Arme banken, hoe is het mogelijk?

De Nationale Bank van België maakt zich zorgen over de gezondheid van onze banken. De winstmarges zijn te laag en daarom zouden ze hun tarieven die ze de consumenten aanrekenen, moeten optrekken. Een eenzijdige benadering van een reëel probleem.

Wat is er aan de hand?

De Nationale Bank maakt zich in haar jongste jaarverslag zorgen over de winstgevendheid van de banksector. Het rendement op het eigen vermogen ligt aanzienlijk lager dan voor de financiële crisis. De winstmarges zijn de voorbije jaren wel opnieuw lichtjes gestegen, van 3,00 % naar amper 5,00 % rendement. Een aantal banken moeten via winstreservering hun kapitaalbuffers versterken, zodat ze tegen 2018 voldoen aan de strengere Bazel III-normen: door de strenge regelgeving moeten de banken meer kapitaal opzijzetten als buffer voor risico’s of slechte kredieten. De banken in België betalen bovendien ook al de hoogste taksen aan de overheid in Europa. Voor dit jaar zal de sector opnieuw 350 miljoen euro extra bijdragen, wat de volledige factuur op 1,3 miljard euro brengt. Daarenboven kampt de sector nog altijd met een hoge kostenstructuur.

Daarom hebben alle Belgische grootbanken een besparingsprogramma’s op poten gezet. Kantoren gaan dicht, en grootbanken BNP Paribas Fortis, ING België en Belfius schrappen duizenden jobs in de periode 2013- 2015. Desondanks spoort de Nationale Bank de Belgische banken verder aan om een bedrijfsmodel te ontwikkelen dat hen een duurzame rendabiliteit verzekert.

Hoe kan dat model eruitzien?

Een eerste optie die de Nationale Bank naar voor schuift, is een consolidatie. Zeg maar een fusie tussen banken, waardoor de schaalgrootte toeneemt, wat normaliter moet zorgen voor lagere kosten. Alleen is dergelijk fusieverhaal niet evident. De naweeën van de financiële crisis zinderen nog na, en tal van banken zijn nog volop bezig met hun eigen structuur aan te passen. Bovendien, als je een fusie bepleit, bepleit je ook een sociaal bloedbad: enorm veel personeelsleden zullen moeten afvloeien, veel kantoren gesloten, en dat kost ook geld. Op korte termijn is een dergelijke consolidatie allicht niet het antwoord.

Is het eigen netwerk verder afbouwen en automatiseren een mogelijkheid?

Jawel. Dat zal ook gebeuren, al is er daar al een ganse weg afgelegd. In 2000 waren er in ons land nog 12.751 kantoren, vandaag zijn dat er minder dan 7.400, en dus ook minder loketbedienden. Ook het aantal zelfstandige bankagenten is gedecimeerd: in tien jaar tijd is dat aantal geslonken van 7.000 tot 800. Van alle kantoren heeft zowat 88,00 % nu een selfbankingautomaat, en het aantal abonnees voor internetbankieren steeg van 1,7 miljoen in 2003 tot 10,1 miljoen vorig jaar. Conclusie, er is al veel gesaneerd en geautomatiseerd, waardoor de grote marge daar niet meer te rapen valt. Al schatten specialisten dat de huidige kosten van een normaal kantorennetwerk, zoals dat van de grootbanken, overeenkomt met 1,00 % extra spaarrente. De consument verder richting internetbankieren duwen, is dus een manier om te komen tot extra kostenbesparingen en extra rendement.

Een aanpassing van de tarieven is echter de makkelijkste optie?

Eigenlijk wel, al is dat een bijzonder onpopulaire maatregel uiteraard. De financiële sector en de bankiers zijn vandaag makkelijke schietschijven. Dat hebben ze uiteraard over zichzelf afgeroepen. Maar onze banken doen het in Europees perspectief eigenlijk goed. Uit een onderzoek van de Europese Commissie blijkt dat de prijzen voor een bankrekening met een gemiddeld gebruik uiteenlopen van 27 euro in Bulgarije tot maar liefst 253 euro in Italië. Frankrijk, Italië, Oostenrijk en Spanje doen het slecht op het vlak van transparantie en hebben de duurste bankdiensten. In Bulgarije, Nederland, België en Portugal zijn de kosten voor een betaalrekening bescheiden. In ons land blijkt dat een zichtrekening en de bijbehorende diensten van een bank gemiddeld 58 euro per jaar kosten. Het gaat daarbij om allerlei kosten zoals voor de aflevering van debet- en creditkaarten, voor papieren overschrijvingen en voor geldafhalingen in het bankkantoor.Met andere woorden, gemiddeld kost uw bank u 4,8 euro per maand. Dat kan verschillen van bank tot bank, en veel instellingen bieden hun zichtrekeningen gratis aan. Die kosten verdienen ze dan terug door op andere diensten een hoger tarief aan te rekenen. De Nationale Bank pleit er eigenlijk voor om de reële kost per dienst door te rekenen aan de consument. Dat zou betekenen dat de ene dienst goedkoper wordt, en een andere dienst betalend en/of duurder. Zo zou het elektronisch betalingsverkeer duurder kunnen worden.Zijn er nog andere opties?Allicht valt er nog te sleutelen aan het bankmodel zelf. Te weinig banken hebben al werk gemaakt van de transformatie van hun businessmodel. De spaaroverschotten van de klanten worden vandaag vooral geïnvesteerd in overheidspapier, hypothecaire leningen en bedrijfskrediet. Intussen zijn er veel onlinebanken uit Nederland en Frankrijk naar hier afgezakt om een deel van het vele Belgische spaargeld te gebruiken om in hun thuisland leningen te verstrekken. Rabobank.be haalt hier spaargeld op waarmee ze in Nederland bedrijfsleningen aanbiedt. Ook PSA Bank, dochter van de autobouwer Peugeot-Citroën uit Frankrijk, vist in de Belgische spaarvijver om er goedkope autoleningen mee te verstrekken. Veel van die nichespelers werken haast uitsluitend via internet. Ze bieden ook vaak mooie rendementen aan, want hebben geen kantoren, en dus minder kosten. Tegelijk kunnen die rendementen ook een tijdelijke, commerciële strategie zijn, om zich in de kijker te werken.Wat zeggen de banken zelf?

Voorlopig heel weinig, ze beseffen dat dit een onpopulair thema is. Ze gaan de komende weken samenzitten met de Nationale Bank. Want het is niet omdat deze het bankentoezicht overhevelt naar de Europese Centrale Bank dat diens uitspraken geheel vrijblijvend zouden zijn. Sectorfederatie Febelfin doet ook geen uitspraken, omdat het tariefbeleid een strategische bankbeslissing is.

DESMET, L. Arme banken, hoe is het mogelijk?. De Morgen, 2015-02-24, 7.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo