt een deel van de prijsstijging door te rekenen aan onze klanten. Dat betekent dat onze kleren vanaf het winterseizoen 5,00 % tot 10,00 % duurder worden. Daar staat tegenover dat de consument de jongste jaren heeft kunnen genieten van prijsdalingen.’
Claes benadrukt dat iedereen in hetzelfde schuitje zit. ‘Dat geldt voor de hele sector. Wie zegt dat hij er niets van voelt, is niet geloofwaardig.’
Ook Luc Van Mol, de topman van de kledingketen ZEB, ziet prijsstijgingen van 5,00 % tot 10,00 %. ‘Wij hebben ons voor een lange periode ingedekt tegen de dure dollar’, zegt Van Mol. ‘Maar uiteindelijk zullen we ook de prijzen moeten optrekken. Alleen kunnen we dat niet voor al onze kleren doen, want dan haakt de consument af. We zullen in onze marges moeten snijden.’
Ook schoenen dreigen duurder te worden. ‘Voor de collecties van 2015 is er amper een effect, maar voor de aankopen voor 2016 is de impact substantieel’, zegt Kurt Staelens, CEO van Macintosh Retail Group, dat de schoenenketen Brantano bezit. Voor A-merken ziet Staelens vanaf 2016 prijsstijgingen van 5 tot 10 procent. ‘Dat creëert kansen voor onze private labels. Die worden aantrekkelijker voor onze klanten en wij hebben er een grotere marge op.’
