Alsof de zon anders brandt aan de andere kant van de oceaan

Elk Europees bedrijf dat zijn product in de VS wil slijten – en omgekeerd – vindt een hoop kostelijke en tijdrovende obstakels op zijn weg. Maar weinig producten moeten zoveel hindernissen nemen dan zonnecrèmes.

Europese zonnecrèmes beschermen een stuk beter dan de Amerikaanse. En toch zijn ze niet te koop in de Verenigde Staten. Het is een van de vele eigenaardigheden die de onderhandelaars over het transatlantisch vrijhandelsverdrag (TTIP) pogen weg te werken.

De Europese producten blokkeren beter de bijzonder schadelijke ultraviolette straling van het type A (uva). Veel Amerikanen gaan zich dan ook bevoorraden in Canada, waar de Europese crèmes wel te koop zijn. Met 3,5 miljoen nieuwe patiënten per jaar is huidkanker de meest voorkomende kanker in de VS. Volgens de American Cancer Society lijden 76.000 Amerikanen aan melanoma, de ernstigste vorm van huidkanker. Met die cijfers voor ogen verbijstert het dat de betere crèmes in de VS niet beschikbaar zijn.

Geneesmiddel

De verklaring ligt in de verschillende classificatie van het product: in de Europese Unie wordt een zonnecrème beschouwd als cosmetica, in de VS als een geneesmiddel.

En daar knelt het schoentje. Medicijnen moeten worden goedgekeurd door de Food and Drug Administration (FDA). Maar de FDA heeft al vijftien jaar geen nieuwe ingrediënten meer aanvaard.

Dat vonden nu ook de Congresleden wat al te bar – de traagheid van de FDA hindert trouwens ook Amerikaanse bedrijven die hun nieuwste uitvindingen niet kwijt kunnen op de binnenlandse markt. En dus keurden het Huis van Afgevaardigden in mei en de Senaat midden september een wetsvoorstel goed dat de FDA zou dwingen om aanvragen sneller te behandelen. ‘Er zijn producten die over heel de wereld te koop zijn, behalve in de VS omdat hier alles potvast zit. Dat is toch niet te verantwoorden’, fulmineerde de Republikeinse senator Johnny Isakson uit Georgia, die zelf melanoom heeft, in de The Wall Street Journal.

Beide teksten moeten nu in elkaar worden geschoven, maar de definitieve Sunscreen Innovation Act kan wellicht nog voor het einde van het jaar ter ondertekening worden voorgelegd aan de president.

Zelfs in dat geval zijn de problemen van de Europese producenten of hun Amerikaanse collega’s de wereld niet uit. De Sunscreen Innovation Act verandert niets aan het feit dat een crème die het fiat kreeg van de Europese instanties bij export naar de VS opnieuw moet worden goedgekeurd. En omgekeerd.

In Europa moet een product conform zijn aan de Cosmetics Directive. Die lijst de goedgekeurde UV-filters, de aanvaarde ingrediënten en de verboden producten op. ‘In de VS moet diezelfde zonnecrème daarentegen door het lange en complexe proces dat medicijnen moeten doorlopen’, zegt Francine Lamoriello, executive vicepresident van de Personal Care Products Council in Washington.

In 2002 voerde de FDA een sneller systeem in voor ingrediënten van geneesmiddelen waarvoor geen voorschrift nodig is – over-the-counter drugs – en die elders al vijf jaar in gebruik zijn. Probleem met dit proces van Time and Extent Application (TEA) is dat veel informatie die de FDA eist omdat het over geneesmiddelen gaat, niet voorhanden is. Want het Europese Scientific Committee on Cosmetic Products and Non-Food Products intended for Consumers heeft die niet nodig. En dus worden BASF en L’Oréal overstelpt met extra vragen. Sneller gaat het geenszins.

Zowel Cosmetics Europe als Personal Care Products Council, de respectieve koepels van ondernemingen uit de cosmeticasector, hoopt dat de TTIP-onderhandelaars het eens worden over een enkele lijst van ingrediënten en UV-filters.

Tot in het extreme

Zonnecrèmes zijn een perfect voorbeeld van de kostelijke en tijdrovende niet-tarifaire handelsbelemmeringen die TTIP wil wegwerken. De onderhandelaars verwachten zo’n twee derde van de economische winst die het vrijhandelsakkoord zal opleveren, te realiseren door dergelijke handelsbarrières weg te werken.

‘Het gaat bij zonnecrème om de goedkeuring van ingrediënten, maar ook om testmethoden en labeling’, legt Emma Trogen, directeur Legal Affairs van Cosmetics Europe uit.

Niet alleen moet een product twee keer worden getest: Amerikanen en Europeanen gebruiken andere methoden en normen om de doeltreffendheid en de veiligheid van de crèmes te bepalen.

Zelfs als hun zonnecrème eindelijk geschikt werd bevonden voor verkoop aan de andere kant van de Atlantische Oceaan, is de lijdensweg van de producenten nog lang niet ten einde. Ook de verpakking moet andere informatie bevatten.

En dat gaat tot in het extreme: zo moet de in Europa courante term ‘aqua’ voor de Amerikanen in ‘water’ worden vertaald. Ook de American Chamber of Commerce in Europa vindt dit een dure en onzinnige oefening, die geen enkele invloed heeft op de volksgezondheid. Net zo min als de verschillende classificatie (geneesmiddel of cosmetica). Overigens is zonnecrème geen alleenstaand geval. Ook tandpasta en deodorant behoren aan beide kanten van de Atlantische Oceaan tot verschillende categorieën.

En, wat had u verwacht, ook de aanduiding van de beschermingsfactor (Sun Protection Factor, SPF) en de UVA-filter sporen niet. Of nog een voorbeeld: het gebruik van nanomaterialen moet in de VS niet en in de EU wel op de verpakking van zonnecrèmes en andere cosmetica worden vermeld. De Amerikanen dringen er bij hun onderhandelaars op aan protest aan te tekenen tegen deze Europese verplichting.

Dierenproeven

En dan laten we de testen op dieren, die in Europa verboden zijn en in de VS toegelaten, nog buiten beschouwing.

Cijfers over hoeveel een besparing zou opleveren door die harmonisering of wederzijdse erkenning van ingrediënten, testmethoden en verplichte informatie, kan ­Lamoriello niet voorleggen. Maar dat die aanzienlijk zouden zijn, daarvan is ze overtuigd.

‘Bovendien zouden kleine en middelgrote ondernemingen gemakkelijker kunnen exporteren. De uiteenlopende reguleringen vormen momenteel voor vele kmo’s onoverkoombare obstakels.’ In een rapport waarin de US International Trade Commission die obstakels oplijst, sprak een bedrijfsleider over 2.000 tot 2.500 dollar per product dat hij wil laten testen voor uitvoer. Daar zijn vergoedingen voor adviseurs die hun weg vinden in de Europese regelgeving niet bijgerekend.

Het vrijhandelsverdrag zou voor de exporteurs heel wat tijdwinst en kostenbesparingen opleveren. ‘Gelukkig vonden we voor de problemen met zonnecrème een gewillig oor bij de onderhandelaars’, zegt Trogen van Cosmetics Europe. Dat is zeker niet voor alle producten het geval.

Voor de Europese consument is het zaak dat de onderhandelaars de strengere Europese standaarden voor zonnecrèmes als norm aanvaarden. Amerikaanse consumenten- en gezondheidsorganisaties steunen die eis volledig. Want de zon brandt even hard aan beide kanten van de Atlantische Oceaan.

NEEFS, E. Alsof de zon anders brandt aan de andere kant van de oceaan. De Standaard, 2014-10-11, E8 – E9.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo