mens en samenleving logo

Hoe gevaarlijk zijn de Chinese groeiproblemen?

In China is de groei in het derde kwartaal gedaald tot 7,30 %, het laagste peil in vijf jaar. Hoewel dat iets beter is dan analisten hadden verwacht, gaan de meeste economen ervan uit dat de Chinese groeimotor de komende jaren steeds luider zal sputteren. Maar maakt de tweede economie ter wereld straks een harde of een zachte economische landing? Het antwoord op die vraag is cruciaal voor de wereldeconomie.

Speculatieve zeepbellen staan op ontploffen

Kan de groei in China tegen 2020 terugvallen tot 4 procent en minder? Volgens de Conference Board, het onderzoeksinstituut van het Amerikaanse bedrijfsleven, wel.

China kampt namelijk met twee gevaarlijke zeepbellen: één op de non-bancaire kredietmarkt en één op de vastgoedmarkt. Nadat Peking in 2009 de kredietkraan helemaal had opengedraaid om de slabakkende economische groei op peil te houden, zijn de Chinezen de voorbije jaren in sneltempo verslaafd geraakt aan krediet. Dat resulteerde in een speculatieve zeepbel op de huizenmarkt, waarvoor de Chinese spooksteden illustratief zijn, en een enorme schuldenlast bij de lokale overheden.

‘Het risico op een scherpe correctie in de Chinese vastgoedmarkt is vandaag reëel’, zegt Jonathan Holslag, directeur van het ­China-instituut van de VUB. Recente data wijzen uit dat het aantal onverkochte huizen en appartementen in twee jaar is verdubbeld.

Dreigende deflatie

‘Steeds meer China-volgers maken zich zorgen over de dreigende deflatie in China. In september daalden de producentenprijzen voor de 31ste achtereenvolgende maand. Peking staat daarmee voor een duivels dilemma: aan de ene kant wil het de groei kunstmatig op peil houden (zie hiernaast), maar als er te veel stimuleringsmaatregelen zijn in een klimaat van overcapaciteit in fabrieken en een sputterende bouwsector, zal de snel gestegen schuldenlast in het land gevaarlijk toenemen. Dat kan leiden tot een Chinees Lehman-moment. Om dat te vermijden, heeft Peking diepgaande hervormingen beloofd. ‘Maar de uitvoering is er niet. De saneringen en consolidatie in de Chinese industrie bijvoorbeeld, blijven uit’, zucht Holslag. Ook de ingrepen van de Chinese centrale bank hebben weinig effect. ‘Ik blijf vrezen voor een rampscenario. Een Chinese groeivertraging zonder ernstige hervormingen en de noodzakelijke herbalancering naar meer binnenlandse consumptie.’

Peking heeft geld en macht om in te grijpen

Volgens optimisten is de vertraging van de Chinese economie geen ramp. Een economie kan niet eeuwig tegen meer dan tien procent per jaar groeien. Een trager groeitempo is dus normaal. Zeker nu China de tweede grootste economie ter wereld is geworden.

‘Hoe groter de economie, hoe moeilijker het is om in hetzelfde tempo te groeien’, verduidelijkt Peter Vanden Houte, hoofd­econoom van ING België.

‘Maar gezien de omvang van de Chinese economie blijft haar bijdrage aan de wereldeconomie stabiel. Zelfs al is het groeitempo vandaag een stuk lager en zal dat wellicht zo blijven.’

De sleutelvraag is niet of de Chinese groeimotor verder zal vertragen, maar hoe snel ze zal vertragen. Het IMF bijvoorbeeld verwacht nog altijd een zachte landing van 6,80 % groei in 2016 en 6,30 % in 2018.

Vijfjarenplannen

Aangezien de rest van de wereldeconomie onvoldoende sterk is om bij een economische crash China uit het moeras te trekken, moet Peking via vijfjarenplannen zelf de binnenlandse groeimotor aanzwengelen. Bijvoorbeeld door de Chinezen aan te moedigen zelf meer te consumeren.

Dat lukt hier en daar al vrij aardig. ‘Ik denk aan het internet, waar de recente groei van bedrijven als onlinewinkel Alibaba wijzen op een snelle groei van de Chinese consumptie’, zegt Vanden Houte

En als het toch zou mislopen, heeft een centraal geleide economie als die van China volgens hem het geld en de macht om in te grijpen.

‘Recent zijn twee Chinese ondernemingen failliet gegaan en op het laatste moment zijn er staatsfondsen tussengekomen om de uitstaande schulden terug te betalen’, benadrukt Vanden Houte.

En omdat de schuldgraad van ­Peking relatief laag is – 50,00 tot 60,00 % van het bbp – is er volgens hem ruimte voor de Chinese overheid om nog veel meer private schulden over te nemen.

TANGHE, N. Hoe gevaarlijk zijn de Chinese groeiproblemen?. De Standaard, 2014-10-22, 23
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers